Waar zij op aast

Charlene © Debby Termonia

Hengelen mag dan een typische mannensport zijn, ook vrouwen doen eraan. En nee, de meesten nemen nooit vis mee naar huis: sinds de vroege jaren tachtig is catch and release het motto. Vissen worden gevangen, gefotografeerd, gewogen, gemeten en vervolgens weer uitgezet. ‘De adrenaline die je voelt als zo’n grote, zware vis bijt, is onvoorstelbaar. Je moet het gedaan hebben om het te begrijpen.’

In Vlaanderen zijn er bijna 70.000 sportvissers, 15.000 van hen zijn aangesloten bij Sportvisserij Vlaanderen, 6 procent is vrouw. Naargelang van de gebruikte technieken en materialen is er sprake van verschillende disciplines. Het gaat van vliegvissers, die forellen en zalm aan de haak willen, over karpervissers, roofvissers die baars, snoek en snoekbaars laten bijten, streetfishers die dat in de stad doen, tot feedervissers en vissers met de vaste stok, die op witvis azen. ‘Vooral vliegvissen en streetfishing zitten in de lift’, zegt Jelle Vandaele van Sportvisserij Vlaanderen. ‘Dat laatste heeft met de verbeterde waterkwaliteit te maken, waardoor je nu ook in de stad kunt hengelen. Bovendien heb je er maar een paar uurtjes voor nodig.’

Mieke
Mieke© Debby Termonia

Waarom zou je gaan vissen als je straks niets lekkers op je bord krijgt? ‘De jacht is meer dan de vangst. Daarbij komt nog de kick van de dril, het tweegevecht tussen vis en hengelaar. De kleinste fout van de hengelaar wordt afgestraft met het verspelen van de o zo begeerde vangst. Is vissen dieronvriendelijk? Nee, tenzij je weerhaken gebruikt, wat wij erg ontraden. Zo’n gaatje van een haakje groeit zo weer dicht en de vis voelt er weinig van.’

Charlene (30) barista en streetfisher, Gent

Charlene doet al zes jaar aan streetfishing op baars, snoekbaars en snoek. ‘Mensen hebben het idee dat het gewoon een lui middagje zitten is, pilsje in de hand, en dan maar wachten tot de vissen bijten. Niets is minder waar. Als je in een stedelijke context roofvissen wilt vangen, moet je juist heel actief zijn. Er wordt volstrekt niet gezeten, maar voortdurend uitgegooid. Het vraagt ontzettend veel kennis en geduld, maar het is ook echt geweldig. Je ziet delen van steden, industriegebieden vol graffiti, verlaten rivierarmen, die je anders nooit zou aandoen.’

‘Het gevoel bij de eerste vangst van zo’n roofvis is onbeschrijflijk. Je krijgt een enorme knal op je hengel, dat is erg spannend. Mijn man en ik doen het elke week wel een keer, het hele jaar rond, al is het tussen oktober en januari moeilijker om vissen te vangen. Het is vaak een avondlijke bezigheid, zo’n uurtje of twee, drie, op de Coupure, de Reep of in de Dokken. En tijdens de vakantie, dan doen we het een hele week, zoals dit jaar, naar het Noorse Bergen. Niets dan vissen, met ons vijfjarige zoontje Leo, die er ontzettend veel plezier in heeft.’

‘Gevangen vissen worden gefotografeerd en gemeten, vergeleken ook. En soms heb je er een die je jaren eerder al ving en die nu twintig centimeter is gegroeid. Geweldig, toch?’

mieke (30) kinderverzorgster en karpervisser, Hamme

‘Die eerste keer, vijf jaar geleden, wist ik niet wat ik bovenhaalde: een karper van vijf kilo. Mijn vriend vist al sinds zijn kindertijd. Zou ik er zonder hem aan begonnen zijn? Wellicht niet. Maar van de natuur heb ik altijd ontzettend gehouden. Het is zalig om het hele weekend te gaan vissen. Met onze tenten, het kookgerei, alles erop en eraan. Wachten tot ze bijten, boekje lezen, kruiswoordraadsel invullen. Of een week lang aan het water, en om de andere dag huiswaarts om je te verfrissen.’

‘Mag het regenen? Absoluut, dan bijten de vissen soms beter. En we vissen ook ’s nachts, daarom hebben we beetverklikkers. Dan gaat er een alarm af terwijl je in je tent ligt. We fotograferen dan met een lamp erbij, anders zie je de vis niet goed genoeg. Ook als het vriest, gaan we vissen; daarvoor hebben we verwarming in onze tenten.’

‘De zwaarste vis die ik tot nu toe gevangen heb, woog 18,4 kilo. Wat me aantrekt, is dat je nooit weet wat je bovenhaalt. Een schub- of spiegelkarper, of zelfs een andere vissoort – al is dat laatste niet de bedoeling. Heb ik ooit al karper gegeten? Geenszins. En ik ben het ook niet van plan.’

sabine (45) arbeidster en competitief vastestokvisser, Torhout

‘Het is begonnen met een dom dameswedstrijdje, zo’n veertien jaar geleden, bij een club in Aalbeke. Ik had het nog nooit gedaan en werd prompt derde: dat smaakte naar meer. De bekwaamste mannen gaven me tips en ik werd beter en beter. Ik was drie keer Belgisch kampioen, en ook de jongste jaren ben ik niet meer van het prijzenpodium af geweest. Ik geef het grif toe: ik maak de beste casters (levend aas van verpopte maden, nvdr) van heel Vlaanderen, dat verklaart ook het succes.’

‘Een zondag op de vier is er competitie en dan ben ik daar de hele zaterdag mee bezig, van ’s morgens zes uur tot soms wel een uur of negen ’s avonds, met een kattenbak vol zaagsel. Het punt is dat die verpopte maden precies goed moeten zijn, je moet ze elk uur controleren. Ben je te laat, dan zijn het vliegen geworden, waar geen vis nog naar omkijkt.’

‘Het is een grote financiële inspanning, maar je krijgt er veel voor terug. Al mijn vrienden zijn vissers. Ik zou wel willen dat de overheid meer voor ons deed: ze zouden de waterkanten beter moeten snoeien en beveiligen en ook de toegangswegen tot het water verbeteren.’

Sabine
Sabine© Debby Termonia
Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content