Het SARS-virus en de oorlog in Irak leggen

hele regio’s lam voor de reissector. Ook de luchtvaartmaatschappijen lopen deuken op.

‘We waren net uit het diepe dal geklommen, toen het allemaal begon’, zegt David Henderson van de Association of European Airlines. ‘De Europese luchtvaartmaatschappijen legden net weer de verkeerscijfers voor van vóór 11 september 2001.’

Toen was het vooral het vliegverkeer naar Amerika dat het zwaarst getroffen was. Nu tellen in de eerste plaats de vluchten naar het Midden-Oosten veel minder passagiers. In de week na de aanvang van de oorlog in Irak vielen de cijfers voor de Europese maatschappijen op die bestemmingen terug met 52,5 procent. De week nadien bedroeg de terugval nog 45,5 procent. Voor het globale internationale verkeer deed zich een daling voor van 10,4 procent. Het Verre Oosten verloor 10,1 procent.

De luchtvaartmaatschappijen bloeden, en dat is niet nieuw. In achttien maanden tijd, tussen 11 september 2001 en het begin van de Iraakse oorlog (20 maart), transporteerden de grote Europese maatschappijen 15 procent – 75 miljoen passagiers – minder dan ze onder normale groeiomstandigheden zouden hebben binnengehaald. ‘Toch bereikten de Europese maatschappijen gemiddeld genomen een break-even‘, weet Henderson. ‘Het aantal vluchten bleef behouden, maar ze losten de dalingen op door te vliegen met kleinere toestellen.’

De markt van de touroperators ondervindt weinig hinder van de problemen in de luchtvaart. ‘We werken uitsluitend met chartervluchten’, zegt Hans Vanhaelemeesch van Jetair-TUI België. ‘We huren volledige vliegtuigen af en zorgen ervoor dat alle stoelen worden verkocht.’

Waar de touroperators de crisis wél voelen, is in de boekingen van hun tot voor kort nog populairste bestemmingen: Egypte en Turkije. Vanhaelemeesch: ‘Het boekingsseizoen was snel gestart. Vooral Turkije kende veel succes. Toen de oorlog begon, gingen de cijfers achteruit in vergelijking met vorig jaar. Maar zodra Bagdad gevallen was, nam de belangstelling meteen weer lichtjes toe.’

Van het SARS-virus ondervinden de grote touroperators minder hinder. ‘Het aantal reizen naar Azië lag onder invloed van de algemene economische situatie sowieso lager dan het jaar voordien. Bovendien bieden we weinig reizen naar Azië aan’, aldus Vanhaelemeesch.

De toeristische industrie in haar geheel heeft wel te lijden onder de SARS-epidemie. ‘Gecombineerd met de crisis rond Irak lijdt ze zware verliezen’, zegt Piet Vintevogel van de Belgische Federatie voor Toeristische Industrie. ‘De toestand is dermate ernstig dat touroperators en reisagenten de twee elementen kunnen aanvoeren om van de overheid steunmaatregelen te verkrijgen. Onder bepaalde voorwaarden kunnen ze tijdelijke werkloosheid aanvragen wegens overmacht.’ Een maatregel die ook na 11 september 2001 werd getroffen.

In België is vooral het inkomende toerisme zwaar getroffen. De Federatie van de Belgische Autobus- en Autocarondernemers spreekt van een daling van 40 procent, wat betreft de opdrachten voor Amerikaanse of Aziatische reisorganisatoren. Na 11 september, in de tweede helft van 2001 en in 2002, boekte de sector al een verlies in het receptieve toerisme van 30 procent, of 45 miljoen euro.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content