De Vlaamse overheid is on line. Met stijl, technisch vernuft en groeiplannen. Wie is de doelgroep ? Wie heeft er wat aan ?

TERWIJL DE MEESTE overheden zich ofwel zo ver mogelijk van het Internet afhouden, ofwel zich een veredelde elektronische folder laten aansmeren, zijn er op dat vlak ook bemoedigende initiatieven. Die tonen aan dat de overheid ook nuttige Internet-projecten kan opzetten. En zich niet noodzakelijk moet verlagen tot digitale onzin, zoals op de site van het Witte Huis. Die bevat, bijvoorbeeld, allerlei wetenswaardigheden over Sox, de kat van de Clintons. Het dier is digitaal ook te bekijken en te beluisteren (jawel, Sox miauwt on line).

De Vlaamse regering opende op 30 september de overkoepelende website van de Vlaamse overheid. Een website is een soort document op het wereldwijde computernetwerk Internet, dat verbindingen bevat naar tal van andere documenten, (bewegende) beelden en geluidsfragmenten. Het Internet kent geen geografische belemmeringen ; een gebruiker merkt doorgaans niet of hij een website in Singapore of in Antwerpen raadpleegt. De Vlaamse overheid kan dus al bestaande websites, zoals die van de Vlaamse universiteiten, de Mina-site en de site van Toerisme Vlaanderen, onderbrengen bij haar koepelsite, zodat de bezoekers slechts één adres dienen te onthouden. Daarvoor moet de Vlaamse regering alleen maar een verbinding leggen met een al bestaande site ; een fluitje van een cent.

Moeilijker is het koppelen van gegevensbanken aan een website. Precies daar zit de waarde van dit Vlaams initiatief. Andere overheden (in binnen- en buitenland) beperken zich tot enkele magere, weliswaar nuttige verzamelingen van Internetverbindingen ( links voor de insiders). De Vlaamse regering daarentegen probeerde alle officiële documenten en de IWETO-databank (het overzicht van het wetenschappelijk en technologisch onderzoek in Vlaanderen) beschikbaar te maken via Internet. Die gegevensbanken kan iedereen met Internet-toegang vervolgens gratis raadplegen. Zo’n gegevensbanken bestaan al op het Internet (bijvoorbeeld de databank met lopend onderzoek in Nederland), maar zijn zelden geïntegreerd in een website. Dat maakt ze veel moeilijker toegankelijk. Internet dankt zijn succes namelijk vooral aan het gedeelte met de websites.

ENGELS.

Hoe lovenswaardig ook, toch vallen er enkele algemene bedenkingen te formuleren bij dit initiatief.

Voor wie maakt de overheid die site ? Aangezien de site in het Nederlands gesteld is, behoren vooral Nederlandstaligen tot de doelgroep. Het aantal Internet-gebruikers in Vlaanderen blijft echter nog zeer beperkt. Zou de energie en het geld dat in dit project werd gestoken, dan ook niet meer renderen via klassieke media ? Want Internet mag dan de geografische belemmeringen opruimen, wat levert dit op binnen het Nederlandse taalgebied ? Besparingen op de distributie van papier ? De rest van de wereld kan de informatie gemakkelijker raadplegen, dat is waar, maar heeft de rest van de wereld daar behoefte aan ?

Minister-president Luc Van den Brande (CVP) kondigde een Engelse versie aan van de website de wetenschappelijke databank is trouwens al in het Engels. Omdat, zei hij, Engels nu eenmaal de voertaal van het Internet is. Op zich geen slecht argument. Helaas is de vraag naar Engelse informatie over de Vlaamse overheid nagenoeg onbestaande.

Wie wel vlassen op degelijke, officiële informatie over Vlaanderen en zijn instellingen, dat zijn de Franstalige Belgen. Waalse studenten worden tijdens de lessen aardrijkskunde, economie en geschiedenis voortdurend geconfronteerd met de federalisering.

Een andere niet-onbelangrijke doelgroep vormt de buitenlandse pers, die zich voor haar informatie over België quasi uitsluitend baseert op de Franstalige pers. De Vlaamse overheid ergert zich terecht aan de vaak volkomen verkeerde analyses die daaruit voortspruiten. Wil Vlaanderen, bijvoorbeeld, van zijn kwalijke ?separatistische? reputatie af, dan zal het bovenal de niet-Nederlandstalige pers en de Franstalige studenten moeten voorlichten. Jammer genoeg bestaan er zelfs nog geen plannen voor een Franse versie van de website.

Afgezien van de vraag of het wel wenselijk is een internationaal medium te gebruiken voor interne, lokale communicatie, rijst ook de vraag waarom de overheid dit elitair medium introduceert. Als ze het echt meent om Internet aan te bieden via het kabelnetwerk van Telenet, kan ze terecht bij de 98 procent van de Vlaamse gezinnen met kabeltelevisie. Anderzijds bezit amper een kwart van de Vlaamse gezinnen een computer.

COWBOYS.

Hopelijk is de Vlaamse overheid ook ingedekt tegen aanvallen van geldklopperij. Door de hype rond Internet betalen tal van bedrijven onwaarschijnlijke bedragen voor het bouwen en onderhouden van websites. Het Wild Web kent zijn cowboys. Sommige websites kosten miljoenen terwijl er technisch geen bal aan is : enkele tekstjes met wat verbindingen en fraaie plaatjes. De klant staart zich blind op de buitenkant en waant zich in het hart van de spitstechnologie.

Maar, geen gezeur : de Vlaamse koepelsite is wel degelijk van onschatbare waarde. Technisch gezien, behoort ze tot de beste ter wereld en kan ze zich meten met Intranet-projecten van multinationals zoals Shell, Janssens Pharmaceutica enzovoort een Intranet-site is een website voor interne communicatie binnen een bedrijf of organisatie. De vier miljoen (4.216.850) frank, die de regering voor de site betaalde, is klein bier vergeleken bij wat General Motors en consoorten afdokken voor hun Intranet-sites. ?Een bescheiden bedrag,? vond de Vlaamse overheid zelf. Maar op basis van deze inschatting van de overheid, moeten de digitale cowboys geen stap terug zetten. Op het prijskaartje aan hun veredelde folders kunnen ze halve fortuinen blijven zetten.

Lode Goukens

www. vlaanderen. be

De website van de Vlaamse overheid : het goede voorbeeld.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content