De misdaadbendes in België bestellen vaak kleine hoeveelheden wapens, die afgehaald worden in het land dat ze te koop aanbiedt. Dat blijkt uit de dossiers die de federale politie heeft uitgeplozen.
Na de ladingdiefstal van vorige week waarbij opnieuw kalasjnikovs werden ingezet tegen de politie, was meteen sprake van een nieuw misdaadfenomeen. ‘Het zijn zeer zwaarwegende feiten, en de politie zal er zwaar in investeren’, zegt Eddy De Raedt, directeur van de dienst criminaliteit tegen goederen bij de federale politie. ‘Maar het is te vroeg om te spreken van een nieuw fenomeen.’
Er is wel een algemene toename van het gebruik van zware wapens bij overvallen?
Eddy De Raedt: Het gebruik van zware wapens, automatische of semiautomatische machinepistolen zoals we die omschrijven, neemt inderdaad toe: van 57 feiten in 2007 tot 113 in 2009. Die cijfers houden geen rekening met het feit of de wapens al dan niet gebruikt werden om te schieten of alleen om te intimideren. Ze zijn gebaseerd op getuigenissen. In die zin is het cijfer dat alleen de effectieve schietincidenten opneemt relevanter. Maar dat is een globaal cijfer voor alle wapens, zonder opdeling volgens het type. Ook daar zien we dat het aantal incidenten stijgt: van 117 in 2008 tot 224 in 2009.
Hoe komen de daders aan hun wapens?
De Raedt: Meestal is dat op bestelling, via ondergrondse contacten en in de vorm van petits paquets die worden afgehaald in het land van oorsprong. We hebben ook aanwijzingen dat sommigen hun wapens huren of kopen in de zogenaamde wapenpools, geheime stocks waar wapens meteen beschikbaar zijn. Volgens hetzelfde concept zijn er ook pools met auto’s die op korte termijn geleverd kunnen worden.
Wordt de afkomst van de zware wapens systematisch nagegaan in België?
De Raedt: Alleen als er een duidelijke link bestaat met zware criminaliteit of met illegale wapenhandel. Elk wapen heeft een legale bron, zoals een fabrikant of een wapenhandelaar. En op een bepaald moment verdwijnt het in een grijze zone. Wij willen weten of dat bijvoorbeeld is na tussenkomst van een malafide wapenhandelaar. Is het na een diefstal in een legerdepot, zoals dat een paar keer is gebeurd? Of na een diefstal bij particulieren? Zo zijn er een vierhonderdtal op jaarbasis.
Door de oorsprong van een wapen te traceren, hopen we een beter zicht te krijgen op de beschikbaarheid ervan in ons land, en op de hoeveelheden die circuleren. Nu is dat koffiedik kijken. Er worden cijfers genoemd, maar ik heb geen elementen om ze te bevestigen.
Hoe komt het dat de informatie over zware wapens relatief beperkt blijft?
De Raedt: In België is er controle mogelijk, en die gebeurt ook. Maar dat is niet zo in alle Europese lidstaten. De kennis die we hebben over de herkomst van illegale wapens, de types die het vaakst voorkomen, hoe ze worden vervoerd, al die gegevens zouden we moeten kunnen uitwisselen met alle lidstaten. We zouden ook systemen moeten kunnen uitwerken om gezamenlijk controles uit te voeren, bijvoorbeeld op wapenbeurzen. Vandaag gebeurt dat enkel met een beperkt clubje, waaronder Nederland, Frankrijk, het Verenigd Koninkrijk, Duitsland, Zweden en Oostenrijk. Dat aantal moet uitgebreid worden.
Is de wapenwetgeving even streng in alle lidstaten?
De Raedt: Nee, de toepassing ervan zou in de verschillende lidstaten op elkaar moeten worden afgestemd. Nu bestaat er een Europees kaderbesluit inzake wapens. Maar de lidstaten zijn vrij om het zelf naar believen in te vullen. Het gevolg is dat bepaalde wapens in de verschillende lidstaten onder andere regimes vallen. In België kun je bijvoorbeeld een alarmpistool kopen, op voorwaarde dat het gehomologeerd is. In de buurlanden is het niet verkrijgbaar. Wapenhandelaars zijn zich daar sterk van bewust, en gaan zich gericht bevoorraden.
Wat kunt u in afwachting van meer informatie-uitwisseling doen op het terrein?
De Raedt: Het gerechtelijk onderzoek naar illegale wapens in de grootsteden moet verder worden uitgebouwd. Glenn Audenaert, de directeur van de Brusselse gerechtelijke politie, heeft voor Brussel al een team opgericht, en heeft al grootschalige acties opgezet. Denk maar aan de invallen op en rond het Anderlechtse Lemmensplein. We willen ook meer infiltreren in het milieu door undercoveroperaties op het getouw te zetten. Daartoe hebben we de toelating nodig van de gerechtelijke overheden. En ten slotte willen we ook de controle op het terrein opvoeren, door bijvoorbeeld nieuwe grootschalige controleacties te houden langs de snelwegen, en door verder wapenbeurzen en legale wapenhandelaars te controleren.
Maar als we dat allemaal doen, bestaat het gevaar van wat men in het jargon ‘haalcriminaliteit’ noemt. Dat betekent dat de misdaad in de statistieken stijgt omdat de politie zijn werk doet. Voor de bevolking zal het dan lijken alsof er meer zware wapens in omloop zijn, terwijl we er misschien alleen maar meer ontdekt hebben.