info : De auteur doceert internationale politiek aan de Universiteit Gent.

Plots is iedereen erover aan het praten. Een terreuraanslag – kan het ook in Verviers, Maaseik of Brussel? Vooraleer we nu collectief hysterisch raken, eerst even dit: België is niet meer of minder bedreigd dan andere landen. Er is geen enkele aanwijzing dat het gevaar op een aanslag is toegenomen. Niets wijst erop dat er ‘iets’ in de maak is.

Slechts zeven op de tien Vlamingen zijn realistisch genoeg om te beseffen dat het wel kán gebeuren. De échte vraag luidt dan: hoe zullen we daarop reageren: met Nederlands paniekvoetbal of met Spanjes oordeelkundig vermogen?

Geert Mak maakte ooit het onderscheid. Met de moord op Theo van Gogh stroomde in Nederland de jarenlang opgestapelde vreemdelingenhaat naar buiten. De politieke en journalistieke wereld stonden in vuur en vlam. Sindsdien is het land in de ban van een maatschappelijke verruwing, die oude en nieuwe Nederlanders tegen elkaar opzet. In Spanje echter bleef de houding van pers en publieke opinie tegenover de migrantengemeenschappen met moslimachtergrond opvallend be- schaafd. Men maakte er op tijd het onderscheid tussen enkele jihadi’s die in de marge van hun eigen gemeenschappen leven en die gemeenschappen zelf.

Het potentieel voor paniekvoetbal en racisme is in België aanwezig. Zoals overal in Europa leeft er onderhuidse wrevel. Ongelukkige uitspraken van politici hebben in het recente verleden al voor verhoogde spanning gezorgd in moeilijke wijken. Drie op de tien Vlamingen zeggen wantrouwiger te zijn geworden tegenover moslims – vooral zij die geen moslims kennen. En een ruime meerderheid verwacht dat de komende jaren de spanningen tussen moslims en niet-moslims zullen groeien.

Maar daar staat tegenover dat zeven op de tien Vlamingen het Spaanse onderscheid wel maken en moslims niet als potentiële terroristen bekijken. Daarenboven hebben we in dit land het immense voordeel dat de veiligheidsdiensten voortdurend waarschuwen dat na een aanslag onverdraagzaamheid het grootste gevaar is. Dan is er immers geen plaats meer voor nuance. Dan wordt alles zwart of wit, en riskeert België een samenleving te worden waarin chronische conflicten tussen gemeenschappen overheersen.

Op onze media en politiek rust dan ook een grote verantwoordelijkheid. Meer dan wie ook bepalen zij immers onze kijk op gebeurtenissen. Daarom is het terecht om te vragen op welk gevoel zij zullen inspelen. Onze politie- en veiligheidsdiensten hebben al een aantal oefeningen achter de rug. Zij weten dus ongeveer wat ze het best doen en laten. Hebben onze politici en onze media zich al beraden over de rol die ze willen spelen en de houding die ze zullen aannemen? Ik vrees van niet.

Zullen onze media na een aanslag weer koppen: ‘Moslimterreur slaat toe!’, en de bewoners van migrantenwijken belegeren met camera’s en microfoons, op zoek naar de spectaculairste uitspraak en het sensationeelste beeld? Of zullen ze de migrantenwijken met rust laten, omdat die mensen met de hele zaak niets te maken hebben en zelfs bereid zijn om met de overheid samen te werken om die enkele tientallen jihadi’s op te sporen?

Wat zullen onze politici doen? Het opnieuw hebben over ‘moslims’ – en zo een hele bevolkingsgroep stigmatiseren – of over ‘jihadi’s’ – en zo de hand reiken aan onze migrantengemeenschappen, die het vandaag al moeilijk genoeg hebben. Ze kunnen zich alvast laten inspireren door de woorden van de Londense burgemeester Ken Livingstone, die de aanslagen in zijn stad veroordeelde als een laffe poging tot massamoord, gepleegd door enkele brutale moordenaars, die niet de machtigen en de rijken tot slachtoffer maakten, maar gewone mensen, jong en oud, katholieken, vrijzinnigen en moslims, autochtonen en allochtonen – zonder onderscheid.

Rik Coolsaet

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content