De Spaanse tennissers nemen het in Barcelona tegen titelverdediger Australië op en strijden voor een eerste overwinning in de Davis Cup.

Volgend weekend staan voor een keertje niet FC Barcelona en Nou Camp in het centrum van de Catalaanse en bij uitbreiding Spaanse belangstelling. Een paar kilometer verderop, op de heuvel van Montjuich in het Palau San Jordi, speelt de Nationale mannentennisploeg immers voor het eerst sinds 1967 de finale van de Davis Cup. En nog nooit in de ruim honderdjarige geschiedenis van die landencompetitie was de kans op Spaans succes zo groot.

De Spanjaarden walsten de voorbije twaalf maanden alle concurrentie plat. Het begon in februari toen Italië belachelijk werd gemaakt. In april ging Rusland met Kafelnikov en Safin voor de bijl en in juli onderging Amerika de complete vernedering. Net na Wimbledon en zonder de geblesseerden Sampras en Agassi verloor het team van John McEnroe met 5-0 in Santander. Het Amerikaanse debacle bleef niet zonder gevolgen. McEnroe nam twee weken geleden ontslag als kapitein van het team USA. De meest legendarische Davis Cup-tennisser ooit bleef gefrustreerd achter nadat hij zijn topspelers niet tot compleet engagement had kunnen bewegen. McEnroe vindt, net als Sampras en Agassi, de formule met vier competitieweekends over een heel jaar gespreid overigens te belastend en achterhaald. Hij pleit voor een systeem met minder topploegen en een tornooi dat in één week afgewerkt wordt. De Internationale Tennisfederatie heeft de suggestie van McEnroe genoteerd, maar overweegt pas een wijziging vanaf 2002.

Dat alles maakte dus niet de rekening van de Spanjaarden die vanaf vrijdag op hun geliefkoosde gravel en voor telkens 17.000 toeschouwers voor de ultieme bekroning kunnen gaan strijden.

Het valt op dat de Spanjaarden, al 16 jaar in de wereldgroep die de topklasse is, nog maar zelden voor de titel in aanmerking kwamen. De jongste tien, vijftien jaar draaien immers telkens een tiental Spaanse tennissers vlot in de top-100 mee. Maar Sergi Bruguera, Alberto Berasategui, Emilio Sanchez en Sergio Casal waren te beperkt in hun mogelijkheden. Telkens de Spanjaarden een uitwedstrijd moesten spelen, was het liedje uit. De tegenstanders brachten de gravelspecialisten met hun keuze voor snelle banen vlot uit balans. De nieuwste lichting Spaanse tennissers is veelzijdiger. De allround successen van Corretja, Moya, Ferrero en Albert Costa hebben veel te maken met de bouw van indoor- en hardcourtbanen in Barcelona en elders in Spanje. Dit jaar werden de Spanjaarden dan ook nog eens gediend door de loting die vier thuismatchen op rij bracht.

SCHOON SCHIP

Voor de wedstrijd tegen Australië doet coach José Duarte een beroep op het viertal Corretja, Costa, Ferrero en dubbelspecialist Balcells. Carlos Moya – vorig jaar nog even nummer één op de wereldranglijst, maar dit seizoen te veel door blessures en ziektes geplaagd – werd niet geselecteerd.

De Spaanse spelers maakten begin dit jaar, na de ontgoochelingen van de voorbije seizoenen, schoon schip. Ze bedankten coach en verpersoonlijking van de Davis Cup in Spanje Manolo Santana en gingen met een trainerscollectief werken. Elke geselecteerde speler brengt zijn persoonlijke coach mee en die zit op basis van een beurtrol op de coachesbank. Omdat Alex Corretja momenteel de voorman van de Spaanse armada is, mag zijn coach José Duarte met algemene instemming de ploeg leiden. Corretja vertolkt het verlangen van het kwartet naar de titel: ‘We dromen met z’n allen van de overwinning, gewoon al omdat we er nog nooit in geslaagd zijn om de Davis Cup te veroveren. Tennis is erg belangrijk in Spanje. We voelen de steun van een hele natie. We zijn ook echt een vriendengroep. Mijn coach en Albert Costa zijn mijn beste vrienden. Het zijn eigenlijk broers, Juan Carlos Ferrero is een geweldige aanwinst voor de ploeg. We trainen samen en vormen een hecht blok. Dat is onze grote sterkte.’

De Australiërs hebben een Davis-Cupgeschiedenis om u tegen te zeggen. Op de ranglijst staan ze op de tweede plaats na de VS. De Amerikanen wonnen de zilveren slakom al 31 keer, de Australiërs staan op 27 na hun overwinning vorig jaar in Nice tegen Frankrijk. Echt veel problemen om naar de finale door te stoten, hadden de Australiërs niet. In de eerste ronde was Zwitserland met Rosset en Federer een maat te klein. In de telkens thuis gespeelde kwart- en halve finale gleden Duitsland en Brazilië op het gras onderuit.

Voor zijn laatste ontmoeting als kapitein koos John Newcombe voor het viertal Hewitt, Rafter, Woodforde en Stolle. Mark Phillipousis, de nummer 11 van de wereld, liet het afweten. Phillipousis heeft al een paar jaar een haat-liefdeverhouding met het Australische team. Vorig jaar in december was hij in Nice nog de spelbepalende figuur door zijn twee overwinningen in het enkelspel tegen Grosjean en Pioline en werd hij door Newcombe geknuffeld als nooit tevoren. Een paar maanden later liet Phillipousis tot ergernis van de ploegmaats Rafter en Hewitt weten dat de Davis Cup niet op zijn prioriteitenlijstje stond en dat hij niet aan de competitie wenste deel te nemen.

KWALITEITSVERSCHIL

Toen de scud (de kruisraket – Phillipousis’ bijnaam wegens zijn harde opslagen) het in de zomer ook voor de halve finale liet afweten, verzuurde de relatie met Newcombe compleet. Pat Rafter liet weten dat Phillipousis vanaf nu maar beter weg kon blijven. Tijdens de Olympische Spelen in Sydney werd het conflict uitgepraat, maar Phillipousis zal – ook niet als toeschouwer – naar Barcelona reizen. Voor Newcombe is het wegblijven van Phillipousis een aderlating. Phillipousis is met voorsprong de beste Australische gravelspeler. Rafter en Hewitt voelen zich veel minder op hun gemak op gemalen baksteen.

Ook al niet in het voordeel van de Australiërs is het afhaken van Todd Woodbridge voor de finale. Dubbelspeler Woodbridge, met Mark Woodforde jarenlang zo goed als onklopbaar, blijft in eigen land om zijn vrouw bij te staan bij de bevalling van hun kind. De afscheidnemende Mark Woodforde vormt nu een duo met Sandon Stolle, zoon van ex-topspeler Fred Stolle.

Het ontegensprekelijke kwaliteitsverschil met de Spanjaarden zullen de Australiërs met hun ongebreidelde inzet en enthousiasme moeten goedmaken.

Serve- en volleyspecialist Pat Rafter lijkt gelukkig van zijn schouderproblemen verlost en Hewitt leek in Lissabon niet al te veel hinder van zijn mysterieuze virus te ondervinden. Hewitt wil dan ook echt de 28ste Cup naar Australië meenemen: ‘Davis-Cupwinst was dit jaar mijn eerste doel. Op 8 december wil ik in topvorm zijn en mijn eerste enkelpartij winnen. Deze ontmoeting wordt bijzonder, tegen de uiterst gemotiveerde Spanjaarden op gravel en op verplaatsing. We hangen al weken elke dag aan de telefoon om over de aanpak te spreken. De hele ploeg was op stage in Marbella om optimaal voorbereid aan de start te komen. We moeten onze coaches Newcombe en Roche een schitterend afscheid geven en hun opvolgers Fitzgerald en Masur passend verwelkomen. Zij hebben de voorbije jaren allemaal al zoveel voor elk van ons gedaan. Ze verdienen niets minder dan de overwinning.’

Dirk Gerlo

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content