‘WE KRIJGEN TWINTIG JAAR WERELDWIJD BURGERPROTEST’

HET TAHRIRPLEIN IN CAÏRO Massale vreugde om het afzetten van president Morsi. © REUTERS

Van de pleinen van Caïro en Istanbul tot de straten van Madrid en Rio de Janeiro: overal in de wereld vinden tegenwoordig felle protesten plaats. Wat bindt deze ontevreden burgers met elkaar? ‘Er is een duidelijke mondiale onderstroom van verzet tegen de elites, tegen de powers that be’, zegt hoogleraar Internationale Betrekkingen Rik Coolsaet van de UGent.

De zomer van 2013 wordt er opnieuw een van wereldwijd protest. Alle ogen waren afgelopen week gericht op het Tahrirplein in Caïro, waar woedende betogers de eerste verkozen Egyptische president al na één jaar tot aftreden dwongen. Een maand eerder in Istanbul groeide kleinschalig protest tegen de heraanleg van een stadspark uit tot massale antiregeringsdemonstraties op het Taksimplein. In Zuid-Europa reageren jongeren en nieuwe werklozen verontwaardigd op het strenge besparingsregime dat de EU hen oplegt. In Braziliaanse steden kwamen burgers op straat om hun onvrede te uiten over prijsverhogingen van het openbaar vervoer, gebrekkig onderwijs en slechte sociale voorzieningen, terwijl de regering miljarden uitgeeft aan prestigeprojecten zoals de wereldbeker voetbal en de Olympische Spelen. Ook uit andere groeilanden zoals China en India blijven berichten komen over lokale protesten.

De geest van de revolte lijkt de hele wereld in zijn greep te hebben. De vaak jonge en stedelijke opposanten verwijzen ook geregeld naar elkaars protest, ze nemen elkaars symbolen en slogans over. Maar valt er een rode draad te bespeuren in deze wereldwijde golf? ‘Velen krijgen het gevoel dat er iets broeit, maar we kunnen er nog niet goed de vinger op leggen’, zegt professor Internationale Betrekkingen Rik Coolsaet (UGent). ‘Maar als er zo veel gelijktijdig verzet in de wereld is, dan is er echt wel iets aan de hand. In 2008 heb ik deze golf al aangekondigd, wegens het samenvallen van twee dingen: toenemende economische groei en het besef dat die nieuwe welvaart niet gelijk wordt verdeeld. Een vrije markt is het beste systeem om welvaart te creëren, maar als de politiek die niet kan herverdelen, creëert dat vanzelf de kiemen van het verzet. Nog vóór de wereldwijde financieel-economische crisis zag je dat verzet al in de groeilanden China en India. De schok van de crisis heeft dat voor een tijdje gedempt, maar na 2010 zie je het opnieuw toenemen, in verschillende vormen. Je had de opstanden in het Midden-Oosten, maar het protest laaide ook weer op in India, en in Europa hadden we de indignado’s. Er zijn vaak ook lokale oorzaken die we natuurlijk niet mogen vergeten, maar er is ook een duidelijke mondiale onderstroom van verzet tegen de elites, tegen de powers that be. De rode draad is: het gevoel niet gehoord te worden. We gaan woelige tijden tegemoet, omdat het besef groeit dat we aan de onrechtvaardigheid iets kunnen veranderen op straat, terwijl de elite zich afschermt achter de beveiligde poorten van de macht.

Ook in de Arabische landen revolteert de middenklasse?

Rik Coolsaet: De eerste protestgolf in Tunesië en Egypte was duidelijk een verzet van de middenklasse, die de hoop op een betere toekomst verloor. Het gaat om mensen die economische mogelijkheden hebben en goed opgeleid zijn, maar die politiek niet meespelen. Typisch voor een middenklasse in opkomst. Zij zijn het ook die op de islamistische Ennahda in Tunesië en de Moslimbroederschap in Egypte hebben gestemd, uit onvrede met de kandidaten van het oude regime. Net zoals bij ons in de negentiende eeuw de middenklasse de drager was van de democratisering, die het algemeen stemrecht en de leerplicht bracht. En nu zijn ze ontgoocheld in de mensen op wie ze hebben gestemd, zoals de intussen afgezette president Mohammed Morsi in Egypte. De salafisten vonden hem niet islamistisch genoeg, de seculieren vonden hem te islamistisch, en de jongeren waren ontgoocheld dat hij geen werkgelegenheid bracht. Dat is ook zo bij het protest elders in de wereld: de agenda waaiert uiteen in heel veel verschillende deeleisen.

Historische vergelijkingen met eerdere revolutionaire tijden zijn niet van de lucht. Ziet u bepaalde gelijkenissen?

Coolsaet: Met de jaren zestig. Dat verzet was ook wereldwijd, en zeer divers. De aanleidingen waren vaak heel verschillend, maar het verzet tegen het establishment verenigde de opposanten. Dat ging van de Afrikanen en de Aziaten die van de kolonisatie af wilden, over de emancipatiebeweging van studenten en arbeiders bij ons tot de bevrijdingstheologie van bisschop Oscar Romero in Latijns-Amerika. Dat heeft twintig jaar geduurd. Die onderstroom van burgerverzet is er nu ook, en dat zal ook twee decennia duren.

Ik betwijfel alleen of alle revoluties vandaag progressief zijn, zoals toen. We zouden dat willen, omdat we dat sjabloon van de jaren zestig in ons hoofd hebben, maar ik weet het niet. Sommigen zeggen me dat er in Europa geen revolutie komt, omdat mensen veel te fatalistisch zijn. Maar dat lees je in artikels van begin de jaren zestig ook: dat mensen niet zullen willen verliezen wat ze hebben. Een paar jaar later was het toch prijs. Kijk naar Turkije: de middenklasse betoogt tegen de conservatieve AKP van premier Tayyip Erdogan, maar ook de nationalisten sprongen op de kar van de betogingen. In Egypte vormden de bewegingen Tamarod (‘rebel’) en Kifaja (‘genoeg’) de kern van de huidige revolutie, en daar hebben de Moslimbroeders, die de gefrustreerde middenklasse vertegenwoordigen, en de salafisten van Al-Nour zich bij aangesloten. Salafisten en seculieren vonden elkaar nu opnieuw in de eis om het aftreden van Morsi.

Die wereldwijde verzetsgolf kan afhankelijk van de lokale dynamiek tot heel verschillende resultaten leiden. Wie de bovenhand zal halen, progressieve of reactionaire krachten, is nog te vroeg om te zeggen.

Bij de huidige protesten spelen de sociale media een opvallende rol.

Coolsaet: De sociale media spelen de rol van versneller. De technologie vergemakkelijkt het protest, maar dat is altijd zo geweest. In de jaren zestig ontdekten de activisten de stencilmachine, daarmee konden ze heel snel hun ideeën verspreiden. Samen met de televisie speelden die stencils toen de rol van versneller, die de nieuwe sociale media nu spelen. Aan het eind van de negentiende eeuw kon men voor het eerst via telexberichten relatief snel communiceren tussen de VS en Europa. Dat maakte het gemakkelijker voor radicale groeperingen om elkaar op de hoogte te houden. Zonder de uitvinding van de boekdrukkunst zou het protestantisme van Maarten Luther nooit zo’n succes gehad hebben.

De Turkse premier Erdogan noemde de sociale media ‘het grootste gevaar voor onze samenleving’.

Coolsaet:(lacht) Dat zullen de machthebbers van de jaren zestig vast ook gevonden hebben van de stencilmachine. Maar media zijn nooit de oorzaak van het protest, zij kunnen het alleen maar uitvergroten.

Alles gaat wel veel sneller dan vroeger.

Coolsaet: Ja, maar opiniepeilers stellen vast dat jongeren vandaag vinden dat de ontwikkelingen nog niet snel genoeg gaan. De ouderen protesteren dan weer omdat de zaken te snel gaan. Ik citeer altijd het boek Moeder, waarom leven wij?, geschreven in 1932 door Lode Zielens, over een familie die niet snapt wat er allemaal rondom haar aan het gebeuren is. Ook in vorige scharniermomenten had men het gevoel dat de dingen te snel evolueerden, en dat men er geen greep op kreeg. Dat heb je bij dit soort van stroomversnellingen, en die komen in de wereldgeschiedenis regelmatig terug. Bij zo’n stroomversnelling kun je kiezen: de jongeren peddelen, de ouderen klampen zich vast aan de boot, en sommigen vallen in het water. Volgens mij is het grote verschil met eerdere revoluties net dat mensen mondiger geworden zijn, omdat je nu een veel grotere middenklasse hebt. En de middenklasse staat traditioneel op haar rechten. Internationale instellingen als UNCTAD en de Wereldbank kondigen die groei van de mondiale middenklasse al jaren aan. Honderden miljoenen mensen in Brazilië, China en India zijn uit de armoede getild, en zij verwachten nu dat ze vooruit blijven gaan. Als dat niet lukt, protesteren ze.

Straatprotest lijkt het alternatief voor de ‘klassieke’ oppositie in het parlement, zeker in Arabische landen, maar ook in Brazilië, Rusland, en Zuid-Europa?

Coolsaet: Is oppositie niet altijd gegroeid uit protest? In de jaren zestig is de term ‘buitenparlementaire oppositie’ ontwikkeld. De vrouwenbeweging, de ecologische beweging, de vredesbeweging en de derdewereld- beweging ontstonden zo, en het heeft zijn tijd geduurd voor die zich in de democratieën terugvonden in het oppositiewerk. We moeten dus nu niet vragen dat de oppositie dit opvangt, want dat lukte in de jaren zestig ook niet meteen. De protesteerders hebben net het gevoel dat ze via de geijkte politieke kanalen niet aan bod komen. Het voluntaristische karakter is de sterkte van die buitenparlementaire oppositie, maar ook de zwakte. Als je echt iets wilt veranderen, wacht je de lange mars door de instellingen. Pas als de leiders hun weg vinden in de politieke partijen, krijg je een afname van de buitenparlementaire oppositie.

Dit burgerprotest is goed voor onze democratieën?

Coolsaet: Natuurlijk! Protest is essentieel voor de vitaliteit van een democratie. Het is de manier om nieuwe thema’s en gevoeligheden in een samenleving vertolkt te krijgen.

De ongelijkheid groeit ook in de eurozone. In Zuid-Europa protesteren ze fel tegen de opgelegde besparingen. Komt de EU nog goed weg met dat protest, of staat het ergste ons nog te wachten?

Coolsaet: Je voelt zeker ook bij ons dat er iets broeit, maar ik kan het nog niet duiden. Het is begonnen in 2010 in Lissabon. Vergeet ook niet dat de Europese jongeren via het uitwisselingsprogramma Erasmus en sociale media meer dan ooit in contact staan met elkaar. Dat heeft de rellen in Londen en Parijs ook mee beïnvloed. Ook hier beweegt het, de onderstroom is er, maar welke vorm dat zal aannemen? Niemand kan het nu al voorspellen.

Hoe moeten de politieke leiders volgens u met het protest omgaan?

Coolsaet: Van elke revolutie weet je wanneer ze begint, maar nooit hoe en wanneer ze eindigt. Het goede antwoord op protest is: inclusie. Mensen moeten weer het gevoel krijgen dat iedereen gehoord wordt. Zoals de Braziliaanse president Dilma Rousseff zegt: ik begrijp jullie. En ze draaide de prijsverhogingen terug. Dat weigerden Morsi en Erdogan te doen. Rousseff beseft dat ze de ongelijkheid moet aanpakken, anders krijg je duurzame maatschappelijke onrust zoals in Egypte. En haar voorganger Lula da Silva drong de inkomenskloof ook terug met actief overheidsingrijpen. Daarom ben ik optimistisch over de toekomst van Brazilië, omdat ze het beseffen. De Turkse premier Erdogan daarentegen herhaalde voortdurend dat hij met de oppositie om de tafel wou gaan zitten, maar hij lijkt niet te beseffen waar het om gaat. Door je vast te klampen aan de macht bevestig en verenig je het verzet. Nochtans is het beleid van Erdogan zeker niet zwart-wit. Zijn toenadering tot de Koerden, die veel kans op slagen heeft, heeft geen enkele Turkse leider hem voorgedaan.

Een revolutie is als een snelkookpan. Als je de klep dichthoudt, ontploft ze. Brutale repressie, zoals in China en Rusland, is het dichthouden van de klep. Een ontploffing zit er ook daar aan te komen.

DOOR THOMAS VERBEKE

‘Honderden miljoenen mensen in Brazilië, China en India zijn uit de armoede getild, en zij verwachten nu dat ze vooruit blijven gaan.’

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content