‘Veertien procent van de Vlaamse jongeren verlaat het onderwijs zonder diploma. Het is een grote uitdaging om daar verandering in te brengen’, zegt Luc De Man.
‘We staan met de nieuwe Vlaamse regering op een kantelmoment voor het onderwijs’, zegt Luc De Man. ‘Voor welk mens- en maatschappijbeeld zullen we gaan? Gaan we de duale samenleving versterken en de beste leerlingen samen zetten en de zwakste leerlingen naar andere scholen of klassen afvoeren? Gaan de slimste leerlingen de meeste aandacht krijgen, terwijl de andere hun plan moeten trekken? Willen we echt dat soort onderwijs?’
‘Tegelijkertijd zal moeten worden gekeken naar de open poort naar het hoger onderwijs’, zegt hij. ‘Dat iedereen zomaar om het even wat in het hoger onderwijs kan aanvatten, is niet goed. Voor niemand: noch voor de student, de ouders, de school en de leerkrachten, noch voor de samenleving. Een oriënteringsproef zoals die nu zal worden ingevoerd, heeft als doel dat minder studenten falen in het eerste jaar hoger onderwijs. Men zal dus wat strenger zijn op wie men toelaat, maar tegelijkertijd mag dat niet leiden tot uitsluiting.’
En nog iets wat hem grote zorgen baart: ondanks de zelfverklaarde kwaliteit van ons onderwijs verlaten toch heel wat leerlingen de school zonder diploma. Luc De Man: ‘Veertien procent van de Vlaamse jongeren verlaat het onderwijs zonder kwalificatie. En we weten dat leerlingen die het onderwijs zonder diploma verlaten een minder gunstige startpositie hebben op de arbeidsmarkt. Dan rijst toch de vraag: hoe komt het dat ondanks het harde werk van zovele onderwijsmensen, de toenemende professionalisering van de opleidingen en de hoge investeringen dit onderwijs er niet in slaagt om meer jongeren een diploma te laten halen? Het is een grote uitdaging om daar verandering in te brengen.’
In het nieuwe regeerakkoord staan twee zinnen die onmiddellijk slaan op de pedagogische begeleidingsdienst, die de onderwijsinstellingen moet ondersteunen, de onderwijskwaliteit moet bevorderen en de beroepsbekwaamheid van het schoolpersoneel moet versterken: ‘De kwaliteit van ons onderwijs hangt in hoge mate af van de kwaliteit van de leerkrachten: onderwijs gebeurt in de klas en in de school. Met dat doel voor ogen hervormen we de lerarenopleiding en verwachten we van de pedagogische begeleidingsdiensten dat ze zich bijsturen. Natuurlijk zou het ideaal zijn als we de leraar individueel zouden kunnen begeleiden, maar met één adviseur voor meer dan driehonderd leraren is dat niet realistisch. We zullen dus de middelen die we hebben efficiënter moeten inzetten. Er zal meer samenwerking moeten komen over de netten heen, zonder dat de eigenheid verloren gaat.’
Nog een zin in het Vlaams regeerakkoord trok de bijzondere aandacht van De Man: ‘Alleszins behoort het evaluatiebeleid tot de volledige autonomie van de school.’ De Man: ‘Vlaanderen is een van de enige regio’s in Europa die de evaluatie van de leerlingen volledig aan de scholen overlaat. Dat is een zwak punt in het Vlaams onderwijs, want hoe betrouwbaar zijn die evaluaties? Je hoort me niet zeggen dat in alle scholen dezelfde examens moeten worden afgenomen, maar ze zouden wel de juiste zaken moeten toetsen. We moeten komen tot kwalitatieve toetsingsinstrumenten, die dan meteen kunnen zorgen voor een degelijke oriëntering naar het hoger onderwijs. Daar kunnen we als pedagogische begeleiders bij helpen.’
In het regeerakkoord staat ook: ‘We geven scholen meer vrijheid voor het invullen van hun curriculum. De vakkenlijsten blijven bestaan en het zijn de leerplanmakers die beslissen welke competenties in welke vakken of vakkenclusters behaald moeten worden.’ De Man vindt dat dit beter kan: ‘Nu steken de vier begeleidingsdiensten van de verschillende netten veel tijd en energie in het opmaken van eigen leerplannen op basis van dezelfde eindtermen. Als we dat net-overstijgend zouden aanpakken, zou dat veel efficiënter zijn. Ik zie de geesten daarvoor stilaan rijpen.’
De volgende jaren staat de pedagogische begeleiding voor heel wat uitdagingen in het secundair en hoger onderwijs, zoals de schoolteams helpen in het omgaan met diversiteit en het mee uitbouwen van een schoolloopbaanbegeleiding met het oog op een succesvolle studiekeuze voor het hoger onderwijs. De Man: ‘Het moet voor iedereen duidelijk worden hoe belangrijk het is dat alle leerlingen, van welke achtergrond ook, zwak of sterk, erbij horen. Want we kunnen ons niet permitteren om leerlingen die wat minder rijp zijn of wat minder presteren uit te sluiten en aan hun lot over te laten.’
Luc De Man is hoofd van de pedagogische begeleidingsdienst van het GO! Onderwijs van de Vlaamse Gemeenschap