Hubert van Humbeeck

Op 22 augustus wordt Leni Riefenstahl honderd. Die dag gaat ook haar nieuwe film in première, ‘Impressions under water’, gedraaid in de Indische Oceaan. Maar in het leven van de ‘nazi-cineaste’ gaat het natuurlijk om geheel andere dingen.

Ze is 20 in 1922. In Berlijn maken nachtridders de dienst uit, de Weimarrepubliek is klaar voor een kort maar hevig feest. Het is zo’n moment waarop elk meisje danseres wil worden, maar de decadente Duitse hoofdstad is aan de durvers. Leni Riefenstahl durft en ze maakt vlug naam in het zwoele wereldje. Met de steun van een rijke bewonderaar staat ze snel alleen op de affiche en ze trekt volle zalen met een programma van erotische dansen.

Tegelijk maakt Arnold Fanck naam met zijn optimistische, romantische bergfilms. In de films van Fanck zijn alle mensen gezond, mooi en onbekommerd. Als Riefenstahl zich bij een oefening blesseert aan de knie en haar danscarrière abrupt eindigt, besluit ze dat ze voor Fanck wil werken. Ze ontmoet hem toevallig in Berlijn en stapt onbevangen op hem af. De zelfverzekerde jonge vrouw maakt zo’n indruk op de regisseur dat hij haar enkele dagen later al een scenario bezorgt. Riefenstahl kan niet acteren, maar dat maakt niet uit: kandidaten genoeg die het haar willen leren.

De zes niemendalletjes die ze tussen 1927 en 1933 met Fanck draait zouden het vermelden niet waard zijn, maar haar overstap naar de natuurfilmer speelt een grote rol in de rest van het verhaal. Riefenstahl leert alles wat ze van film weet van Arnold Fanck en de mensen met wie hij werkt. Bovendien brengen de prenten van Fanck haar onder de aandacht van een groot filmliefhebber: Adolf Hitler. Leni Riefenstahl is dan een verbluffend mooie vrouw met een grote ambitie: ze wil ook zelf regisseren. Ze wil niets minder dan films draaien zoals Fritz Lang, de regisseur van onder andere Metropolis. Niet gehinderd door veel kennis van het vak draait ze Das blaue Licht, nog geheel in de Fancktraditie.

Nieuwsgierig woont ze op een dag een meeting bij van de nazi-partij, waar Hitler spreekt. De man maakt op haar een verpletterende indruk. Ze schrijft hem een brief en vraagt om een ontmoeting. Dat wordt snel geregeld. Hitler neemt haar mee op een wandeling met z’n tweetjes langs het strand. Daar gebeuren twee dingen. Hij zou haar, volgens Riefenstahl, hebben proberen te kussen. Maar hij biedt haar ook aan om films voor de nazi’s te maken, zodra de partij het voor het zeggen heeft.

VIER FILMS

In 1933 is het zover en herhaalt minister van Propaganda Joseph Goebbels het aanbod. Riefenstahl accepteert. Ze was overigens niet de eerste keuze van Goebbels. Hij sprak eerst met Fritz Lang zelf, maar die nam nog dezelfde dag de trein naar Parijs en kwam niet meer terug. In zijn dagboek noteert Goebbels dat Riefenstahl ‘de enige van die sterren is die ons echt begrijpt’. Het is, achteraf, geen compliment voor Leni.

Riefenstahl maakt drie films voor de nazi’s. Sieg des Glaubens in 1933, Triumph des Willens in 1934/35 en Tag der Freiheit in 1935. In 1936 draait ze Olympia, een verslag van de Olympische Spelen van 1936 in Berlijn – overigens niet op verzoek van de nazi’s, maar van het Internationaal Olympisch Comité waarvan de Belg Henri de Baillet-Latour op dat moment voorzitter is. Die vier films (eigenlijk vijf omdat ze uit het Olympiamateriaal twee films puurt) bepalen de rest van haar leven.

Van de drie nazi-films is vooral de tweede berucht gebleven. De derde was eigenlijk niet gepland. Die kwam er maar omdat Riefenstahl het immense politieke belang niet zag van de aanwezigheid van de Wehrmacht, het opnieuw bewapende Duitse leger, op de partijdagen van 1934. Ze vond de beelden van de soldaten maar niks en wou ze niet in haar film hebben. Ten einde raad haalden de generaals er de Führer zelf bij. Nee, zei Riefenstahl tegen Hitler, maar ik zal volgend jaar een film maken, met bijzondere aandacht voor de Wehrmacht. Zo geschiedde. In de twee uur durende Triumph des Willens is het leger maar gedurende een minuut en twintig seconden te zien.

Het voorval zegt iets over de invloed die Riefenstahl op de Führer had. Er waren er in de jaren dertig in Duitsland niet veel die Hitler konden tegenspreken. Vooral voor Triumph des Willens kreeg ze gigantisch veel middelen ter beschikking. Toch houdt ze tot vandaag vol dat ze geen propagandafilms heeft gedraaid, maar gewone documentaires. Zij kan het in ieder geval niet helpen dat er op die partijdagen van de nazi’s honderdduizenden mensen aanwezig zijn. Bovendien, stelt Riefenstahl: in 1934 waren er nog geen rassenwetten. Werken voor de nazi’s was nog niet zo beladen als het later zou zijn geweest. In een interview met Hildegard Knef zei ze daarover dat ze ‘in die tijd zo egocentrisch was, helemaal met film bezig’.

Het mag niet worden uitgesloten dat Leni Riefenstahl zich inderdaad niet bewust was van de politiek die boven haar hoofd werd bedreven. Wellicht hebben Riefenstahl en de nazi’s elkaar wederzijds gebruikt. Zij had Hitler nodig om te kunnen doen wat ze wou: een Duitse Sergej Eisenstein worden. Maar de nazi’s hadden haar ook nodig: ze was namelijk niet zomaar een filmer, ze was een ster. Een mooie, jonge vrouw die misschien wel het liefje van de baas zelf was. Met Riefenstahl konden ze uitpakken. De vedette Riefenstahl kon hun boodschap beter verkopen – of ze zich daar nu van bewust was of niet. Ze is overigens nooit lid geweest van de partij. En ze was beslist ook geen anti-semiete, dat blijkt uit de manier waarop ze later mensen heeft beschermt en aan werk geholpen.

Over de kwaliteit van, vooral, Triumph des Willens bestaat tot op de dag van vandaag onenigheid. Er zijn er die de film een stuntelige aaneenschakeling vinden van lukrake shots. Anderen vinden hem van opzet en uitwerking nog altijd geniaal. George Lucas, bijvoorbeeld, geeft toe dat hij voor zijn Star Wars goed naar Triumph des Willens heeft gekeken.

DE REN VAN JESSE OWENS

De Olympische Spelen van 1936 in Berlijn vormen voor de nazi’s een buitenkans om zich aan het buitenland van hun beste zijde te laten zien. Berlijn wordt opgepoetst, anti-joodse slogans worden uit het straatbeeld gebannen. Voor Leni Riefenstahl is Olympia een uitdaging en een risico: film krijgt voor het eerst concurrentie van rechtstreekse televisie-uitzendingen. Ze monteert bijna twee jaar en levert ten slotte twee films af: Fest der Völker en Fest der Schönheit. Olympia is technisch bijzonder knap gemaakt – met alle middelen die ter beschikking staan. De film is ook een groot succes, hij wordt trouwens ook na de oorlog nog gelauwerd.

Riefenstahl brengt in Olympia een ode aan de schoonheid van het atletische, menselijke lichaam. De manier waarop ze de magistrale ren van Jesse Owens in beeld brengt, wijst erop dat ze daarbij geen onderscheid maakt tussen – in dit geval – zwarte en blanke atleten. Maar ze toont Hitler in deze film ook als een gewone, vriendelijke man die het podium graag deelt met de atleten – en dat was hoegenaamd niet het geval.

De tijden zijn dan ook al grimmiger. Als de oorlog begint, wil ze met haar bedrijfje eerst nog nieuwsfilms maken voor de bioscoopjournaals. Maar als ze in september 1939 in Polen persoonlijk getuige is van een slachtpartij door Duitse soldaten van burgers, keert ze zich van de oorlog af. Ze trekt zich in de bergen terug om er aan Tiefland te prutsen, een film waar ze eerder al aan begonnen was. Ze is in die periode ook kort met een Duitse officier getrouwd – geen gelukkige ervaring. Leni Riefenstahl wordt in 1945 eerst door de Amerikanen en daarna door de Fransen gearresteerd. Veel kunnen ze haar niet maken. Ze was een ‘sympathisante’ van de nazi’s, zo luidt het, maar misdaden heeft ze niet gepleegd.

Dat wil niet zeggen dat ze er zo makkelijk afkomt. Tegelijk begint immers het gevecht tegen de schaduw van haar verleden. Ze is een vertrouwelinge geweest van Hitler, ze is verbrand. Wie haar heeft gekend, keert zich van haar af. In memoires wordt opvallend weinig plaats voor haar ingeruimd – ook in die van mannen met wie ze nochtans zeer intiem is geweest. Riefenstahl krijgt haar plaats in de filmgeschiedenis niet.

Het duurt tot 1954 voor Tiefland in première gaat. De film zorgt vooral voor opschudding omdat Riefenstahl een groep zigeuners uit een concentratiekamp als figuranten zou hebben gebruikt. Ze houdt vol dat ze niet wist dat die mensen daarna naar dodenkampen werden afgevoerd. Ze voert daarover verschillende processen die ze allemaal wint, maar haar naam zuiveren lukt nooit helemaal.

Afgezien van de publicatie van haar memoires eind jaren tachtig, treedt ze na Tiefland eigenlijk nog maar één keer echt uit de schaduw. Als ze in de jaren zestig een nieuw leven begint in Afrika. Ze brengt lange periodes door bij de Nuba’s in het zuiden van Sudan, onder de indruk van de fiere schoonheid van de krijgers. De fotoboeken die ze met haar Nubamateriaal samenstelt, worden internationale bestsellers.

De beelden die ze van de mannen maakt, roepen onmiskenbaar herinneringen op aan haar vroegere werk maar daar stoort niemand zich meer aan. Toen iemand haar vroeg hoe ze erin geslaagd was om het vertrouwen van de Nuba’s te winnen, zei ze: ‘Eenvoudig. ’s Avonds op het dorpsplein draaiden we films van Charlie Chaplin en Buster Keaton. Daar waren ze dol op.’

LENI RIEFENSTAHL

Hubert van Humbeeck

‘Hoe schiet de montage op’, vroeg Hitler. ‘Moeilijk’, antwoordde Riefenstahl. ‘Met al die lange toespraken van u.’

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content