Koen Meulenaere
Koen Meulenaere Van 1991 tot 2012 de satiricus van Knack

Vijf bladzijden, dat was wat onze chef-boeken onlangs nodig had om uit te drukken wat in één zin ook had gekund: “De Nieuwe Encyclopedie van de Vlaamse Beweging is een waardeloze bundel papier.” Papier van goede kwaliteit, dat wel, maar helaas bedrukt met onzin waarvoor de verbruikte inkt op de post “verkwistingen” moet worden ingeschreven.

Reynebeau haat Vlaanderen. Heette oorspronkelijk Van Reinegem, wat niet alleen te veel deed denken aan die rubrieken in de Gouden Gids waarin men ook ’t Ruimerke en Beerputten Jos aantreft, maar bovendien fonetisch gesproken veel te Vlaamse-polderachtig klonk. Op zijn achttiende verjaardag veranderde Marc Van Reinegem zijn naam in Marc Reynebeau, en werd lid van tal van Waalse strijd- en cultuurverenigingen. En supporter van Standard.

Reynebeau weigert het bestaan van Vlaanderen te erkennen. De provincie West-Vlaanderen, eventueel. Vooral als onze uitgever de redactie met een bezoekje vereert. Oost-Vlaanderen, à la limite. Maar voor de rest bestaat wat niet in Nederland ligt en toch het Nederlands als streektaal heeft, enkel uit de hertogdommen Brabant en Limburg. Alle zijn deelgebieden van het koninkrijk België, dat een deel vormt van de Europese Unie en het Atlantisch Bondgenootschap.

Voor Van Reinegem is er maar één standaardwerk over de Vlaamse Beweging, en dat is “Het klauwen van de leeuw”. Waarin die Vlaamse Beweging trouwens het bestaansrecht wordt ontzegd. Geen radio- of televisieprogramma waarin onze chef-boeken zijn opwachting maakt, of het is om te schimpen op Vlaanderen, zijn volk en zijn leider. Reynebeau loochent zelfs het bestaan van de Vlaamse gaai, en heeft eens een drukbeklant restaurant in rep en roer gezet nadat een onnadenkende ober hem Vlaamse carbonnade had aanbevolen.

Van de wetenschappelijkheid van de nieuwe encyclopedie, bleef weinig overeind nadat Reynebeau te weten was gekomen dat het biografietje van Hendrik Elias geschreven was door Volksuniestichter Frans Van der Elst, tijdens de repressie de advocaat van Elias. “Propaganda voor eigen stal, volstrekt onbetrouwbaar, en intellectueel onwaardig”, concludeerde onze chef-boeken. “Zeker niet kopen.”

Waarna hij een lange lijst publiceerde met alternatieve bestedingswijzen voor 3990 frank. Op één in die rangschikking: de aanschaf van vier exemplaren van “Het klauwen van de leeuw”. Aangevuld met een werkje over de Berlijnse periode van Paul Van Ostaijen.

Fanatieke knaap, onze chef-boeken. Daagde onze chef-economie ooit uit tot een duel, nadat die “Ulysses” van James Joyce, het boven alles verheven meesterwerk van de literatuur, een onbegrijpelijke warboel had genoemd. “Volgens mij”, mompelde Despiegelaere, “hebben wij hier te maken met een lijvig manuscript, dat op zekere dag van de plank is gevallen, waarna alle zinnen en woorden dooreen geklutst op de grond lagen. De schoonmaakster heeft alles op een hoopje geveegd, en in die volgorde is het ook afgedrukt.”

Onze chef-economie is geen aanhanger van de stream of consciousness-techniek. Tenzij voor het telen van tabak. Voor onze chef-boeken was deze typering van Ulysses een blasfemie van de hoogste soort. Er wordt in zijn bijzijn niet gelachen met Joyce: niet met James en niet met De Troch. Dat onze chef-economie bij het uitspreken van deze godslastering, niet eens de moeite deed om zijn sigaar uit zijn mond te nemen, overtrof al het schandelijke wat tot dan toe in de wereld had plaatsgegrepen.

“En ik zal u nog iets vertellen”, vervolgde Despiegelaere, die eens hij gelijk heeft daar gaarne de nadruk op legt. “Volgens mij is hij de laatste driehonderd bladzijden zijn leestekens vergeten. Net als het interessant wordt. Ik vraag me af wat gij zoudt zeggen, mocht ik in mijn rubriek punten en komma’s weglaten.”

“Niets,” brieste op zijn beurt onze chef-boeken, “want als er in de Knack één rubriek is die ik nog nooit heb gelezen, dan is het wel de uwe. Een mens moet een minimum aan niveau behouden.” Dit viel dan weer verkeerd bij Despiegelaere, waarna Reynebeau hem uitdaagde voor een duel in het Ter Kamerenbos. Onze chef-economie stemde onmiddellijk toe.

Toen Reynebeau zich de volgende ochtend om halfzes, met een inderhaast bij het centrum voor daklozen opgetrommelde secondant, op de afgesproken plaats in het bos bevond, het kistje met pistolen onder de arm, was daar van Despiegelaere geen spoor te bekennen. Die was lekker thuis in zijn bed blijven liggen. “Voor zo een dwaas sta ik niet op”, verklaarde hij later zijn afwezigheid. Hierbij in het midden latend of hij het had over Joyce, dan wel over onze chef-boeken. Of over beiden, wat bij nader inzien het meest waarschijnlijk leek.

Overigens traden heel wat cheffen en redacteurs de mening van onze chef-economie bij: aan Ulysses is geen touw vast te knopen. Wie twee boekbesprekingen leest, weet er meer van dan de sukkelaar die de roman zelf probeert te doorworstelen. Volgens de meesten van ons, was om het even welk boek van Ernest Claes beter. Maar volgens onze chef-boeken, waren wij gewoon te dom om Joyce te begrijpen. Na deze bewering rolde de hele redactie vechtend over het tapijt, zoals elke dinsdag rond de klok van twaalven.

Het is wel vaker hommeles tussen boeken en economie. Vorige week nog, toen we Lettermannetje aan het spelen waren. U kent de opzet van dit leerrijke spel: elke deelnemer trekt een kaart waarop een vraag staat, en een draaiende schijf bepaalt met welke letter het antwoord moet beginnen. Zo moest onze chef-economie een land vinden waarvan de naam met een ‘Q’ begint. Despiegelaere redde zich meesterlijk met Cuba, maar onze chef-boeken, die de score bijhield, keurde dit af. Toen hij zelf even later een lied met een ‘X’ moest vinden, en “Ik zie zo geren mijn duivenkot” wel geldig rekende, verloor onze chef-economie zijn zelfbeheersing.

Als de Franstalige partijen een beetje verstand van electorale strategie hebben, zetten ze op 13 juni Van Reinegem op hun lijst. Gedaan met de Vlaamse aanspraken op Brussel.

Koen Meulenaere

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content