In ‘De VN-lijn’ verdedigt Rik Van Cauwelaert het standpunt dat als er een keuze dient gemaakt tussen het toevertrouwen van de controle op de wereldorde aan de Verenigde Staten of aan de Verenigde Naties, rekening moet worden gehouden met de vaststelling dat dit laatste instituut reeds in tal van conflictsituaties tekortschoot. Hij suggereert daarbij dat de miljoenen vredesmanifestanten, die recentelijk in verschillende grote steden hun stem lieten horen, gekozen hebben voor de Verenigde Naties en dus onrechtstreeks voor een rechtsorde die faalt in een van haar voornaamste taken. Hij onthult zijn persoonlijke keuze wanneer hij een ex-president van de Verenigde Staten looft omdat die door een kordaat optreden in ex-Joegoslavië bereikte waarin de Verenigde Naties niet slaagden.

Rik Van Cauwelaert stelt het probleem Irak voor als een keuze tussen twee wereldmachten. Hij staat niet stil bij het feit dat het door hem genoemde voorbeeld van het kordate optreden in ex-Joegoslavië er een was van een 78 dagen durend bombardement dat verantwoordelijk bleek voor de grootste massa doden tijdens dit conflict en voor een ecologische ramp van wereldformaat.

Van Cauwelaert ontwijkt de kernvraag, namelijk welke omstandigheden een oorlog toelaatbaar maken. De intentie van de miljoenen vredesmanifestanten is dus aan hem voorbijgegaan. Zij hebben door te betogen niet hun voorkeur voor de Verenigde Naties willen beklemtonen, maar wel hun afkeer tegen een oorlog die gebruikt wordt om een economisch of geopolitiek doel te bereiken zonder dat er sprake is van zelfverdediging tegen externe agressie. Zij hebben tezelfdertijd dus ook laten blijken dat zij niet klakkeloos de indoctrinatiepolitiek aanvaarden van een wereldmacht die op een zeer dubieuze manier ‘bewezen’ heeft dat het haar in de strijd tegen Irak om zelfverdediging te doen is.

Voor Rik Van Cauwelaert echter lijkt het argument dat Irak een land is dat ‘bijeengehouden [wordt] door terreur’, voldoende legitiem voor de op stapel liggende actie. Paradoxaal genoeg is het juist zijn favoriete wereldmacht zélf die in de USA Patriot Act gestipuleerd heeft dat elke handeling gericht op het beïnvloeden van de politiek van een regering door intimidatie of bedreiging, als een daad van terreur moet worden beschouwd. Vanuit dit oogpunt staat kiezen voor de Verenigde Staten dus gelijk met kiezen voor terreur. Wie dit een demagogische redenering vindt, bevestigt daarmee dat de vraagstelling in het artikel ‘De VN-lijn’ niet de juiste is.

Patrick Lacor, Grimbergen.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content