Koen Meulenaere
Koen Meulenaere Van 1991 tot 2012 de satiricus van Knack

In de Kroonraad van Knack geven vooraanstaande politici hun opinie over de actualiteit. Deze week Mark Eyskens over de Nederlandse verkiezingen, 18 mei, het Waalse staal, en de oorlog tegen Irak.

n Mijnheer Eyskens, voor de tweede keer in minder dan een jaar tijd zorgen de Nederlandse verkiezingen voor een politieke aardverschuiving. Deze keer wint de PvdA negentien zetels.

MARK EYSKENS: Laten we zeggen dat de breuken van de vorige aardschok weer hersteld zijn, met een hergroepering rond christen-democraten en socialisten. Het experiment Pim Fortuyn is als een soufflé in elkaar gestort, maar de leiders van de traditionele partijen, Jan Peter Balkenende en Wouter Bos, hebben toch voor een deel de methodes van Fortuyn overgenomen. De campagne was ultragemediatiseerd met veel showelementen. Het is een soort amerikanisering ex-post die zich meester maakt van de Europese politiek, naarmate de ideologische verschillen in de ruime middenmoot van het politieke spectrum afnemen.

Ongeveer zeventig procent van de kiezers staan achter een gematigd centrumprogramma, met kleine accenten naar links of rechts. Ik heb al vaker gezegd dat liberalen niet langer voorstander zijn van vrijheid maar van vrijerheid, en socialisten niet langer van gelijkheid maar van gelijkerheid. Het verschil daartussen is niet zo groot en de kiezers laten zich nu vooral lokken door leidersfiguren of mensen die goed overkomen. Iemand met een openstaande kraag, of zoals in Nederland oneerbiedig wordt gezegd: iemand met een goed ogend achterste. Ik durf die gedachte niet transponeren naar de Belgische politiek. De Nederlandse verkiezingen illustreren een evolutie die vragen oproept over de maturiteit van onze democratie.

Als de televisie zo overheersend is, bepalen de televisiemakers dan wie populair wordt en aan de macht komt?

EYSKENS: Tot op grote hoogte wel. Een mooie jonge vrouw heeft een voorsprong op een bedaagde oudere man, waarbij ik aan niemand specifiek denk. En wat gezegd wordt, is minder belangrijk dan hoe het gezegd wordt. De oneliners, de gevatte uitdrukkingen, de scherpe uitvallen en de zogenaamd historische woorden krijgen een veel grotere impact dan ze verdienen. Voor de oplossing van belangrijke maatschappelijke problemen is dat beroerd, want het leidt tot een oppervlakkig politiek debat. De nieuwe debatcultuur is noch debat noch cultuur, het is quatsch.

Acht u het mogelijk dat bij ons een partij negentien zetels wint?

EYSKENS: Het Vlaams Blok heeft zijn doorbraak al gehad op de beruchte zwarte zondag van 1991. En verder denk ik dat de verschuivingen op 18 mei gering zullen zijn. Mijn aanvoelen is dat de christen-democraten opnieuw de wind in de zeilen hebben en het, Balkenende achterna, ook in Vlaanderen goed zullen doen. Twee of drie zetels winst kunnen van CD&V opnieuw de grootste partij maken. De VLD krijgt tegenwind, onder andere met het opstappen van Ward Beysen, veel intern gerommel en onenigheid binnen de regering. Een wet in de Belgische politiek zegt dat een centrum- of centrumrechtse partij die regeert met de socialisten altijd verliest bij de volgende verkiezingen. Wij hebben dat met de CVP drie, vier keer meegemaakt, de VLD zou hetzelfde kunnen ervaren.

Ik wil in een ernstige kroniek als ‘De Kroonraad’ niet aan partijpolemiek doen, maar ik wil toch opmerken dat de VLD de bal heeft misgeslagen met haar op zichzelf eerbiedwaardige ambitie om een volkspartij te maken. Een volkspartij maken, betekent niet dat je hier en daar wat politieke drenkelingen oppikt en te drogen legt in je eigen partij, waar ze dan blijven spartelen met trekjes van contestatie en buitenissigheid. Tot grote ontsteltenis van de trouwe partijleden. Dat is in de VLD al vier jaar gaande. Een volkspartij steunt en stoelt op de grote socio-economische organisaties.

De CVP heeft dat jarenlang gedaan, met steun van ACW, de christelijke middenstand, de Boerenbond, de christelijke werkgevers, en ik voeg daar vandaag aan toe: de christelijke ziekenfondsen en het christelijk onderwijs. Guy Verhofstadt heeft vanuit de oppositie verdienstelijke ideologische manifesten geschreven waarin hij de zuilen heeft verheven tot de pijlers van de collectieve decadentie. Die redenering van Verhofstadt heeft eind jaren tachtig, begin jaren negentig een zeker succes gekend en ook wij, christen-democraten, hebben gemeend dat we de banden met die zogenaamde drukkingsgroepen losser moesten maken. We moeten nu vaststellen dat dit een vergissing is geweest.

Men mag natuurlijk de macht van de grote organisaties niet laten voorgaan op de politiek. Ze moeten niet drukken, ze moeten steunen. Maar het is via nauwe contacten met die organisaties dat de politiek de verbondenheid met de mensen moet smeden. Dat netwerk hebben de liberalen nog steeds niet en ze zullen het nooit echt krijgen. Wil CD&V, waarbij de ‘V’ voor mij niet enkel voor ‘Vlaams’ maar ook voor ‘Volks’ staat, een volkspartij blijven of opnieuw in grotere mate worden, dan is het herstellen van de band met de christelijke groepen een essentiële voorwaarde.

Is het voor de CD&V niet van levensbelang dat Jean-Luc Dehaene in het strijdperk stapt? ‘Dehaene of Verhofstadt’ is een heel andere keuze dan ‘De Clerck of Verhofstadt’.

EYSKENS: Wij hebben alle vertrouwen in Stefaan De Clerck, maar toch hoopt de hele partij dat Jean-Luc gehoor geeft aan de smeekbeden. Met Dehaene op een geloofwaardige plaats op een lijst zijn we ongeveer zeker van de overwinning. Want dan wordt het thema: ‘Dehaene komt terug om orde op zaken te stellen.’ Maar als hij toehapt, moet hij na eventuele winst bij de verkiezingen ook opnieuw premier worden. En of hij dat nog wil, moet hij zelf inschatten, want de volgende regering krijgt tal van zware problemen op haar bord.

Of zet hij daarmee zijn Europese ambities op het spel? Volgend jaar wordt een nieuwe Belgische commissaris aangewezen. En binnenkort zijn er twee voorzittersstoelen vacant.

EYSKENS: De waarheid is dat je een topfunctie in Europa maar in de wacht kunt slepen als je lid bent van de Europese Raad van regeringsleiders. Dat weet Dehaene uiteraard ook. En dat dubbele voorzitterschap is maar een voorstel dat nog een lange weg te gaan heeft. Vooraleer het eventueel zover is zijn we vier jaar verder. De Franse minister van Buitenlandse Zaken Dominique de Villepin heeft de naam Verhofstadt laten vallen, maar dat was een wat al te doorzichtige poging om Belgische steun voor het Frans-Duitse plan te verwerven.

De Raad van Bestuur van Arcelor wil geen nieuwe investeringen doen in de hoogovens van Cockerill Sambre. Een nieuwe episode in de ondergang van het Waalse staal?

EYSKENS: Ik hoor hetzelfde verhaal dat ik als betrokken minister vijftien jaar geleden hoorde: overcapaciteit in Europa. Het heeft te maken met de geleidelijke verschuiving van de staalactiviteit naar minder ontwikkelde landen, wat tot de economische logica behoort. Het concurrentievermogen van het Waalse bekken is nog altijd niet optimaal. Ik vermoed dat men met natuurlijke afvloeiingen begonnen is aan een nieuwe fase van afbouw, en dat niet meer zal overblijven dan enkele kleine productie-eenheden in zeer gespecialiseerde staalsoorten. Voor de streek van Luik, waar het de jongste jaren wat beter ging, is dat een zwaar probleem met grote politieke gevolgen. Ook communautaire, want er zal wel hulp komen van de Europese Unie, maar ook de federale overheid van België zullen moeten tussenkomen. Wallonië kan dit alleen niet dragen, en dan zullen aan Vlaamse kant weer eisen voor een verdere staatshervorming op tafel worden gelegd. Dit wordt een acuut dossier voor de volgende regering.

Verliest België niet al te veel sectoren? Zelfs de riolen en de ziekenhuizen worden al aan het buitenland verkocht.

EYSKENS: Dat is een logisch gevolg van het feit dat Europa meer en meer geïntegreerd geraakt, iets waarvoor we zelf hebben gekozen. In de Verenigde Staten stelt niemand zich de vraag of een bedrijf uit Illinois of Californië komt, het zijn Amerikaanse bedrijven. We beleven het ontstaan van grote Europese groepen, waarvoor de oude landsgrenzen al lang niet meer gelden. De Belgische economie is in grote mate een diensteneconomie. Die ontwikkelt zich wel, wat een compensatie is voor het verdwijnen van de industriële economie. Maar we moeten ons realiseren dat ook die diensteneconomie kwetsbaar is, want ze is zeer mobiel. Nu al laten bedrijven hun boekhouding via de computer verrichten in India omdat het daar veel goedkoper is. In de wereldindex van de competitiviteit is België negen plaatsen naar beneden gedonderd. Dat is een onrustwekkende waarschuwing waar de volgende regering niet aan voorbij mag gaan.

De VN-Veiligheidsraad krijgt deze week het verslag van Hans Blix over de wapeninspecties in Irak.

EYSKENS: De Amerikaanse en Britse inlichtingendiensten beschikken over onweerlegbare bewijzen dat Saddam Hoessein beperkte hoeveelheden biologische en chemische massavernietigingswapens heeft. Het probleem is dat hij die bij wijze van spreken in een schoenendoos onder zijn bed kan verbergen. Toch is de aanwezigheid van VN-inspecteurs in Irak nuttig en een reëel alternatief voor de oorlog. Zolang ze ter plekke zijn, vrij talrijk en met groot materieel zoals helikopters, staat het land eigenlijk virtueel onder voogdij. Saddam Hoessein kan niets meer ondernemen. Hij kan zijn oppositie niet aanhouden en afslachten, hij kan geen raketten opstellen, hij kan geen grote troepenbewegingen organiseren, hij is volledig vleugellam.

Ik zou dus zeggen, ook als ik een Amerikaan was: laten we dat voortzetten, drie maanden, zes maanden, een jaar, desnoods nog langer. Dat kost veel minder dan de armada van tweehonderdduizend Amerikaanse soldaten die nu aan de Iraakse grenzen ligt. Ondertussen kan men de oppositie, die wel degelijk bestaat, beter organiseren en financieren, zodat het niet uitgesloten is dat Saddam van binnenuit omver wordt geworpen. Veel Arabische leiders zouden daar trouwens tevreden mee zijn. En als zoiets gebeurt in Irak, kan het ook in Iran. Zo krijgen we misschien een politieke sanering in twee landen die de hand hebben in de financiering en bewapening van de grote terroristische bewegingen in de wereld.

Dan kan ook eindelijk het probleem tussen Israël en Palestina worden aangepakt. Vorige week was gewezen minister van Buitenlandse Zaken Shlomo Ben-Ami nog in Brussel. Hij is een van de belangrijke ‘duiven’ in de Labourpartij. Hij zegt dat een meerderheid van de Israëlische bevolking bereid is om een vredesakkoord met de Palestijnen te sluiten, maar dat geen enkele politicus zich zoiets kan veroorloven als om de week een zelfmoordaanslag plaatsvindt in de straten van Tel Aviv of Jeruzalem. Dat terrorisme moet absoluut ophouden, en dat kan maar als je Irak en Iran op een of andere manier uitschakelt.

Zijn de Amerikaanse militairen te zegezeker?

EYSKENS: Amerikanen die het dossier kennen, houden vol dat ze de klus in Irak in een week klaren. Een jaar geleden stonden de Europeanen ook te roepen dat Afghanistan een tweede Vietnam zou worden, maar in veertien dagen tijd was de Taliban opgeruimd. De Amerikanen zouden een elektronisch wapen hebben ontwikkeld dat door het verwekken van een kolossale hoogspanningsstroom vanuit een onbemande raket alle apparatuur op de grond uitschakelt en het hele land lamlegt. Maar een hybrishouding leidt wel vaker tot onderschatten of negeren van risico’s. Ik zou toch maar opteren voor een voortzetten van de wapeninspecties en zo Saddam onder voogdij plaatsen.

Koen Meulenaere

Mark Eyskens: ‘De nieuwe debatcultuur is noch debat noch cultuur, het is quatsch.’

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content