‘Wallonië moet zich toeristisch beter verkopen’

© Clément Philippe/Belga Image
Jelle Henneman
Jelle Henneman Freelancejournalist

Lagere bezoekersaantallen en een stagnerend aantal overnachtingen: het Waalse toerisme heeft een moeilijke zomer achter de rug. En de regen is geen excuus.

Van groei was deze zomer geen sprake in de Waalse toeristische sector. Bezettingscijfers bleven hoogstens stabiel, bezoekersaantallen vielen vaak negatief uit. De natte zomer wordt als verklaring aangehaald. Maar dat is volgens almaar meer spelers een te makkelijk excuus. Onder meer de nieuwe minister van toerisme, René Collin (CDH), stelde een plan op om het Waalse toerisme te ondersteunen en enkele structurele problemen aan te pakken.

‘In een land als België is regen normaal, ook in de zomer’, vindt Daniel Bodson, socioloog aan de UCL en gespecialiseerd in toerisme. ‘Het hangt niet enkel van de regen af of een seizoen goed is geweest. Dierenpark Pairi Daiza heeft er net een topseizoen op zitten, niet toevallig omdat zij hebben ingezet op vernieuwing. Toeristen zijn veeleisender geworden. De middenklasse kan vandaag voor weinig geld met vakantie naar een sterrenhotel op een Tunesisch strand. En Wallonië weet nog altijd niet goed hoe het daarmee moet concurreren.’

‘Sowieso is een deel van de infrastructuur verouderd’, bevestigt Michel Vankeerberghen, directeur van de Waalse toerismefederatie. ‘De hotels hebben weliswaar de overstap gemaakt naar het moderne toerisme, maar heel wat vakantieparken en campings zijn dringend aan verfrissing toe. En gezien het daar telkens om honderden slaapplaatsen gaat, is die factor van doorslaggevend belang voor de cijfers.’

Toch is die veroudering niet het belangrijkste probleem. ‘Het Waalse toerisme moet zichzelf beter leren verkopen’, klinkt het bij beiden. ‘Allereerst is er de naam van Wallonië als bestemming zelf’, aldus Vankeerberghen. ‘Uit onderzoek merken we dat buitenlanders ons kennen als de Belgische Ardennen. Bij de Vlamingen speelt dan weer het negatieve imago van de naam Wallonië mee. Toerisme is politiek geregionaliseerd, maar in het buitenland merken we dat we het merk België nodig hebben. Daar hoeft geen tegenspraak te zijn. Frankrijk verkoopt zich ook als toeristisch merk, dat dan uiteenvalt in tal van regio’s.’

Maar niet alleen het merk strookt niet, ook de activiteiten worden slecht aan de man gebracht. ‘In Wallonië zeggen we in grote lijnen: “Kom, we hebben hier een prachtig bos!”‘, illustreert Bodson. ‘Maar dat is al lang niet meer genoeg. Toeristen uit de stad vragen zich af wat ze een week in dat bos gaan zoeken. Je moet van je trekpleisters producten maken, met een heel aanbod rond dat bos. Het plan is nu om de verschillende regionale bossen anders in het daglicht te stellen. Een plek voor avontuur, slow tourism, sport of trekking. We moeten zo’n bos gaan verkopen als een soort skireis: die draaien ook om veel meer dan alleen sneeuw en bergen. Alleen zo kun je het onderscheid maken. En dan maakt de regen al een stuk minder uit.’

Jelle Henneman

‘Wallonië weet niet hoe het moet concurreren met goedkope vakanties in een sterrenhotel op een Tunesisch strand.’

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content