Karel De Gucht en Dirk Sterckx schreven een boek over het onderwerp waarover ook Frank Vandenbroucke zijn hoofd brak in Oxford.

De CVP zegt af te willen van de “rood-groene betutteling”. Het is méér dan een electoraal nummertje. Er schuilt een gestage ideologische verschuiving achter. Een roep naar “liberalisering” in de niet-partijpolitieke betekenis. Almaar meer christen-democraten knikten de jongste jaren stilzwijgend mee toen de liberale oppositie klaagde over regelneverij in het sociaal verkeer, verstikking van het economische klimaat.

Maar ze verbeten hun kritiek, om andere dan ideologische redenen: een krappe meerderheid, een contract voor de Maastrichtnorm en de Europese Muntunie en de autoriteit van Jean-Luc Dehaene. Sinds die laatste opnieuw meer CVP’er dan premier is, komt hij graag met meer “liberale” ideeën op de proppen.

HONDEN AAN DE LEIBAND

In de stroom aan verkiezingsboekjes zoek je vruchteloos naar de ideologische grondtoon achter bovenstaande discussie (en de verkiezingen). Het essay-brievenboek van VLD’ers Karel De Gucht en Dirk Sterckx, “Er zijn geen eilanden meer”, vormt daarop een uitzondering. Het is een écht boek en uitgever Leo De Haes had zijn auteurs dan ook gesmeekt om de publicatie uit te stellen tot na de verkiezingen. Verloren gezegd.

Het boek heeft als ondertitel: “over democratie, vrijheid en mensenrechten”. De middelste term is evenwel het leidmotief. Want het is niet alleen in de economie, maar ook bijvoorbeeld in de democratie zelf, dat de auteurs geloven dat je de kwaliteit verbetert door het individuele handelen op een verstandige manier vrij te laten, veeleer dan door het aan al te veel dwingende en “corrigerende” regels te onderwerpen.

De Gucht: “Christen-democraten en socialisten wantrouwen de vrijheid en lopen constant met de vraag of men er wel vertrouwen in kan hebben dat de mens zijn vrijheid niet zal misbruiken. Zij lopen met de mensen rond zoals het baasje met zijn hond, aan de leiband.” Zelfs al is het dan een moderne, uitschuifbare leiband.

De Gucht is niet blind voor de moeilijke evenwichtsoefening tussen vrijheid en verantwoordelijkheid, maar het vertrouwen in het eerste primeert. Het leidt tot passages waarop critici van het liberalisme moeiteloos hun gram kunnen halen. Zo gelooft De Gucht dat “onaanvaardbare” uitwassen van de mondiale vrijemarkteconomie, zoals het gebrek aan sociale bescherming, vlugger zullen verdwijnen door “de realiteit van de economische groei” dan door internationale sociale clausules.

Met veel instemming citeert De Gucht wijlen Frans Grootjans die op zijn beurt de Nederlandse liberaal P.J. Oud aanhaalde: “De socialisten zien de vrijheid als doel aan het einde van de weg. Zij zien haar niet als middel. Zij achten het volkomen geoorloofd het doel te bereiken langs de weg van de dwang. Zij aanvaarden daarmee het grote risico dat aan het einde van de weg, in plaats van de vrijheid, de dwingelandij zal blijken te staan.” Bij wijze van contrast met het liberalisme houdt De Gucht de lezers het gelijkheidsdenken van Frank Vandenbroucke voor.

DE VIJAND VAN DE VRIJHEID

In 1995 deed Tobback de liberale waarheid geweld aan door er bij de kiezer het beeld van Guy Verhofstadt als “asociale” butcher in te stampen. Met succes. Alles wijst erop dat CVP en VLD vandaag de SP willen brandmerken als vijand van de vrijheid. De CVP doet dat met het verhaal van de “rood-groene betutteling”. De VLD doet dat opvallend (nog?) niet. Maar ook het niet electoraal en dus evenmin polemisch bedoelde beeld dat De Gucht en Sterckx schetsen van het socialisme grenst soms aan het karikaturale.

De SP is tijdens de tien jaren in de regering in versneld tempo afgestapt van collectivisme of etatisme, en heeft daaraan ook zijn ideologisch programma aangepast. Ook de notie “gelijkheid” is vervangen door “gelijkwaardigheid”.

Een anekdote ter zake. In het zeer lovende juryverslag dat Frank Vandenbroucke uit Oxford meekreeg na de verdediging van zijn doctoraat, stond één kritisch zinnetje. De proffen vonden dat Vandenbroucke te veel vertrouwen stelde in de civieke burgerzin. Dat hij er te veel op rekende dat burgers, als ze maar inzien dat het algemeen belang ook eigenbelang betekent, zich wel vanzelf aan regeltjes zullen houden. “What reason would one person have to sanction another person who breaks such a rule, given that both might benefit from disregarding therule?”

Schrijft De Gucht over Vandenbroucke: “Hij is te vroeg teruggekomen van Oxford, want hij was op de goede weg.”

Met Fukuyama en de NPC-retoriek van “het algemeen belang” was het al lang geleden dat de kracht van de ideologie, als “verschilmaker”, nog eens zo scherp werd gesteld als in dit boek. Toch vanuit liberale hoek. Het nodigt uit tot een even scherpe dialoog. Liberalen of socialisten, wie gelooft te veel of te weinig in de “(zelf)maakbaarheid” van de samenleving? Hoeveel gelijkheid kun je opleggen zonder het verantwoordelijkheidsgevoel te verstikken? En moet je al dan niet optreden, en hoe, als de één vrijer/gelijker wordt dan de ander?

Het zijn allemaal ideologische kwesties die dezer dagen tegen de kakofonische achtergrond van electorale kermisgeluiden doorklinken in de campagne die zogezegd mat zou zijn.

Karel De Gucht en Dirk Sterckx, “Er zijn geen eilanden meer”, Met foto’s van Johan Swinnen, Houtekiet, Antwerpen-Baarn, 160 p., 690 fr.

F.R.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content