Han Renard

De CVP is nog lang niet uit het dal, ook al krijgt de vernieuwingsoperatie stilaan vorm. Voorts moet er een geschikte opvolger worden gevonden voor aftredend kamerfractieleider Marc Van Peel.

‘Er komen nieuwe structuren, hopelijk nieuwe mensen, misschien een nieuwe naam. So far so good. Ik denk echter dat het overleven van de CVP veel minder afhangt van organisatorische hervormingen of van het aanwerven van amateur-politici, dan wel van het opbouwen of terugvinden van een eigen identiteit en een eigen politiek project.’

Dat schrijft Georges Vilain XIIII, gewezen ambassadeur, chef protocol onder Leo Tindemans en lid van de Brusselse (hoofdstedelijke) CVP-raad, over de vernieuwing van zijn partij. De CVP is het spoor goed bijster. Dat vinden toch veel traditionele aanhangers van de partij. Met groeiende bezorgdheid zien zij hoe voorzitter Stefaan De Clerck probeert de CVP om te vormen tot iets anders. Wat precies, ontgaat hen. Vandaar het wantrouwen. Na de nederlaag bij de parlementsverkiezingen van 1999 belandden de christen-democraten voor het eerst sinds 41 jaar in de oppositie. De Clerck heeft de aartsmoeilijke taak zijn afkalvende partij opnieuw aantrekkelijk te maken voor de kiezer. Veel openlijke tegenstand ontmoet hij niet. Daarvoor is de noodzaak om te vernieuwen te urgent.

CVP, QUO VADIS?

Te weinig inhoud en geen marsrichting, dat is kort samengevat de kritiek op het project van Stefaan De Clerck. Die kritiek komt uit verschillende hoeken: de CVP-jongeren, ACW-baas Theo Rombouts, traditionele CVP-militanten. Voor Pieter De Crem, de burgemeester van Aalter en CVP-parlementslid, is die kritiek al te gemakkelijk: ‘Stel je het omgekeerde voor: we pakken uit met een ongelooflijk nieuw programma. Hadden de critici dan niet gevraagd, hoe ga je dit uitvoeren? Onze structuren zijn verouderd. Bovendien, in de uiteindelijke versie van zijn plan heeft Stefaan De Clerck heel wat meer vlees aan het skelet gehangen.’

Toch blijft de indruk dat de verwarring in de partij niet afneemt. Weg met de standen of niet? Vernieuwen of herstellen? CDV of CVP? Centrum-links of centrum-rechts? Het maakt natuurlijk een verschil hoe je er tegenaan kijkt. Het Ieperse parlementslid Yves Leterme noemt verwarring ‘de rijkdom van het debat’ en vindt dat een volwassen partij ‘ruimte heeft voor dissidente meningen’.

Het plan van De Clerck werd door de partijraad evenwel unaniem aanvaard. Dat hoeft nog geen massale bijval te betekenen, vindt oud-ambassadeur Vilain XIIII. ‘Het plan van De Clerck is ondoordacht. Er komt geen reactie op omdat het in feite niet veel soeps is. Ik krijg steunbetuigingen van een aantal ex-boegbeelden van de CVP. Maar ze steken hun nek niet uit, dat is heel jammer.’ Wat Pieter De Crem dan weer danig irriteert: ‘Die mensen konden tegen stemmen. Je hebt altijd pissers in de marge. Iedereen had de kans iets te zeggen op de partijraad. Dat is niet gebeurd. Dus nu is het plan er gewoon.’

En dat plan kan alleen slagen als het niet van binnenuit wordt getorpedeerd. Voorlopig bestaat daar weinig vrees voor, iedereen zit in hetzelfde zinkende schuitje. De Crem: ‘Er is geen marge voor een actie voetje lichten’ en Leterme: ‘Niemand kan een beschuldigende vinger uitsteken. Noch de CVP-jongeren, noch wie dan ook in de partij, heeft nu het recht te zeggen dat de dingen niet goed lopen of dat iemand zijn werk niet doet. Om het met Charles de Gaulle te zeggen: “Le CVP, c’est nous.”

WIE IS DE CVP?

Alleen, wie is ‘wij’? ‘Je bent geen centrumpartij omdat je dat zelf zegt, net zomin als je vandaag een volkspartij bent omdat je er vroeger ook een was’, aldus De Crem. ‘ Yesterday’s party met yesterday’s men, of men dat nu leuk vindt of niet, is doorgespoeld.’ In tien jaar tijd verloor de CVP de helft van haar achterban. Wat misliep, was dat de CVP met het besturen en de macht vergroeid was. De partij had geen aantrekkingskracht meer. De CVP was de grijze muis. Bestuurskwaliteiten, dat wel, maar al te bereid de wijn te versnijden tot haar oorspronkelijke standpunt erin verdween. Leterme: ‘Het cruciale probleem van de voorbije veertig jaar is dat we door de machtsuitoefening telkens opnieuw compromissen moesten sluiten waardoor de mensen ons tenslotte niet meer herkenden.’

En de partij was ook een beetje arrogant geworden. Ze was het gesprek met de kiezer vergeten, dacht dat besturen zonder de CVP een politieke contradictie was. En ook de maatschappij veranderde. Partijtrouw is een uitstervende deugd. Service, niet ideologie bepaalt nu de keuze voor dit of dat ziekenfonds. De organische doorstroming van christelijke organisaties naar de moederpartij is niet langer vanzelfsprekend. Traditionele kiezers haken af en er komen er nauwelijks nieuwe bij.

De Crem: ‘We zitten op onze bodemkoers, ook al is het echte sociologische minimum van een partij altijd nul. Wij hebben veertig jaar meegewerkt aan het scheppen van materiële welvaart, maar intussen veel kiezers verloren. Daarom moet de CVP nu een grote bocht maken naar de verdediging van immateriële waarden, zoals veiligheid, verbondenheid enzovoort.’

Nu het partijprogramma ‘hertaald’ wordt en de vraag ‘waarheen met de CVP’ een duidelijk antwoord vergt, beginnen de verschillende facties in de CVP, waarvan de partij de synthese beweert te zijn, zich te roeren. Het incident over de tot asielcentra geconverteerde vakantiecentra illustreert dat. De bitse reactie van het ACW op het vroegtijdige uitlekken van die informatie trilt in de partijgelederen nog na. Dat effect werd nog versterkt door de kersthomilie van kardinaal Godfried Danneels, die als een steunbetuiging aan het asielbeleid van de regering werd geïnterpreteerd: ‘Ik hoef u niet te verhelen dat wanneer een morele autoriteit als kardinaal Danneels dergelijke uitspraken doet, dit hard aankomt’, aldus Leterme.

Links-rechtsdiscussies zijn aan de CVP, als centrumpartij, zogenaamd niet besteed. Toch tekenen zich in de partij steeds duidelijker centrum-linkse en centrum-rechtse kampen af. Yves Leterme verdedigt de centrumpositie van de CVP: ‘We moeten een typisch Vlaamse christen-democratie uitbouwen. Sommige mensen in mijn partij vinden dat je onvermijdelijk links of rechts positie zult moeten innemen op het Europese schaakbord. Ik denk dat dit met ons hyperproportionele kiesstelsel een vals debat is. In Vlaanderen is ruimte voor een partij die deze tegenstelling overstijgt.’

Ook De Crem ontwijkt liever de links-rechtsvraag: ‘De tegenstellingen liggen niet bij het electoraat, maar wel bij de top en subtop van de partij, waar een aantal mensen uit belangenorganisaties, die de CVP als verlengstuk van hun eigen ambities zagen, de lakens uitdelen.’ Anderzijds kun je de discussie niet zo gemakkelijk terzijde schuiven, zeker als je met De Crem gelooft dat ‘politiek tweestromenland’ eraan komt. Ook in Nederland en Duitsland heb je proportionele kiessystemen; het heeft een links-rechtspolarisatie niet tegengehouden. De CVP zal moeten uitkijken dat ze in toekomstig tweestromenland niet wordt weggedrukt.

Inhoudelijk moet de partij zich onderscheiden van de andere door resoluut waarden te verdedigen. Leterme: ‘Dat gaat over authentieke vrijheid, verbondenheid, het middenveld. We hebben veel te lang gepraat over zaken als de loonnorm. We moeten weg uit dat ambtelijk jargon.’ Daartoe is het heel belangrijk de christen-democratische kernideeën in mensentaal om te zetten. Wat voorlopig (nog) niet het geval is. De Crem: ‘Als ik over personalisme spreek, denkt iedereen dat ik het over egoïsme heb. Als ik over solidariteit spreek, denken de mensen dat ze op een vergadering van de socialisten zitten. Als ik het heb over rentmeesterschap denkt iedereen dat ik van de Boerenbond ben en het over een pachtovereenkomst gaat. En als ik subsidiariteit ter sprake breng, vragen de mensen waar de subsidies worden uitbetaald.’

De operatie-De Clerck moet afgerond zijn voor de parlementsverkiezingen in 2003. En intussen zegt de CVP schietgebedjes opdat paars-groen de volle regeringstermijn zou uitzitten. Want dat is vooralsnog de beste waarborg voor het herstel van de CVP.

‘ONTSTANDEN’ EN NIEUWE KIEZERS

‘Ontstanden’ is na ‘midden de mensen’ de tweede taalkundige miskleun die de CVP-vernieuwingsoperatie tot nu heeft opgeleverd. Het loslaten van de standen, want daarover gaat het, is een conditio sine qua non voor de vernieuwers. Vilain XIIII ziet dat anders: ‘De zogenaamde nieuwe politieke cultuur heeft begrippen als dienstbetoon en standenstructuur verketterd. Mijns inziens een beetje ondoordacht. De PSC heeft ook de standen willen vergeten. Ze is nu een kleine minderheidspartij geworden, niettegenstaande het feit dat de christelijke vakbonden, ziekenfondsen, scholen en jeugdbewegingen de sterkste van Wallonië gebleven zijn.’

Maar voor de vernieuwers is de band met de verschrompelde zusterpartij een heel dun draadje geworden. Veel heil valt uit die hoek niet te verwachten. En zij weten ook dat een moderne partij met leden werkt. ‘Na 55 jaar wordt de CVP wat de stichters voor ogen hadden: een gedeconfessionaliseerde ledenpartij. Door vast te houden aan de standen heeft de CVP sinds 1980 elf parlementsverkiezingen op rij verloren’, zegt De Crem.

Het is niet omdat de band met de standen verzwakt dat het middenveld wordt gedesavoueerd. Dat speelt juist een cruciale rol in de christen-democratische vernieuwingsdoctrine. Alleen hebben de grote sociale organisaties het een beetje verkorven, omdat zij er om verschillende redenen niet meer in slagen actuele maatschappelijke problemen te detecteren en aan de politieke vrienden te signaleren. En dus trekken ze geen nieuwe kiezers aan voor de partij. Leterme: ‘Er is veel meer directe dialoog nodig met de mensen. Van de tien recentste maatschappelijke problemen in mijn streek zijn er hooguit twee aangekaart door het klassieke eigen middenveld.’

Leterme vindt de hele kwestie van ‘ontstanding’ evenwel een ‘ non issue van de eerste orde’, het gebeurt hoe dan ook. Voor Pieter De Crem is het echter een hot issue, want als Theo Rombouts een CVP-mandataris een onverantwoordelijk politicus noemt, krijgen sommige CVP-collega’s toch last van ademnood. Zo’n vaart hoeft die ‘ontstanding’ nu ook niet te lopen. De Crem: ‘Bepaalde dossiers zijn kanteldossiers, dossiers waarin je kleur moet bekennen. Het asieldossier is er zo eentje. In tien dagen tijd is de ontstanding, door het asieldossier, in een stroomversnelling gekomen. Maar dat is precies waar onze stichters van droomden. En ja, scheiden doet lijden.’

DE TAAK VAN DE OPPOSITIE

‘Vallen en opstaan’, zo typeert Leterme het eerste jaar van de oppositiekuur. Over hoe de oppositierol moet worden ingevuld, doen verschillende opvattingen de ronde: de frontale aanval, à la De Crem, op het randje van de demagogie, of opbouwende kritiek – de CVP is toch een verantwoordelijke partij – met als risico dat de journalisten vergeten dat er nog democratische oppositielieden rondlopen. De Crem: ‘ The duty of the opposition is to oppose. Tot nu toe waren we een oppositiepartij met een imagoprobleem. Daarnaast moeten we ook een alternatief zijn voor de ontgoochelde coalitiekiezers en vechten tegen de antipolitiek.’

De CVP heeft het echter moeilijk om te midden van de kakofonie van meningen waarin de meerderheid grossiert, zelf ook wat media-aandacht te krijgen. Leterme: ‘Ik ben te jong om me daaraan te ergeren, maar het frustreert sommige collega’s. De afstand tussen de publieke perceptie van de regering en de werkelijkheid is nog nooit zo groot geweest.’ De Crem: ‘Er is een nieuwe intellectuele orde waarin alles wat paars-groen doet goed is. Ik vind dit gevaarlijk. Het is eigenlijk niet meer oorbaar om oppositie te voeren.’

Maar wel opvallend, net als partijgenoot Jean-Luc Dehaene, kan Yves Leterme zijn bewondering voor Johan Vande Lanotte (SP) maar met moeite verbergen. Vande Lanotte, die na de perslekken van De Crem zei nooit meer met de CVP te willen regeren, wordt door andere CVP’ers doodgeknuffeld. Het brengt De Crem niet van zijn à propos: ‘Tobback zei in de jaren ’80 ook dat de CVP een kwal en Wilfried Martens Caligula was. Tussen 1988 en 1991 hebben ze toch samen in een kabinet gezeten. Niet de CVP maar de VLD moet zich zorgen maken. Het betekent namelijk dat de SP eraan dacht ooit weer met de CVP een coalitie te maken.’

POST VAN PEEL

Huidig kamerfractieleider Marc Van Peel kondigt deze week officieel zijn vertrek aan naar het Antwerpse schepencollege. Daarna kiezen de 22 leden van de CVP-fractie uit de kandidaat-opvolgers een nieuwe leider. Het is een belangrijke functie, wie wint, wordt het gezicht van de CVP-oppositie. Yves Leterme wordt in de pers getipt als de grote kanshebber. Hij heeft een gematigde ACW-signatuur, maar heeft tegelijk een goede verstandhouding met de broers Van Rompuy, die tot de conservatieve CVP-vleugel worden gerekend. Een compromisfiguur dus, precies wat de partij nodig heeft. Daarenboven zou hij de favoriet zijn van de voorzitter, niet het minst omdat hij met zijn gematigde temperament De Clerck minder voor de voeten zou lopen dan de flamboyante Van Peel.

Leterme ontkent: ‘Ik ben er zeker van dat indien ik ooit het vertrouwen krijg van de fractie, dit niets te maken heeft mijn ‘ACW- signatuur.’ Dat ik om die reden een goede kans zou maken, vind ik eerlijk gezegd een beetje beledigend. De fractie zal haar keuze baseren op volstrekt andere argumenten dan standsaanhorigheid.’

Ook Pieter De Crem zal zich kandidaat stellen. Maar die heeft zijn kansen wellicht al verknoeid. Hij is te hard van stapel gelopen in het asieldossier. De Crem is het daar niet mee eens: ‘Mijn beweegreden was het falende asielbeleid van de regering aan de kaak stellen. Daar is niets onverantwoordelijks aan. Ik was bovendien gedekt door de hele partij. De kritiek van het ACW raakt mij niet, omdat ik als politicus mijn werk heb gedaan. Ik was bovendien een pars pro toto. Als de kwalificatie onverantwoordelijk voor mij geldt, geldt ze eigenlijk voor de hele partij.’

De Crem belijdt zijn ambities te openlijk en wil politiek te gemakkelijk scoren, vinden zijn critici. Dat maakt hem geen geschikte kandidaat voor het fractieleiderschap. De betrokkene: ‘Het belangrijkste is dat iemand van de jongere generatie fractieleider wordt. En wat die ambities betreft: ik ben atypisch in mijn partij omdat ik nooit tot het establishment heb behoord. Vleierij is niet aan mij besteed. Dat hoeft ook niet, ik ben gelegitimeerd door mijn kiezers. Ik ben al een half leven lid van de CVP, dus ik denk dat ik af en toe recht van spreken heb.’

Han Renard

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content