De unitaire, radicaallinkse Partij Van De Arbeid-Parti du Travail wordt gezien als de onzichtbare hand achter het sociale protest en de stakingen in Wallonië van de voorbije maanden. Ondertussen schiet de ster van het perfect tweetalige boegbeeld Raoul Hedebouw pijlsnel omhoog. Hedebouw is de man achter de geslaagde partijvernieuwing, al zijn veel oude ideologische vormen en gedachten intact gebleven. ‘Het kapitalisme moet op de schop.’

Raoul Hedebouw is volgens vriend en vijand een fidele kerel met veel humor. Belangstellende journalisten ontvangt hij in Le Building, een volkse bistro in een buitenwijk van Luik nabij het kantoor van de PTB-Liège, zijn uitvalsbasis.

‘Raoul’, want de meeste mensen spreken hem met de voornaam aan, is een trending topic sinds de PTB in een peiling van Le Soir en RTL in Wallonië 13,5 procent scoorde, daarmee Ecolo en het CDH achter zich latend. Die steile opgang van radicaallinks in Wallonië gaat vooral ten koste van de PS en is in hoge mate de verdienste van de vlot pratende, mediagenieke Raoul Hedebouw.

De man die op grond van zijn politieke en retorische talent in de Franstalige pers de Waalse Bart De Wever wordt genoemd, draait eigenlijk al twintig jaar mee in de top van de PTB maar was tot voor kort volslagen onbekend, ook in Wallonië. In enkele jaren tijd is hij uitgegroeid tot een politiek fenomeen. Zijn functie van nationaal woordvoerder, te allen tijde beschikbaar om de standpunten van de partij toe te lichten, heeft hij van nul gecreëerd. ‘Met communicatie waren wij vroeger niet bezig’, lacht Hedebouw bij een glas icetea. ‘Op onze pamfletten en affiches stonden hele boeken afgedrukt, die niemand las. Vandaag zijn we veel minder drammerig.’

Via een geslepen charmeoffensief richting sleutelfiguren in de media is Hedebouw erin geslaagd van zijn gemarginaliseerde minipartij een respectabele gesprekspartner te maken. ‘Het imago van de PTB is natuurlijk sterk verbeterd dankzij Raoul Hedebouw, maar als je een beetje dieper graaft, stoot je al snel op de grenzen van de vernieuwde PTB’, zegt ULB-politicoloog Pascal Delwit, die een kritisch boek schreef over de vernieuwingsoperatie van de partij. ‘Dat mag ook niet verbazen. Heel wat berstuursleden zitten al in de partij van in het prille begin. Ze waren erbij toen de PTB Stalin, Tiananmen en Timisoara verdedigde.’

Die vernieuwingsoperatie van Hedebouw – in samenwerking met partijvoorzitter Peter Mertens in Vlaanderen – heeft de PVDA-PTB salonfähig gemaakt in het politieke debat. De voormalige maoïsten transformeerden hun sektarische clubje tot een hedendaagse radicaallinkse partij die de wind in de zeilen heeft, net zoals Podemos, de SP of Die Linke in andere Europese landen. Raoul Hedebouw is het sympathieke gezicht van de partijvernieuwing. Maar achter ’s mans bonhomie gaat een nauwgezette planning, strategie en organisatie schuil. Een haast wetenschappelijke benadering van partijopbouw en propaganda – niet verwonderlijk voor een bioloog en plantkundige van opleiding, die ideologisch is geschoold in het wetenschappelijke socialisme van Karl Marx. ‘Er zijn veel te veel advocaten en veel te weinig wetenschappers in de politiek’, lacht Hedebouw.

De vurige Standard Luik-supporter besteedt de helft van zijn boordevolle agenda aan activiteiten buitenshuis. Huisbezoeken, stakers een hart onder de riem steken, aan talloze debatten deelnemen, geen inspanning lijkt de ambassadeur van het communisme 2.0 – zelf verkiest hij allicht de term marxisme 2.0 – te veel. ‘Raoul’ is op dit moment alomtegenwoordig in Wallonië en steeds meer ook in Vlaanderen, waar hij tot aan de verkiezingen van 2014 zo goed als afwezig was. Een sterke aanwezigheid op het terrein, in de volksbuurten, rondom de fabrieken en aan de universiteiten, is sowieso een van de sleutels van het huidige succes van de PTB.

Hedebouw, die op het punt staat voor het eerst vader te worden, is een gehaast man. Hij moet het ijzer smeden nu het heet is. Hij kan daarbij rekenen op de steun van een uiterst gedisciplineerd en tot grote persoonlijke offers bereid partijapparaat. Voor zijn geliefde hobby, vogels kijken op de Maasvlakte, blijft jammer genoeg nauwelijks nog tijd over.

Rage Against the Machine

Raoul Hedebouw werd geboren in Luik op 12 juli 1977, als zoon van Vlaamse ouders. Hij groeide op in de cité van Herstal, een arbeidersstad dicht bij Luik. Thuis werd Nederlands gesproken, waardoor Raoul perfect tweetalig is.

Zijn moeder Paula Hertogen, afkomstig uit Limburg, en zijn vader Hubert Hedebouw, afkomstig uit West-Vlaanderen, waren actief bij de christelijke vakbond en gestaalde PTB-kaders van het eerste uur. De hele familiegeschiedenis van Raoul ademt de strijd voor de sociale rechten van de arbeidersklasse. Zijn overgrootouders en grootouders aan moeders kant waren actief lid van de christelijke arbeidersbeweging. Zijn ooms, de toenmalige christelijk-sociaal geëngageerde studenten Jan en Kris Hertogen, speelden een vooraanstaande rol in de grote mijnstaking van 1970 in Limburg.

Vader Hubert Hedebouw onderbrak zijn studie psychologie om conform de maoïstische leerstellingen met de arbeiders in de fabriek te gaan werken. Hij was een schoolvriend en intimus van Ludo Martens, de historische oprichter van Amada (Alle Macht Aan de Arbeiders), de voorloper van de in 1979 opgerichte PVDA-PTB. In de jaren 1970 ruilde vader Hedebouw op verzoek van Ludo Martens Limburg voor Luik en ging aan de slag bij staalfabriek Cockerill. Samen met andere sterkhouders uit de partij zoals Kris Hertogen en Herwig Lerouge moest Hedebouw Waalse partijafdelingen gaan uitbouwen, want Ludo Martens vond dat er onder de extreemlinkse groupuscules in Wallonië geen geschikt equivalent voor Amada voorhanden was.

‘Raoul Hedebouw is het mooiste succesverhaal van de politieke emigratie van Vlaamse communisten naar Wallonië’, zegt oom Jan Hertogen, links socioloog en activist. Een Vlaams exportproduct dus, dat samen met de zonen en dochters van de andere Vlaamse communistische migranten in Wallonië vandaag een hecht netwerk vormt. ‘Het enthousiasme van mijn kinderen voor hun neef is trouwens ook spreekwoordelijk’, vervolgt Jan Hertogen. ‘Raoul is het boegbeeld geworden van een verloren generatie dertigers en veertigers, die alle hoop op een betere toekomst kwijt was maar er nu opnieuw in gelooft.’

Raoul was volgens Hertogen in de familie altijd ‘de plezante met inhoud’. Een non-conformist ook, en erg goedlachs. Een kind dat vaak het hoge woord voerde en dat later als DJ Rayoul het Luikse nachtleven deed bruisen. ‘Ik begon elke avond met Barry White’, vertelt Hedebouw. Nadien volgde steviger werk uit de jaren 1980 en 1990, zoals Rage Against the Machine, maar ook De Kreuners.

Zijn politieke wake-upcall situeert Raoul Hedebouw zelf in 1992. Hij was vijftien toen zijn moeder door het Amerikaanse chemiebedrijf waar ze werkte vanwege haar activiteiten als vakbondsafgevaardigde aan de deur werd gezet. Midden in de winter kampeerde Paula Hertogen uit protest tegen haar ontslag zes weken lang aan de ingang van het bedrijf. ‘Ik ging haar bezoeken met mijn vader’, vertelt de zoon. ‘Ik had grote bewondering voor de moed van mijn moeder, maar ook verdriet om het onrecht dat haar was aangedaan.’

In Raoul Hedebouws laatste jaar aan het atheneum van Herstal brak in Wallonië het massale scholieren- en studentenprotest uit tegen de ingrijpende bezuinigingsplannen van de opeenvolgende Franstalige ministers van Onderwijs Michel Lebrun (PSC) en Laurette Onkelinx (PS). De toenmalige PS-burgemeester van Luik, Jean-Maurice Dehousse (PS), liet een studentenbetoging hardhandig uiteenslaan. ‘Van dan af was het Jean-matraque (wapenstok, nvdr) Dehousse. Voor ons had de PS toen definitief afgedaan’, zegt pianist Alberto Di Lena, schoolvriend en medestander van Raoul.

De jonge Hedebouw organiseerde wekenlang mee de scholierenstakingen, een politieke leerschool waar zijn redenaarstalent en zijn vermogen om mensen om zich heen te verzamelen goed van pas kwamen. ‘Raoul houdt van menselijk contact en dat gaat hem ook goed af. Hij stelt mensen op hun gemak’, vervolgt vriend Alberto.

Niet dat Raoul Hedebouw toen een klassieke politieke carrière overwoog. ‘Wij waren achttien. Wij wilden de wereld veranderen’, lacht Alberto. ‘Nachtenlang kon Raoul daarover doorbomen. Hij zag voor zichzelf een rol in de vakbond of in de derdewereldbeweging. Hij had nooit gedacht dat hij ooit in het parlement zou belanden.’

Na zijn studie biologie aan de universiteit van Luik gaf Hedebouw korte tijd les op een middelbare school. Begin jaren 2000 vertrok hij voor twee jaar naar Congo. Hij verbleef er bij gewezen PTB-voorzitter Ludo Martens, die in de jaren 1990 door zijn persoonlijke vriend Laurent Kabila als adviseur naar Kinshasa was gehaald. Volgens zijn cv deed Hedebouw in Kinshasa aan ontwikkelingshulp. In werkelijkheid was hij door de partij uitgestuurd om in Congo een linkse beweging uit te bouwen. Van dat laatste is weinig terechtgekomen. Maar Raoul leerde er om zich in alle omstandigheden uit de slag te trekken.

Vanaf 2005 ging hij voltijds aan het werk als nationaal woordvoerder van de PTB. In 2012 werd hij verkozen in de gemeenteraad van Luik, waar hij met opgeheven vuist de eed aflegde. In 2014 schopte hij het met zijn PTB-GO-verruimingslijst tot federaal volksvertegenwoordiger. Met Raoul Hedebouw en partijgenoot Marco Van Hees uit Henegouwen zitten er voor het eerst in dertig jaar opnieuw communisten in de Kamer.

Protest en agitatie

Maar de laatste unitaire partij in België heeft wel alleen Waalse verkozenen in het federale parlement. Dat komt deels omdat de vernieuwingsoperatie van de partij in Wallonië consequenter is doorgevoerd dan in Vlaanderen, betoogt socioloog Jan Hertogen, die in de aanloop naar de verkiezingen van 2014 samen met 150 intellectuelen de linkse verruimingsoperatie PTB-GO steunde. Die operatie kwam er onder impuls van Raoul Hedebouw en ‘in weerwil van het rigide partijkader’, zegt Hertogen. ‘Raoul wist zelfs voor het eerst in dertig jaar de handen in elkaar te slaan met de trotskisten.’ Geen geringe prestatie in het radicaallinkse wespennest.

‘De starre houding van Peter Mertens heeft de PVDA in Vlaanderen stemmen gekost’, aldus Jan Hertogen. ‘Je kunt je langzaamaan beginnen af te vragen wanneer Raoul, als hij zijn politieke potentieel ook in Vlaanderen echt volop wil benutten, zal breken met de rigide partijleiding en een politieke en ideologische vadermoord zal begaan.’

ULB-politicoloog Pascal Delwit schreef met PTB, nouvelle gauche, vieilles recettes een overtuigend boek over de januskop van de huidige PTB: soepel, open en modern aan de buitenkant, streng marxistisch-leninistisch in de leer en gesloten, strak centraal geleid aan de binnenkant, ook al zijn dubieuze steunbetuigingen aan Mao, Stalin, het regime van Noord-Korea of Sadam Hoessein al geruime tijd uit het partijdiscours geschrapt en van de partijwebsite verwijderd. Maar de partij maakt wel deel uit van de internationale communistische beweging, de bestuursleden bestuderen Marx, Lenin en Mao, en vatten de partij nog steeds op als het revolutionaire hoofdkwartier van de klassenstrijd, die tot doel heeft een socialistische samenleving tot stand te brengen.

‘De PVDA-PTB is geen Podemos of Syriza, partijen die binnen het kader van de vrijemarkteconomie en de representatieve democratie beleidsverantwoordelijkheid willen opnemen’, zegt Pascal Delwit.

Op het partijvernieuwingscongres in 2008 werden hamer en sikkel overboord geworpen, maar de PVDA-PTB is daarmee nog geen sociaaldemocratische beweging geworden of gewoon een linksere PS of SP.A. Campagnevoeren met pistolen en machinegeweren, zoals voorganger Amada in 1976, is er niet meer bij. En ook de term ‘revolutie’ lijkt niet langer in zwang. Maar de partij wil wel korte metten maken met ‘het systeem’. Het kapitalisme moet op de schop. Dat kan volgens de PTB niet alleen via de bestaande democratische instellingen. Protest en agitatie zijn minstens even belangrijk.

‘Maar wij proberen ons niet anders voor te doen dan we zijn, hoor’, zegt Raoul Hedebouw. ‘De PTB is geen traditionele partij die het spelletje braaf meespeelt. Wij denken niet binnen het bestaande economische kader en geloven sterk in de kracht van mobilisatie buiten het parlement. Dat maakt van ons een heel specifieke partij. Maar wij strijden met open vizier. Wij zitten niet in een kelder complotten te smeden om de bestaande orde omver te werpen. Maar wij aanvaarden de huidige spelregels niet. De markteconomie kan de sociale en ecologische problemen niet oplossen.’

Dat de klassenstrijd niet alleen in het parlement moet worden gevoerd, leidt geen twijfel. Volgens politicoloog Pascal Delwit heeft de PTB een eigen geschiedenis van België bij elkaar verzonnen waarin sociale vooruitgang er alleen via de straat en nooit via parlementaire weg is gekomen. ‘En dat klopt van geen kanten’, zegt Delwit.

De PTB wordt gezien als de onzichtbare hand achter het sociale protest en de stakingen in Wallonië van de voorbije maanden. ‘Nogal wat vakbondsmensen zijn lid van of hebben sympathie voor de PTB, dat klopt’, zegt Hedebouw. ‘Maar de vakbonden komen zelf in actie.’

Dat benadrukt ook Francis Gomez, de voorzitter van de socialistische vakbond FGTB in Luik, die op 150 meter van het ouderlijke huis van Raoul Hedebouw woont in Herstal. ‘Raoul is een briljant politicus’, zegt Gomez. ‘Maar wij hebben als FGTB geen structurele of bevoorrechte contacten met de PTB, noch met enige andere politieke partij, ook niet de PS. Zeker in Luik koesteren wij als vakbond onze autonomie.’

Wel staat de PTB systematisch aan de kant van de actievoerders. De partij zal zelden een sociale actie of zelfs een wilde staking veroordelen – in naam van de strijd/la lutte wordt veel door de vingers gezien. Zelfs toen de cipiers het kabinet van minister van Justitie Koen Geens kort en klein sloegen, werd dat niet ondubbelzinnig afgekeurd.

Vakbondsvertegenwoordigers van de FGTB en de CSC (de Franstalige tegenhanger van het ACV) die lid zijn van de PTB helpen bij het organiseren en oppoken van het sociaal verzet, maar hebben met hun radicale houding ook invloed op het algemene sociale klimaat. ‘In sommige sectoren van de Waalse vakbonden leeft de romantische idee dat je een rechtse regering kunt doen vallen door middel van straatprotest. Dat zou ik de culturele invloed van de PTB noemen’, aldus Pascal Delwit.

Volgens CD&V-Kamerlid Eric Van Rompuy reikt die culturele invloed tot in Vlaanderen. ‘De radicalisering van het ACV in Vlaanderen is een kwalijk neveneffect van de opmars van de PTB in Wallonië. Die opmars heeft een opbod veroorzaakt tussen FGTB en CSC waardoor ook ACV-voorzitter Mark Leemans zich heeft laten meeslepen. Om zijn unitaire vakbond te behouden, pleit ook Leemans nu voor zaken zoals een rijkentaks.’

Op grote belangstelling voor het dagelijkse parlementaire werk kan Raoul Hedebouw in de Kamer niet worden betrapt, vindt Eric Van Rompuy, wiens zus Tine sinds jaar en dag voor de PVDA militeert. ‘De meeste Kamerleden mijden de PTB-verkozenen, maar ik ga, ook omwille van mijn zus, regelmatig een praatje met hen maken in de koffiekamer’, aldus Van Rompuy. Hij typeert Raoul Hedebouw als ‘een joviale man die zichzelf kan relativeren’. Uit heel ander hout gesneden dan zijn kompaan Marco Van Hees, de financiële specialist van de partij, die ’technisch veel beter onderlegd is’, maar voor het overige een ’typisch communistische zuurpuim’.

Het werk in de parlementaire commissies kan Hedebouw misschien maar matig boeien, maar in de plenaire vergadering is hij in zijn element. Als volleerd volksmenner gebruikt hij het spreekgestoelte als een forum voor zijn partij, met bikkelharde aanklachten tegen de uitbuiting van de kleine man. De filmpjes van zijn interventies in het parlement worden op YouTube massaal bekeken. Het bewijs dat de PTB de vinger op de wonde legt, of het nu gaat over de vroege pensioenleeftijd van parlementariërs, de onpopulaire flexibilisering van de arbeidsmarkt, dure geneesmiddelen of ons onrechtvaardige belastingstelsel.

De PTB bepleit onder meer het nationaliseren van belangrijke economische sectoren en van de banken, de invoering van een dertigurige werkweek zonder loonverlies en een miljonairstaks die volgens eigen berekeningen 6 à 8 miljard euro opbrengt. Economische larie en apekool volgens de talrijke politiek tegenstanders, maar de aanwezigheid van Hedebouw in de Kamer brengt wel schwung in het debat. Of liever: zet de politieke tegenstellingen opnieuw op scherp, want zelden gaan andere Kamerleden ook echt met PTB-volksvertegenwoordigers de discussie aan. Hedebouw krijgt ook weinig applaus op de andere oppositiebanken, zeker niet van Franstalige concurrenten op links zoals Ecolo en de PS.

Hedebouw zet de gevestigde politiek, en met name de ‘blingbling socialisten’, dan ook graag neer als een graaiende kaste en dat wordt hem niet in dank afgenomen. Maar he walks the talk. Raoul Hedebouw komt rond met 1500 euro per maand, de rest van zijn parlementaire wedde staat hij af aan de partij. ‘Belgische politici zitten in een ivoren toren. Ze weten niet hoe gewone mensen leven. Een parlementariër verdient 5000 euro netto per maand. Dan voel je de verhoging van de prijzen aan de pomp natuurlijk niet.’

Een echte fractie

De hype rond de PTB is leuk maar brengt ook extra druk met zich mee, zegt Raoul Hedebouw bij een tweede glas icetea. ‘We hebben intern nog veel vraagstukken op te lossen. We willen geen politieke steekvlam zijn. We moeten op de lange termijn blijven denken, onze studiedienst versterken en nieuwe afdelingen uitbouwen, vooral in de centrumsteden. Zeker in Vlaanderen is er nog veel werk aan de winkel, maar ik geloof wel dat het potentieel er is. Kijk ook naar het succes van de SP in Nederland.’

De vraag over een eventuele machtsdeelname schuift Hedebouw voor zich uit. ‘Eerst moeten de machtsverhoudingen wijzigen.’ En dus komt het er erop aan de PVDA-PTB groter en sterker te maken. ‘In 2019 in de Kamer een echte fractie kunnen vormen met vijf verkozenen, onder wie een à twee uit Vlaanderen. Dat is vandaag mijn voor- naamste doelstelling.’

DOOR HAN RENARD, FOTO’S FRANKY VERDICT

‘De radicalisering van het ACV in Vlaanderen is een kwalijk neveneffect van de opmars van de PTB in Wallonië.’ (Eric Van Rompuy)

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content