Als een wet te lineair is, leidt hij tot discriminatie. Is een wet te selectief en te gedetailleerd, dan wenken willekeur en achterpoortjes. En ook dat geeft dus aanleiding tot discriminatie. Het decreet op de ruimtelijke ordening dat aan de vooravond van de verkiezingen in 1999 op een drafje werd goedgekeurd, was niet lineair en niet selectief. Die wet was gewoon krom. Dat drong pas door toen het hele land een beetje was uitgekakeld over de dioxinecrisis.

Toen daalde over het anders zo vredige Vlaanderen, land van fermettes en koterijen, de schaduw van artikel 166 neer. Dat is een morsige tekst, geschreven met een nobele bedoeling: de overheid wilde komaf maken met de wetteloosheid die ze zelf had gecreëerd door twintig jaar lang uit de losse pols gewestplannen in te kleuren. Naar schatting tussen de 150.000 en de 300.000 woningen in Vlaanderen werden daardoor ‘zonevreemd’.

Het is nooit de bedoeling geweest om die woningen of zelfs maar een fractie daarvan af te breken. Alleen wilde de overheid het landschap in Vlaanderen een beetje beter ordenen. En ja, wie zonevreemd woonde moest begrijpen dat er restricties zijn aan het bouwen en verbouwen van zijn goed. Geen enkele minister van Ruimtelijke Ordening sinds Eddy Baldewijns (SP) heeft ooit de intentie gehad om wie zonevreemd woonde, te verplichten zijn goed te verwaarlozen.

Maar een psychose heeft niet veel voedsel nodig. Die roept de politiek over zichzelf af als de wet zelfs voor juridische bollebozen een soep is. En als de partijpolitieke koorts toeslaat, wordt het nog pittiger, want 300.000 zonevreemde woningen, dat staat voor een pak kiezers. In zo’n sfeer volstaat één beeld van een slopersbal tegen een illegaal bouwsel (wat dus iets anders is dan een zonevreemde woning) om zelfs de meest nobele bedoeling te kelderen. En ook het gewenste beleid.

De regeling die Dirk Van Mechelen onlangs na maanden studie bekendmaakte, was geen ‘verstrenging’ of ‘versoepeling’ van artikel 166 van het decreet van 1999. Het was gewoon de invulling waar de vorige regering niet meer aan toe was gekomen.

Maar het onheil was al geschied. De stemmingmakerij had ondertussen al maandenlang gewoekerd, en de druk van met name veel liberaal stemmend volk, dat niet alleen Karel De Gucht maar ook Guy Verhofstadt overstelpte met klachten, werd onhoudbaar. Dirk Van Mechelen moest zijn eer als deskundig minister opofferen aan het partijbelang op korte termijn: de VLD wil een volkspartij worden. Als de VLD in 2003 wil winnen, moet niet élke kiem van de Belgische ziekte eraan geloven. Een siroopje volstaat.

Wetteloosheid leidt tot discriminatie. Die wetteloosheid verhelpen gaat niet zonder au voor wie jarenlang al dan niet moedwillig beter is geworden van de voorbije laksheid. Het is bizar dat Karel De Gucht, een legalist met veel ontzag voor de rede, nu toch het hoofd heeft gebogen. Hij nam het motto over van zijn partijgenoot Aimé Desimpel, eigenaar van een riant ’tuinhuisje’: Keep it simple. Het hoeft niet correct te zijn, als het maar simpel is.

Welja, als de VLD dat motto nu ook eens zou gaan toepassen op terreinen waar ze geen stemmen te halen heeft. Mensen zonder papieren bijvoorbeeld. Regulariseer maar, zonder onderscheid. Da’s simpel.

Filip Rogiers

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content