In het land van de rode burchten is er een duidelijke mentaliteitsverandering aan de gang. De Waalse regering wil dat er jaarlijks zesduizend nieuwe bedrijven bij komen om de regio uit het dal te tillen. Ook de PS?ers ontdekken nu de kmo, zegt Manager van het Jaar 2001 Pierre De Muelenaere.

Wat is er aan de hand in Vlaanderen? De Vlaamse minister van Werkgelegenheid Renaat Landuyt (SP.A) moest slechtere cijfers voorleggen dan zijn Waalse collega Marie Arena (PS). In de jongste twaalf maanden steeg de werkloosheid in Vlaanderen fors. En ondanks de aanslepende economische inzinking dáálde het aantal werklozen in Wallonië.

Dat zal dan als goed nieuws geklonken hebben, zegt Pierre De Muelenaere, eerder door de lezers van het zakenblad Trends-Tendances verkozen tot de Manager van het Jaar 2001. Hij is stichter, voorzitter en gedelegeerd bestuurder van Iris in Louvain-la-Neuve, een spitsbedrijf in de informatietechnologie, wereldwijd vermaard om zijn systemen van documentbeheer. De Muelenaere staat model voor de klasse jonge risiconemers die een nieuw net van kleine en middelgrote ondernemingen in het zwarte land uitbouwen. Hij grinnikt bij die werkloosheidsevolutie. ‘Wallonië is Vlaanderen nog niet aan het bijbenen, laat staan inhalen. De werkloosheid is veel groter, dan is een bescheiden daling makkelijker te realiseren.’

Het Wallonië van de rode burchten wordt stilaan geschiedenis. De zware industriecentra van Luik, Charleroi en het Centrum krimpen. Sinds enkele jaren is een nieuwe mentaliteit aan het kiemen. ‘Iedereen is getroffen door de economische problemen en de hoge werkloosheid. Vele mensen begrijpen dat het tijd is er iets aan te doen, niet langer te revendiceren maar te creëren. De socialisten staarden zich te lang blind op het grote bedrijf. Zij staan nu zelfs positief tegenover kleine en middelgrote ondernemingen. Het staal alleen kan Wallonië niet redden.’

TOEKOMSTCONTRACT

Als om de Manager van het Jaar gelijk te geven, legde de Waalse minister-president Jean-Claude Van Cauwenberghe (PS) het parlement een bijgewerkt Toekomstcontract voor. Het is de Waalse versie van het Vlaamse Pact van Vilvoorde, waarin de Vlaamse regering een tijd geleden haar langetermijndoelstellingen verankerde. Ambitieus is het Toekomstcontract van Van Cau zeker: twintig doelstellingen, voornamelijk op economisch gebied. De Waalse regering wil dat het aantal bedrijven in het gewest tegen 2004 met 15 procent is gestegen. Netto, met aftrek van de faillissementen, moeten dan jaarlijks 6000 nieuwe ondernemingen geboren worden. De mentaliteit is inderdaad veranderd. ‘De regering bevestigt de centrale rol van de ondernemingen voor de economische ontwikkeling’, zei de minister-president voor het Waalse parlement. Hij beloofde dat het gewest de ontwikkeling van kleine bedrijven beter zal ondersteunen.

Terwijl Jean-Claude Van Cauwenberghe in het parlement applaus oogst voor zijn bedrijfsvriendelijkheid, merkt Pierre De Muelenaere in zijn hightechbedrijf op dat de overheidssteun aan het privébedrijf vooralsnog meer uit woorden dan uit daden bestaat. ‘Veel morele steun, weinig geld. De Waalse investeringsmaatschappij SRIW zou veel meer kunnen doen. Als het Waalse bedrijfsleven van de overheid dezelfde steun had gekregen als de ondernemingen in Vlaanderen genieten, zouden wij een stuk verder staan.’

‘In Vlaanderen hebben startende ondernemingen het makkelijk. Wanneer een creatieve jongere een goed project heeft, hoeft hij maar bij financiers aan te kloppen en hij krijgt het geld. Business angels zoeken zelf naar projecten die ze zouden kunnen financieren. De middenklasse heeft de middelen om in ondernemingen te investeren. De Vlaamse investeringsmaatschappij Gimv speelt een stimulerende rol.’ Pierre De Muelenaere kan het weten. Toen Iris in 1987 in de labs van de Université Catholique de Louvain van start ging, was het moeilijk geld te vinden. Dat lukte niet in Wallonië, maar Vlamingen trokken hun portefeuille. De Antwerpse industriële holding Ackermans & van Haaren schoof het geld toe. Tien jaar later hielp de Kredietbank het bedrijf bij een privé-kapitaalverhoging.

ONDER HET STOF VAN KOLEN EN STAAL

Wallonië heeft altijd op zijn zware basisindustrie van kolen en staal geteerd. In die wereld van de grote kapitaalgroepen aan de ene kant en de arbeiderscultuur aan de andere, bleef het landschap van kleine en middelgrote ondernemingen onderontwikkeld. Zegt Pierre De Muelenaere: ‘Vlaanderen heeft altijd zijn kmo’s gehad en zijn rijke ondernemersfamilies. Het ondernemen is een tweede natuur. Eigenaars van familiebedrijven geven dat aan hun kinderen door. De arbeiders van het Centrum proberen alleen hun kinderen in de fabriek te plaatsen.’

Het taalprobleem is een andere factor ter verklaring van het Vlaamse economische dynamisme, stelt de in Wallonië ondernemende Brusselaar. ‘De Vlamingen geven zich daar nauwelijks rekenschap van, maar Waals nationalisme bestaat niet. Dat behoort niet tot de cultuur van de arbeider, die zich geen Waal noemt maar Liégeois of Namurois. Die bovendien cultureel niet gedomineerd werd door een anderstalige elite, zoals de Vlamingen door de francofone bovenlaag indertijd. De Vlamingen voelden zich gedomineerd en bedreigd, hadden behoefte zich te verdedigen en te manifesteren. Dat heeft een dynamisme gecreëerd, ook op economisch vlak.’

WALLIFORNIË

In gevallen als Lernout & Hauspie is dat dynamisme toch wel lelijk ontspoord? ‘Hier gelooft men dat dit het gevolg is van de Vlaamse overdrijvingen ? een beetje dikke nek’, zegt De Muelenaere. ‘Politiek en economie raakten te veel vermengd, en dat is nooit goed. Maar de val van de spraaktechnologie is geen reden voor ironie of communautaire triomf. Die mislukking treft alle Belgische ondernemers, vooral in de hightechsector.’

De industriële as Luik-Charleroi-Mons schept geen echte toekomst meer voor Wallonië. Maar er ontstaan nieuwe ondernemende subregio’s. De provincie Luxemburg ontwaakt dankzij de nabijheid van het Groothertogdom. Henegouwen, dat lang gold als een Europees crisisgebied, geniet van de dynamiek van West-Vlaanderen en Noord-Frankrijk. Vandaag beschrijven de Franstalige media Waals-Brabant als Wallifornië, naar Californië en zijn Silicon Valley. Rond de UCL in Louvain-la-Neuve is in vijftien, twintig jaar een hele vallei van nieuwe bedrijven ontstaan. Spin-offs vooral, met een internationale roeping. Het Iris van De Muelenaere is intussen uitgegroeid tot een bedrijf met 250 medewerkers. De nabijheid van de Brusselse agglomeratie is een belangrijke troef. Rond de Luikse universiteit floreert een soortgelijk hightechpark.

Wallonië heeft nu zijn jonge ondernemers, die niets te maken hebben met de financiële groepen die het kolen- en staalland domineerden. ‘Ik geloof in het sneeuwbaleffect’, zegt Pierre De Muelenaere. ‘Als enkelen slagen, stimuleren zij de anderen. Zo ontstaat een nieuw ondernemingsklimaat.’ Merkwaardig genoeg veroorzaakt dat nijpende problemen op de arbeidsmarkt. Die nieuwe bedrijfswereld kampt met een tekort aan geschoolde arbeidskrachten, de arbeidsmarkt heeft een overschot aan on- en ondergekwalificeerde werklozen. Het jonge ondernemende Wallonië schept nu geld voor nieuwe bedrijven. Wie succes heeft, speelt business angel voor de nieuwelingen. Starters raken makkelijker op gang dan het met de traditionele financieringskanalen het geval was.

Minister-president Van Cauwenberghe roept de middenstands- en werkgeversorganisaties op om de doelstellingen van het Toekomstcontract in werkelijkheid om te zetten. Jammer genoeg formuleert de Waalse regering alleen doelstellingen, maar zegt zij niets over de middelen die worden ingezet om die te halen. Niettemin is de boodschap duidelijk: Wallonië moet ondernemen.

Guido Despiegelaere

de nieuwe bedrijfswereld kampt met een tekort aan geschoolde arbeidskrachten, de arbeidsmarkt heeft een overschot aan on- en ondergekwalificeerde werklozen.

De overheidssteun aan het privébedrijf bestaat vooralsnog meer uit woorden dan uit daden.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content