Jan Vandemoortele, voormalig VN-topman in Pakistan, waarschuwt de Belgische regering voor de NAVO-aanpak in Afghanistan.
Jan Vandemoortele werkte dertig jaar voor de Verenigde Naties (VN), meer bepaald bij de Internationale Arbeidsorganisatie (IAO), het VN-ontwikkelingsprogamma (UNDP) en het kinderfonds UNICEF. Hij werkte vele jaren in Afrika, maar ook in New York. Daar hielp hij de millenniumontwikkelingsdoelen (MDG’s), die de armoede in de wereld willen halveren, mee op de politieke wereldkaart zetten. Na drie jaar als hoogste VN-man in Pakistan ging hij eind 2008 met vervroegd pensioen. Vandemoortele zag in Pakistan een gevaarlijke toestand ontstaan. ‘Wat nu aan de gang is in Afghanistan en Pakistan vind ik bijzonder onrustwekkend’, zegt Vandemoortele. ‘Het NAVO-project om in Afghanistan de democratie te installeren, heeft misschien de juiste intenties maar het is totaal utopisch. En utopische projecten hebben soms dramatische gevolgen.’
Wat is er zo utopisch aan?
jan vandemoortele: Om te begrijpen wat wij in Afghanistan uitrichten, moet je de tentoonstelling over Karel de Stoute in Brugge gaan bezoeken: stel dat er iemand naar dat Vlaanderen van de 15e eeuw zou zijn gekomen om te zeggen dat er verkiezingen moesten worden georganiseerd en dat het er minder feodaal moest toegaan. Dat is precies wat wij in Afghanistan doen. En zo maken we het land nog verder kapot.
Zegt u nu dat we de mensen- en vrouwenrechten moeten vergeten?
vandemoortele: Juist niet. Universele idealen bestaan: de mensenrechten. Die kunnen we nastreven – al blijft het de vraag of we de volledige eerbiediging ervan ooit zullen bereiken, en via welke kronkelwegen. Universele waarden bestaan niet. De rol van de vrouw of van de civiele samenleving in een gemeenschap, de positie van homoseksuelen zoals we die in het Westen kennen, dat zijn niet per se zaken die overal op exact dezelfde manier moeten.
In Afghanistan en Pakistan leggen we waarden op die vreemd zijn aan het volk. Ik herinner me een dinergesprek bij de Belgische ambassadeur in Pakistan met minister van Buitenlandse Zaken Karel De Gucht en een zestal Pakistanen. En De Gucht maar uitleggen wat er met de islam moest gebeuren. Gênant. Ik ben weggegaan. Dat is ongeveer hetzelfde alsof Paki- stanen hier komen uitleggen wat wij met de communautaire kwestie moeten doen. En nu het niet lukt, geven we de schuld aan de Afghanen, aan Pakistan, aan de corruptie van president Hamid Karzai. Onze interventies richten Afghanistan ten gronde en we zijn goed op weg om Pakistan mee de dieperik in te sleuren. Met ieder bombardement dat we in de tribale gebieden aan de Afghaanse grens uitvoeren, scheppen we er duizenden extremisten bij. Als de Swatvallei in de noordwestelijke provincie onder invloed van de taliban is geraakt, ligt dat aan het militaire geweld in Pakistan en Afghanistan.
Hoe is het mogelijk dat het Pakistaanse leger met 550.000 manschappen terrein verliest tegenover 15.000 talibanstrijders?
vandemoortele: De legerleiding wil echt vechten tegen die extremisten, maar bij de grondtroepen ligt het anders. Zij hebben het gevoel dat ze op hun eigen volk moeten schieten. Het gebeurt geregeld dat de lijken van soldaten die sneuvelen bij gevechten in de tribale gebieden, hun dorp niet in mogen. Omdat de dorpelingen vinden dat hun zoon is gestorven voor een verkeerde zaak, een oorlog van het Westen en de christenen tegen de islam. Imperialisme en godsdienstoorlog, daarom gaat het volgens hen. Als je dát weet, kun je ook begrijpen dat die jongens er niet echt voor gaan.
Kan de nieuwe aanpak, met meer nadruk op ontwikkeling en heropbouw, dat niet tegengaan?
vandemoortele: Onze militaire aanwezigheid maakt dat onmogelijk. Wij schatten dat echt totaal verkeerd in. De Britse minister van Landsverdediging onder de Britse premier Tony Blair verklaarde aanvankelijk zelfs dat de Brit- ten daar geen schot zouden hoeven te lossen. De Afghanen zien die oorlog als een aanval van het Westen en de christenen. Vooral sinds de aanslagen van elf september voelen de moslims zich vernederd; ze zien achter al onze daden complotten. We moeten daar onmiddellijk weggaan. Nu. We willen het radicalisme bestrijden, maar we werken het in de hand. Hulp is immers onmogelijk als er geen veiligheid is. Tijdens mijn laatste maanden in Paki- stan zag ik hoe weinig productief ontwikkelingssamenwerking is als de veiligheidssituatie slecht wordt. Almaar meer geld ging naar de beveiliging van de VN-mensen en naar de vaste kosten (zoals salarissen of huur) die doorlopen, ook al blijft de grote meerderheid van het personeel thuis of op kantoor. In zo’n situatie geef je enorm veel geld uit zonder enig resultaat. We moeten eerlijk zijn met onszelf en ons niet laten verblinden door de omvang van die hulpbedragen: op het terrein maken die amper nog een verschil.
Laten we Afghanistan dan weer aan de taliban, en scheppen we zo niet opnieuw een basis voor Al-Qaeda?
vandemoortele: De taliban hebben nooit de filosofie van Al-Qaeda gedeeld. De twee hebben elkaar door toedoen van het Westen gevonden. Ze hebben Osama Bin Laden destijds aanvaard toen die met hen kwam vechten tegen de Russen. De taliban zijn Pashtun en die beschermen hun vrienden tot het uiterste, zelfs als die domme dingen doen. Dat is een waarde die wij niet zo hebben. De VS hebben dat nooit begrepen. Voor hen waren de taliban gelijk aan Al-Qaeda. Als we zo voortdoen, krijgen ze misschien nog gelijk ook. Let wel, ik pleit er ook absoluut niet voor dat we ons niet langer zouden engageren.
Wat moet er dan wel gebeuren?
vandemoortele: De veiligheidssituatie in Afghanistan is nu zo erg dat een buitenlandse troepenmacht noodzakelijk is. We kunnen onze soldaten vervangen door moslimsoldaten, onder de vlag van de VN, de Organisatie van Islamitische landen of de Zuid-Aziatische Vereniging voor Regionale Samenwerking. Die moeten de situatie stabiliseren. Dat zal makkelijker zijn, want die soldaten zullen veel minder ergernis opwekken.
Zullen die islamitische soldaten wel vechten tegen de taliban?
vandemoortele: Er komt sowieso een talibanregering. Maar we laten ons verblinden door die term. Er zijn taliban en taliban, net zoals er verschillende soorten Vlaams-nationalisten zijn. De grote meerderheid van de Afghanen gaat niet akkoord met de gewelddadige methodes van de extremisten, maar staat grosso modo wel achter het type van samenleving dat de extremisten nastreven. Ze zijn radicaal tegen wat ze denken dat het Westen hen wil opdringen. Onze militairen aldaar kunnen de wereldvisie van het volk niet veranderen. Integendeel, hoe meer we dat proberen, hoe meer de extremisten steun zullen vinden. De perceptie is dat de buitenlandse troepen het im- perialisme en de godsdienstverdrukking vertegenwoordigen. Zodra dat wijzigt, zal de veiligheidssituatie volledig veranderen en zullen de vreemde soldaten ook minder werk hebben. Tweede grote voordeel: we zullen niet langer de positie van de gematigden verzwakken. Dat is nu duidelijk het geval met de regering-Karzai. Die wordt gezien als een stropop van het Westen, net als alle Afghaanse politici die nu een gematigde positie verdedigen.
Bestaan die gematigde politici wel?
vandemoortele: Absoluut, zowel in Pakistan als Afghanistan. Ze hebben me meermaals bezworen dat het militaire optreden hun positie verzwakt. Dat moeten we vermijden door slimmer te werken en bereid te zijn om achter de schermen te blijven. Dat is niet makkelijk voor westerse politici! Een gematigde regering zal in staat zijn met buitenlandse hulp – niet enkel van het Westen en liefst achter de schermen – om de extremisten en Al-Qaeda in bedwang te houden. Dat zal de efficiëntie van onze hulp enorm verhogen. De bestede bedragen zullen effectief iets betekenen op het terrein.
De Amerikaanse president Barack Obama slaat de bal dus mis?
vandemoortele: Obama is een uitzonderlijk politiek talent, maar hier gaat hij uit de bocht. Ik begrijp dat de Belgische regering hem een plezier wil doen, maar doe het dan op een andere manier.
DOOR JOHN VANDAELE