Vijf misverstanden

© GETTY

1. Veel praten over de overledene is de beste manier om het verlies te verwerken.

Iedereen rouwt anders. Voor de ene helpt praten over de overledene, terwijl iemand anders daar geen behoefte aan heeft en bijvoorbeeld meer heeft aan alleen wandelen of een eindje joggen.

2. Je moet het verlies loslaten om verder te kunnen met je leven.

Dat klopt niet en kan in veel gevallen niet. Veel mensen vinden net steun in het geregeld ophalen van herinneringen. Daar is niks mis mee.

3. Als je niet kunt huilen, loopt het fout.

Goed of fout bestaat niet bij rouwverwerking. Sommige mensen huilen makkelijk, andere verbijten de tranen om het verlies draaglijker te maken en huilen niet gauw. Niet huilen betekent niet dat je minder verdriet hebt.

4. Praten tegen een foto of iets vertellen aan een grafsteen is abnormaal.

Wie een dierbare verliest, behoudt vaak een band die helpt om het verlies te verwerken. Die band kan zich uiten in praten tegen de overledene of raad vragen aan de overledene op het kerkhof, een plek waar nabestaanden net verbondenheid voelen.

5. Het maakt niet uit of iemand plots wegvalt of na een langdurige ziekte.

Als iemand sterft na een langdurig ziekbed, is het rouwproces al een tijdje bezig en heb je, zodra de dierbare overleden is, al een stukje van het rouwen afgelegd. De schok van een plots overlijden is groter en heftiger. Bovendien heb je geen afscheid kunnen nemen.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content