Koen Meulenaere
Koen Meulenaere Van 1991 tot 2012 de satiricus van Knack

De Kroonraad van Knack bestaat uit Mark Eyskens, Paul Muys, Jacques Rogge, Erik Suy, Monika Van Paemel en Etienne Vermeersch.

Mijnheer Muys, het binnenlandse nieuws is overheerst door het incident in Schaarbeek, waarbij een man gedood werd door een dertienjarige.

Paul Muys: Door een dertienjarige Noord-Afrikaan. Het was op het belachelijke af dat men dat in sommige nieuwsbulletins verzweeg. Dat is enkel contraproductief voor wie opkomt voor, in dit geval, de Marokkaanse gemeenschap. Het gebeurde is een drama, verschrikkelijk in zijn zinloosheid, en het komt op een zeer slecht moment. Want er wordt tegenwoordig van alle kanten om meer veiligheid en meer politie geroepen. Elke rel waarbij vreemdelingen betrokken zijn, is een stap achteruit voor wie ijvert voor meer rechten voor migranten, zoals bijvoorbeeld het stemrecht. Hoewel precies dat een aanzet zou kunnen zijn tot een fundamentele oplossing voor veel problemen.

Het viel ook op, niet voor het eerst, dat in de media alle conclusies al getrokken waren, voor men een goed zicht had op de ware toedracht van de feiten. Die is wellicht iets minder zwart-wit geweest dan kon worden opgemaakt uit de eerste berichtgeving erover. Maar, met de pers als gretige boodschapper, gaan we van het ene incident naar het andere. De irritatie die al bestaat bij een breed publiek wordt telkens vergroot. En elke dag hoor je wel iemand verklaren: “Hiervan profiteert alleen het Vlaams Blok.” Helaas dreigt dat een selffulfilling prophecy te worden.

Zou met meer migrantenvertegenwoordigers in openbare besturen en diensten, de controle op migrantenjongeren groter zijn?

Muys: Mogelijk wel, maar dat kan enkel op lange termijn een effect hebben. Met drama’s als dit gaan we de andere richting uit. De solidariteitsgevoelens met de familie Benaïssa, waar de moordenaar een Belg was, zijn snel verdampt. Dat valt des te meer te betreuren, omdat het jongerengeweld geen etnische maar een sociale oorsprong heeft. Wie geen toekomstperspectief heeft en uit de maatschappij wordt gesloten, houdt zich ook niet aan de regels ervan. Dat geldt net zo goed voor Belgen als voor Marokkanen. Men moet streng en repressief optreden waar nodig, maar dat zet geen zoden aan de dijk als de sociale context niet verandert. Meer politie in de ene wijk, verdrijft de criminelen naar een andere. De geldtransporten worden beter bewaakt, maar in de plaats komen nu de car- en homejackings. De misdaad zoekt steeds andere terreinen en andere technieken.

Zijn ouders en scholen verantwoordelijk voor de jongerencriminaliteit?

Muys: Het is een algemeen fenomeen dat ouders de opvoeding van hun kinderen minder ter harte nemen. Uit egoïsme, of omdat het gezin uit elkaar gevallen is. En ik lees dat in migrantengezinnen het prestige en het gezag van de vaders afneemt, omdat ze zelf vaak geen werk hebben en ze bij gebrek aan talenkennis voor administratieve formaliteiten een beroep op hun kinderen moeten doen. Maar ik herhaal dat jongerengeweld niet het monopolie van één bevolkingsgroep is, al zijn migranten er meer vatbaar voor, omdat ze in deze maatschappij te weinig ontplooiingskansen krijgen. Als dan ook de school het laat afweten, zijn ontsporingen onvermijdelijk.

Wat we te zien hebben gekregen over enkele Brusselse probleemscholen is meer dan alarmerend. Ik weet niet of multicultureel onderwijs in de praktijk wel zo bevorderlijk is voor de integratie. De opgang van het Nederlandstalig onderwijs in Brussel wordt mede veroorzaakt doordat Franstalige ouders hun kinderen uit die gemengde scholen weghalen. Misschien is het beter om migranten eigen scholen te geven met eigen leerkrachten, onder controle van het ministerie, waar het onderwijs gericht is op de aanpassing aan de Belgische samenleving. Er is ook dringend behoefte aan een revalorisatie van het beroepsonderwijs, en van de beroepen waartoe het leidt. Want het imago van een bepaald type scholen is grondig aangetast door de reportages over Laken en Anderlecht.

Vermag de politiek iets tegen de toenemende agressiviteit, of is het een probleem dat de hele samenleving moet oplossen?

Muys: Ik wil niet op de antipolitieke kar springen, maar de politici moeten nu eenmaal optreden als regulator van de maatschappij. We zitten met een breed spectrum van problemen, maar geen ervan wordt adequaat aangepakt. En wat zien de mensen dan: de parlementairen ruziën wekenlang over een paar reclameborden op het circuit van Francorchamps, en over het afvangen van het Vlaams Blok. Dat moet zelf niets meer doen, de appelen vallen hen in de schoot. Zoals met het financieel droogleggen van racistische partijen. Het Blok zal de bepalingen van deze nieuwe wet nauwkeurig volgen, en zal dan kunnen pronken met het officiële bewijs dat het niet racistisch is.

Ik denk dat de traditionele partijen best hun hart vasthouden voor de verkiezingen. Bij elk incident blijkt dat de politiek op achtervolgen is aangewezen, omdat het openbaar bestuur al te vaak faalt. Steeds meer mensen, en uit alle lagen van de bevolking, raken daarover zo verbolgen dat hun reactie is: “Ik stem nog liever op het Vlaams Blok.” Niet dat ze achter die partij staan, maar het lijkt hen de enige manier om de andere af te straffen. Als de onveiligheid uitgroeit tot een centraal thema in de verkiezingen, zou het Antwerpse fenomeen zich wel eens naar landelijk niveau kunnen uitbreiden. Ik hoor al Franstalige Brusselaars verkondigen dat ze op het Vlaams Blok gaan stemmen.

Sommige partijen reageren met paniekvoetbal, zoals de VLD die plots met een veiligheidsplan komt.

Muys: Ze proberen in extremis het Blok te kopiëren, maar dat is zinloos. Net als de roep om meer agenten en meer repressie. Wij zijn een land met relatief veel politieagenten, maar ze worden blijkbaar niet efficiënt genoeg ingezet. De terugkeer van “oom agent” is een cliché geworden, maar de wijkagent van vroeger was tenminste op de hoogte van wat er omging in zijn wijk, en kon moeilijkheden tijdig signaleren. Sommigen vinden het misschien aangenamer om papierwerk te doen dan om te patrouilleren in gevaarlijke buurten, maar die trend moet men dan maar keren. En we moeten beseffen dat betere politie ons ook meer kost. Net als betere justitie, beter openbaar vervoer, en betere scholen.

Een schrijnend beeld op het journaal was de afbraak van een villa in Meise. De eerste in een lange rij.

Muys: Ik begrijp de verongelijktheid van sommige slachtoffers. Jarenlang heeft de overheid de arrangeurs-mentaliteit van de Belgen door de vingers gezien. En uiteraard zal er altijd sprake zijn van twee maten en twee gewichten, en ligt een verwijzing naar de stoeterij van de familie De Clerck of het tuinhuis van Aimé Desimpel voor de hand. Maar de overheid moet ooit en ergens beginnen met de wet te doen respecteren. Iedereen is nu eens en voorgoed op de hoogte: dit is het lot van mensen die wetens en willens de bouwwetgeving, processen-verbaal en vonnissen aan hun laars lappen. Het komt er nu op aan in de toekomst even rigoureus te blijven. En ik vind dat men ook de gemeentebesturen meer verantwoordelijk moet stellen. Die geven te gemakkelijk een verkeerd signaal aan kandidaat-bouwers: het zal wel in orde komen. Op zijn Belgisch.

De Vlaamse regering heeft Bob Van Reeth aangesteld als bouwmeester voor Vlaanderen. Hij moet toezien op de bouwplannen van de overheid.

Muys: Een goed initiatief, want onze overheidsgebouwen behoren tot de lelijkste ter wereld. Hun technische kwaliteit mag dan al in orde zijn, zelden koppelen ze functionaliteit aan architectonische originaliteit, en zelden passen ze in hun omgeving. Meestal zijn het bombastische blokken die de hele buurt met hun lompheid devalueren. Het Martelarenplein is, alvast aan de buitenkant, een van de uitzonderingen, maar daar gaat het om renovatie, niet om nieuwe architectuur. Bob Van Reeth heeft zijn capaciteiten bewezen, al ben ik blij dat sommige van zijn te fantaisistische plannen niet verwezenlijkt zijn. Zoals het nieuwe casino van Oostende. De grote vraag is natuurlijk in hoeverre men hem zal volgen, want ook hoogstaande architectuur kost veel geld.

In de economische sector was het grote nieuws de verkoop van Petrofina aan Total. Weer een Belgisch bedrijf naar Frankrijk.

Muys: Schaalvergroting lijkt het enige middel te zijn om in de internationale industrie te blijven meedraaien. Al heeft in deze transactie ook het privé-belang van de hoofdaandeelhouder een grote rol gespeeld. Er worden dezer dagen trouwens grotere fusies doorgevoerd. Ook transatlantisch, het is niet alleen de komende Europese Monetaire Unie die de bedrijven tot samensmelting dwingt. Meestal kost zo een operatie flink wat banen, maar gezien de complementariteit van Total en Petrofina zou dat kunnen meevallen. Overigens heeft het samengaan in België heel wat meer deining verwekt dan in Frankrijk, waar het aandeel van Total meteen zakte. De Fransen vinden dat ze te veel betaald hebben. En dat voor een van onze topfirma’s, het noopt tot bescheidenheid. Ik vermoed dat de naam Fina zal verdwijnen, wat op zichzelf natuurlijk niet erg is. Maar meestal verdwijnt dan ook de aan die naam verbonden inbreng in de directie.

De communautaire kloof is deze keer geaccentueerd door het debat over de tabaksreclame en de racistische partijen. Luc Van den Brande en Brigitte Grouwels gooiden wat olie op het vuur. En De Standaard en La Libre Belgique trokken radicaal tegengestelde conclusies uit dezelfde cijfers over sociale transfers. Is dit land nog lang bij elkaar te houden?

Muys: Er gaat geen week voorbij zonder dat soort oprispingen. Een editoriaal links, een uitspraak rechts, en altijd weer wordt ons voorgehouden dat Vlaanderen meer betaalt en Wallonië meer opstrijkt. Dat kan dienen als munitie om bij volgende communautaire onderhandelingen een betere vertegenwoordiging in Brussel af te dwingen, maar dat moet ik eerst zien. Voor een definitieve splitsing is niet veel nodig, ze is niet langer ondenkbaar.

In Tsjecho-Slovakije bleven ook velen geloven dat het nooit zo ver zou komen. Maar het kan snel gaan, niet omdat de bevolking dat wil, maar door het demagogisch opbod van enkele leidende figuren. Het zou geen echte scheiding worden tussen Tsjechië en Slovakije, ze gingen geen grenzen maken en zo meer. Ik was op 1 januari 1993, de dag van de onafhankelijkheid, in Bratislava. Toen we twee dagen later terug naar Praag reden, stonden de barricades al op de autostrade, en waren de grensposten in werking.

Vijftig jaar geleden is in Parijs de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens voorgelezen. Dat wordt deze week met enige luister herdacht.

Muys: Een van de belangrijkste verwezenlijkingen uit de internationale politiek, een beetje een verworvenheid zelfs, maar verre van gerealiseerd. De rechten van de mens worden massaal geschonden. Toch is er voetje na voetje vooruitgang. De effectieve installatie van een permanent internationaal gerechtshof, waartoe in principe al besloten is, zou een enorme stap vooruit zijn. Dan zouden Engeland en Italië niet zo in de knoop zitten met Pinochet en Öcalan.

De Britse regering moet eind deze week een beslissing nemen over Pinochet.

Muys: Ik zou het toejuichen mocht Pinochet aan Spanje worden uitgeleverd. Het is belangrijk dat dictators, ook als ze zich na hun schrikbewind dankzij de kracht van hun leger amnestie toe-eigenen, niet vrijuit kunnen gaan. Leeftijd mag daarbij geen rol spelen. Ook bij uitlevering aan Spanje zal Pinochet op een VIP-behandeling mogen rekenen, en bij een eventuele gevangenisstraf zal hij beter af zijn dan de doorsnee misdadiger. Maar ik betwijfel of de Britse regering het zal aandurven. Ze kan zich verschuilen achter de weduwe Allende, die op een proces in Chili aandringt.

PAUL MUYS

Koen Meulenaere

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content