Is de kroongetuige tegen ministers Di Rupo en Grafé tot bezwarende verklaringen aan- gezet ? Terwijl over erger wordt gezwegen.

HET LEK waardoor begin november een geanonimiseerd procesverbaal en een evenmin te situeren, ja zelfs geamputeerd ?rapport d’information concernant les activités de personnes dans le milieu pédophile et homosexuel? in parlementaire en journalistieke kringen in omloop werd gebracht, blijft beangstigende vragen oproepen. Enerzijds omdat het lek op vrijdag 15 november de Brusselse onderzoeksrechter Anne Gruwez en de rijkswacht ertoe dwongen vroegtijdig enkele huiszoekingen te verrichten : althans voor de VUM-kranten ’s anderendaags hoe dan ook de kat de bel zouden aanbinden. Anderzijds omdat de procureur-generaal bij het Hof van Beroep in Brussel, André Van Oudenhove, op woensdag 20 november in de Bijzondere Kamercommissie, die ’s anderendaags de voltallige Kamer adviseerde om vice-premier Elio Di Rupo (PS) door een magistraat van het Hof van Cassatie te laten verhoren, slechts strictu sensu ?alle stukken uit het gerechtelijk dossier aan de Kamer heeft overgezonden?, zoals hij luidens het verslag van de Commissie verklaarde.

Ingewijden konden intussen het gelekte procesverbaal situeren. Het betreft de verklaring (de tweede van vier) die kroongetuige Oliver Trusgnach op 24 oktober 1996 aan twee leden van de Gerechtelijke Politie bij het Brussels Parket in Hasselt aflegde. De jonge man, die in Hasselt vastzit onder verdenking van een diefstal in juli ten nadele van zijn werkgever, de bekende meesterkok Roger Souvereyns, beweert in dat procesverbaal onder meer dat hij op zijn zeventiende seksuele betrekkingen had met enkele bij naam genoemde personen, onder wie Elio Di Rupo en Jean-Pierre Grafé (PSC). Hij noemt de Franse Gemeenschaps- en Waalse Gewestminister Grafé trouwens ?le plus pervers? en beschuldigt hem van seks met knaapjes jonger dan zestien, wat strafbaar is. Trusgnach voegt eraan toe dat zowel Grafé als Di Rupo vooral oog hebben voor zeer jonge pubers : zij zijn ?principalement interessés par de très jeunes garçons et si possible de garçons un peu naïfs qu’ils peuvent utiliser facilement.?

WEGLATINGEN.

Dat Trusgnach, als alleenstaande getuige, in zijn latere verklaringen steeds meer bezwarende elementen aanbrengt, zou pas blijken bij de analyse van het dossier dat procureur-generaal Van Oudenhove op maandag 18 november in de late namiddag aan Kamervoorzitter Raymond Langendries (PS) bezorgde. Dit dossier bevat immers alle aantijgingen, die Trusgnach onder andere tegen Di Rupo lanceerde. Een gelijkaardig dossier werd aan Anne-Marie Corbisier (PSC), de voorzitster van de Conseil de la Communauté Française in Brussel bezorgd en ’s anderendaags ook aan Guy Spitaels (PS), de voorzitter van het Waalse parlement in Namen. Dit dossier is wel vergezeld van een andere brief, omdat het nu eenmaal mogelijke misdrijven betreft van Gemeenschaps- en Gewestminister Grafé.

In beide dossiers wordt echter nergens gewag gemaakt van het hogervermelde en gelekte ?rapport d’information?. Zodat de buitenwacht nog steeds het gissen heeft naar de oorsprong en de echtheid van dit geanonimiseerde document. Welnu, het gaat uit van de section GRI, zijnde de Groupe de Recherche et d’Intervention van de Gerechtelijke Politie bij het Brussels Parket. Het is op 10 september 1996 (in slecht Frans) opgesteld door inspecteur Grégory Antipine, werd als Confidentiel en zelfs Secret bestempeld en bevat in zijn oorspronkelijke versie ook drie voorstellen om het onderzoek voort te zetten.

Deze voorstellen zijn echter, evenals de hoofding, op het gelekte document weggelaten. Er wordt onder meer voorgesteld de gesprekken met de jonge minnaars van Di Rupo op geluidsband op te nemen. ?Et leur faire dire à partir de quel âge ils ont commencé à avoir des relations sexuelles avec Di Rupo.? Het is echter zeer de vraag of het weglaten van de beoogde politietactieken in het gelekte document dat nota bene ook bij de geviseerde excellenties belandde het onderzoek nog een kans op slagen kon geven. Daarvoor is het ?rapport d’information? te gedetailleerd ; zij het niet nauwkeurig genoeg om alle zeventien bij naam genoemde personen zomaar te identificeren. Al wordt, bijvoorbeeld, niet vermeld dat de eerste man die in het rapport vermeld wordt niemand minder is dan de broer van een van de medeverdachten in het onderzoek naar de misdrijven van Marc Dutroux, Michel Nihoul en compagnie.

In het rapport worden, behalve Trusgnach, ook twee minderjarige jongens bij naam genoemd. Zij zouden van hun dertiende de vriendjes geweest zijn van Di Rupo, Grafé en anderen, die hen leurs petits mignons noemden. Trusgnach zelf wordt in dit rapport minderjarig ( mineur d’âge) genoemd (geboortedatum : 1 december 1979). In werkelijkheid is hij op 14 juli 1974 in Genk geboren, wat in deze affaire niet zonder strafrechtelijk belang is. Het rapport van 10 september zegt verder dat hij bereid zou zijn met de politie samen te werken : ?Il serait susceptible de collaborer avec la police.?

Een en ander wijst erop dat de getuigenissen van Trusgnach door leden van de Brusselse Gerechtelijke Politie geïnspireerd of gemonteerd zijn. En dat het lekken van het rapport zeker na de krantenartikels van zaterdag 16 november ook andere onderzoeken naar de mogelijk strafbare pedoseksualiteit van Di Rupo, Grafé en anderen moest bemoeilijken, indien niet onmogelijk maken. Een chronologie is in dit opzicht verhelderend.

Begin september 1996. Op het parket in Brussel wordt een ?gesloten dossier? aangelegd waarin, zoals gebruikelijk, de ?zachte?, versta de nog hard te maken informatie wordt bijgehouden. Het betreft een zaak van videocassettes en pedoseksualiteit met minderjarige jongetjes, die onderzocht wordt door de Gerechtelijke Politie bij het Parket (GPP), waarin de naam van Di Rupo wordt vermeld.

Dinsdag 10 september. Op gezag van een informant met wie hij een dag eerder contact had, noemt GPP-inspecteur Grégory Antipine in het bewuste ?rapport d’information concernant les activités de personnes dans le milieu pédophile et homosexuel? zeventien namen van betrokkenen onder wie drie zogenoemde minderjarigen. Oliver Trusgnach wordt ten onrechte als mineur d’âge beschouwd, omwille van de foute geboortedatum. Ook dit bewijst dat inspecteur Antipine de meest elementaire informatie (nog) niet heeft nagetrokken.

Woensdag 11 september. De (gecontesteerde) hoofdcommissaris Albert Vander Zwalmen van de GPP bezorgt Antipines rapport aan procureur des konings Benoît Dejemeppe in Brussel en wijst erop dat (de al even gecontesteerde) commissaris Georges Marnette?en charge des suites? is. Marnette is chef van de sectie ?zeden en verdovende middelen?, terwijl Antipine een (gewaardeerd) veldwerker is van de GRI. Er volgen enkele vertrouwelijke onderzoeken en dito verslagen, die weinig concreets opleveren.

Donderdag 19 september. Tijdens de vervroegde en buitengewone plenaire zitting van de Kamer naar aanleiding van de affaire- Dutroux zegt de gewezen magistrate, Kamerlid Marguerite Bastien (ex-Front National) dat ?het niet uitgesloten is tegelijk minister en pedofiel? te zijn. Ze heeft het voorts over ?l’arrogance des pédophiles en politique? en vraagt de regering : ?Nettoyez votre nid de pédophiles protégés à Charleroi.? Sommige politici zijn gechoqueerd.

Begin oktober. Premier Jean-Luc Dehaene (CVP) weet dat de Brusselse Gerechtelijke Politie bezig is met een onderzoek waarin de naam van vice-premier Di Rupo voorkomt. En er wordt verondersteld dat het opsporingsonderzoek in het kader van dit ?gesloten dossier? verder zijn gang gaat, al toont commissaris Marnette zich niet zeer ijverig.

Maandag 21 oktober. Het Brussels parket opent het ?gesloten dossier? en dit krijgt het notitienummer BRU 37.11.824.96.

Dinsdag 22 oktober. Om 10 uur 50 beginnen twee rijkswachters van de brigade Hasselt een (eerste) verklaring van Trusgnach ?op verzoek van de betrokkene? te noteren. Die vertelt hoe hij in 1993 via het homowereldje van Hasselt en Antwerpen in het Brusselse nachtleven werd geïntroduceerd. Hij noemt vier clubs en acht mannen met wie hij seks had, onder wie Grafé en Di Rupo. Trusgnach vertelt verder hoe Grafé ?praktisch dagelijks jongemannen oppikt in het Luikse,? naar zijn appartement aan de rue Louvrex meeneemt, toekeek terwijl anderen seks hadden met een bij naam genoemde minderjarige en dat alles fotografeerde. Trusgnach verklaart voorts dat hij ?in de zomer van 94 (..) een eenmalig seksueel contact had met Elio Di Rupo,? die hij had ontmoet in de Brusselse discotheek Le Garage. ?Het betrof geen geslachtsdaad, maar wel zoenen, betasten enzovoorts.? Trusgnach was toen twintig, Di Rupo drieënveertig.

Om 14 uur 10 krijgt substituut-procureur des konings Ann Durwael in Hasselt een telefoontje van commissaris Marnette, die als bij toeval reeds weet dat Trusgnach kort voordien ?een verklaring zou afgelegd hebben dewelke belangrijk zou kunnen zijn in een onderzoek dat loopt te Brussel,? zoals de substituut wijselijk in een procesverbaal neerschrijft. Zij was immers zelf maar om 13 uur 45 op de hoogte gebracht van Trusgnachs verklaring.

Om 14 uur 30 vraagt Marnette aan eerste-substituut Pierre Erauw in Brussel om Trusgnach in Hasselt te gaan verhoren omdat deze jongeman zogezegd door de rijkswacht is opgepikt en omdat een bij de GPP in Brussel geregistreerd informant hem als mogelijke bron heeft aangewezen.

Woensdag 23 oktober. Met de vereiste kantschriften en toelatingen van Erauw en Durwael trekken commissaris Marnette, inspecteur Antipine en zijn collega Dirk Struys naar de gevangenis van Hasselt. In het bijzijn van een GPP-inspecteur van Hasselt, hebben zij met Trusgnach een korte babbel waarvan nota bene geen pv werd opgesteld en beloven zij ’s anderendaags terug te komen.

Donderdag 24 oktober. Antipine en Struys ondervragen Trusgnach bij de GPP in Hasselt. Daar vertelt hij andermaal hoe hij in het homomilieu verzeild geraakte en op zijn zeventiende, via een kabinetsmedewerker van een Waals minister, enkele notabelen leerde kennen onder wie Di Rupo en Grafé, ? le plus pervers de tous?, van wie hij bovendien het dakappartement aan de rue Louvrex in Luik in bijlage schetst. Ook dit gedetailleerd plannetje zal trouwens kort daarop, samen met de (tweede) verklaring, bij de gelekte documenten worden gevoegd. Trusgnach wijst er nu op dat hij zeventien was toen hij voor het eerst seks had met Di Rupo.

Maandag 28 oktober. Om 9 uur 20 beginnen drie rijkswachters van Hasselt Oliver Trusgnach andermaal op eigen verzoek te verhoren. Dit keer verklaart hij echter (wie weet na welke ingeving ?) dat hij ?op vijftienjarige leeftijd? in Le Garage in contact kwam met Di Rupo ; dat ze beiden tussen augustus 1989 en mei 1990 een relatie hadden ; dat ze elkaar ontmoetten in het apartement van Di Rupo’s nicht in Brussel en onder andere in Di Rupo’s appartement in Charleroi, waar evenals bij zijn vrienden eens ?seksfeesten? werden georganiseerd. In deze (derde) verklaring noemt hij enkele bijkomende namen en beschrijft hij de orgieën alsof het Genesis-verhaal over Sodom en Gomorra geactualiseerd wordt. Hij noemt zich trouwens ?misbruikt door deze mensen.?

Tussendoor laat Trusgnach ook noteren dat hij aangaande zijn relatie met Di Rupo ook een verklaring heeft afgelegd aan de leden van de Gerechtelijke Politie, ?de 23ste brigade van Brussel?. (Lieten Marnette en de zijnen zich dan doorgaan voor leden van deze brigade, gelast met het onderzoek-Nihoul ?) De kroongetuige vertelt ook dat de drie betrokken speurders van de GPP hem op woensdag 23 oktober, tijdens ?een gesprek van ongeveer drie minuten? beloofden dat ze ?met betrekking tot het dossier waarvoor ik aangehouden werd, het een en ander zouden kunnen regelen bij de rechter.? ’s Anderendaags, vertelt Trusgnach verder, heeft hij ze over Di Rupo gesproken, maar niet gezegd dat hij toen minderjarig was. ?Dit heb ik dus verzwegen, aangezien ik niet goed wist wat hun intentie was.?

Verder beschuldigt de getuige ook Jean-Pierre Grafé van ?vrijpartijen? en fotosessies met minderjarigen.

Om 14 uur 10 legt Trusgnach uiteindelijk zijn vierde verklaring af, in deze bundel de laatste. Hij bevestigt dat hij wel degelijk minderjarig was toen hij seks had met Di Rupo en zijn vrienden, maar komt terug op zijn verklaringen omtrent de seksfuiven. ?Ikzelf ben geen getuige van het gegeven doch er werd me verteld dat betrokken personen elkaar treffen voor seksuele praktijken. Dit gegeven werd me verteld door leden van de Gerechtelijke Politie. De interesse in hun onderzoek blijkt blijkbaar vooral naar Di Rupo uit te gaan omwille van zijn huidige positie.? Tot slot toont hij zich bereid bepaalde bewijsstukken voor te leggen, die hij in het buitenland bewaart. Noch min, noch meer.

Begin november. De Hasseltse procureur des konings Karel Cleeren bezorgt het hele dossier niet via het Antwerps parket-generaal onder wie hij ressorteert rechtstreeks aan het parket en parket-generaal in Brussel. Kort daarop worden zowel het geanonimiseerde procesverbaal van 24 oktober als het rapport d’information van 10 september gelekt door iemand die beide documenten bezit, maar de auteurs ervan zijnde de GPP wil verzwijgen.

Vrijdag 15 november. Omdat commissaris Marnette op bijna perfide wijze een verband legt tussen de zaak van de videocassettes met pedoseksuele praktijken en het dossier-Trusgnach lastens de twee ministers, en omdat de betrokken kranten niet bereid gevonden werden om in het belang van het onderzoek nog even te zwijgen, moesten overhaast in Sint-Gillis en elders een paar huiszoekingen verricht worden, (vooralsnog) niet bij de figuren die in het rapport d’information worden vermeld. De huiszoekingen leveren echter niets concreets op.

Zaterdag 16 november. De VUM-kranten pakken uit met de zaak en koppelen deze (ten onrechte) aan de mogelijke pedoseksuele activiteiten van ?een vice-eerste minister en een lid van de Franse Gemeenschapsregering.? De naam van Di Rupo valt en meteen zijn alle betrokkenen gewaarschuwd. En heelwat onderzoeksmagistraten en speurders ?gerold?. De Brusselse procureur-generaal Van Oudenhove kan moeilijk anders dan de brieven te laten schrijven waarin de bevoegde assemblées de toelating verlenen de genoemde ministers, op grond van artikel 103 van de grondwet, op een of andere manier door het Hof van Cassatie te laten verhoren.

Donderdag 21 november. De Kamer beslist in plenaire maar besloten zitting om, op advies van de Bijzondere Commissie, ?een algemene informatie- en onderzoeksopdracht aan het Hof van Cassatie te verlenen. Die opdracht heeft betrekking op het door de heer van Oudenhove, procureur-generaal bij het Hof van Beroep te Brussel, op 18 november overgezonden dossier.?

Intussen vermoeden velen dat dit dossier indien niet onvolledig, dan toch licht weegt. Vrijwel iedereen is er bovendien van overtuigd dat de kroongetuige in dit dossier niet zeer overtuigend is. Behoudens zijn moeder, verschijnen sommige van zijn zogenaamde vrienden ten tonele om Oliver Trusgnach op hun beurt als een fantast af te schilderen. Het heet nu dat hij Jean-Pierre Grafé op 3 juli 1993 wel op een feestje in Molenbeek heeft ontmoet, maar niemand blijkt te weten of zij elkaar nadien nog gezien hebben. Van enige relatie tussen Trusgnach en Di Rupo is volgens deze ?spontane? getuigen geen spoor.

Intussen is echter niet alleen de homoscène maar vooral het kringetje kinderschenners verwittigd, is elk discreet onderzoek omzeggens onmogelijk gemaakt, moeten ook de speurders en onderzoeksmagistraten aanverwante dossiers in Neufchâteau opengooien, indien niet vroegtijdig afsluiten. Het Hof van Cassatie heeft immers van de Kamer slechts tot 9 december de tijd gekregen om zijn onderzoeksopdracht uit te voeren. Zelfs indien het lek de bedoeling had het onderzoek te bespoedigen, dan moet het duidelijk zijn dat dit nu uit de bocht dreigt te gaan en andere dossiers dreigt mee te sleuren. Of was dit de echte bedoeling en was het meegenomen om enkele leden van de rooms-rode coalitie tegelijk aan de schandpaal te nagelen ?

Frank De Moor

Premier Dehaene heeft sinds begin oktober weet van het pedoseks-onderzoek waarin de naam van vice-premier Di Rupo viel.

Procureur-generaal Van Oudenhove maakte wel alle stukken uit het gerechtelijk dossier over, maar interpreteert dit begrip nogal restrictief : er is immers meer.

Commissaris Marnette van de Brusselse Gerechtelijke Politie heeft minstens zijn reputatie en bepaalde vrienden tegen zich.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content