Wat Johan Vande Lanotte en Hans Bonte niet is gelukt, kreeg Knack wel voor elkaar: we schreven ons incognito in voor een seminarie dat Vlaamse werkgevers wou informeren over de voor- en nadelen van Oost-Europees personeel. ‘Als men u Polen aanbiedt voor 5 euro per uur, ga er dan maar van uit dat er iets niet in de haak is.’ Verslag van een leerrijke undercoveropdracht.

‘Kun je Poolse werknemers tewerkstellen tegen 5 à 6 euro per uur?’ Over die vraag organiseerde de juridische afdeling van het Vlaamse uitzendbureau ASAP vorige week vrijdag een seminarie, waarop zowat half industrieel Vlaanderen was uitgenodigd. Het seminarie beloofde antwoorden op interessante vragen zoals: Noodzaak of niet van een arbeidskaart en -vergunning? Zijn alle (Oost-)Europese landen ‘gelijk’ wat het aantrekken van arbeidskrachten betreft? En kunnen Poolse uitzendkrachten door een Nederlands uitzendbureau naar België worden gezonden? Toevallig net de vragen waarmee half industrieel Vlaanderen worstelt. De twee seminariesessies, van zestig man per keer, zaten dan ook afgeladen vol.

Er moesten zelfs mensen worden geweigerd. Johan Vande Lanotte en Hans Bonte, respectievelijk voorzitter en arbeidsspecialist van de SP.A, raakten bijvoorbeeld niet binnen. Omdat de socialistische politici wel verwachtten dat hun aanwezigheid mogelijk niet op prijs zou worden gesteld, schreven ze zich incognito in. Johan Vande Lanotte liet een medewerker mailen om ‘een persoon op naam van de nv Plassendale’ in te schrijven. De poging was misschien wat te opzichtig en werd geweigerd – het is niet meteen een geheim dat de SP.A-voorzitter aan de touwtjes trekt bij de overkoepelende nv van het Oostendse bedrijvenpark. Maar ook de inschrijving van Hans Bonte, als ‘business adviser’van een Luikse deurenmaker, haalde de selectie niet. Het doet haast vermoeden dat de deelnemers van het seminarie nauwgezet werden gescreend. Al is het in dat geval wel bizar dat er achter een inschrijving op naam van RMG (Roularta Media Group), twee dagen na de pogingen van Bonte en Vande Lanotte, geen journalist vermoed wordt. En men mij vriendelijk uitnodigt voor de tweede sessie van het seminarie.

Het is zeker niet de industriële elite die vrijdagmiddag aanwezig was in het Gosset Hotel in Groot-Bijgaarden. Een paar grote namen zijn op het aanbod ingegaan, maar voor het grootste deel bestaat het publiek toch uit vertegenwoordigers van kleine en middelgrote ondernemingen. Vooral de bouwsector is bijzonder goed vertegenwoordigd. Volgens schattingen van de sociale inspectie zijn in ons land ongeveer 50.000 Centraal- en Oost-Europese bouwvakkers, legaal of illegaal, aan de slag. Een blik op het deelnemersveld leert dat dat waarschijnlijk geen praatjes zijn. Een overzicht van een boeiend werkseminarie, met commentaar van twee socialistische politici die er niet bij mochten zijn.

***

Voorbeschouwing. De deelnemers van het seminarie zijn duidelijk niet alleen gekomen voor de juridische uiteenzetting van ASAP. De gratis broodjeslunch vooraf is het ideale moment om elkaar uit te horen en ervaringen uit te wisselen. ‘Wij hebben momenteel een dertigtal Tsjechen op hotel zitten om in te springen waar nodig’, vertelt een ondernemer. ‘Ik ben er heel tevreden over, want die mannen hebben echt wel handen aan hun lijf. Ik kan er ook altijd op rekenen. Als ik mijn contactpersoon in Tsjechië laat weten dat ik die dag zoveel timmermannen, zoveel stukadoors en zoveel loodgieters nodig heb, dan staan ze er ook effectief. Die flexibiliteit, absoluut essentieel in mijn branche, vind je in België niet. Wanneer ik met interimmers werk, is het altijd afwachten of ze wel echt komen opdagen. Als je daarop moet vertrouwen, haal je nooit je deadlines.’

De omstanders hangen aan zijn lippen. ‘Ze hebben ook nadelen natuurlijk, die Oost-Europeanen. De taal is een handicap. Je kan ze ook beter niet in contact laten komen met de klanten, want die staan er vaak vrij negatief tegenover. Nog een goeie tip: het kan zeker geen kwaad dat je in het begin af en toe de ploegbaas ’s avonds op hotel laat controleren of ze niet te veel zuipen. De lonen die zij hier krijgen zijn voor hen enorm, waardoor ze hun gevoel voor maat al weleens durven te verliezen. Of ik zo veel bespaar? Ja, maar toch minder dan je zou denken. Het verblijf en vervoer is natuurlijk ook voor mijn rekening. Voor mij is het voornaamste voordeel hun betrouwbaarheid. Ze doen wat je hen vraagt zonder te zagen. Belgische werknemers die bij mij beginnen, houden het vaak niet langer dan twee dagen uit.’

JOHAN VANDE LANOTTE: Dat verhaal ken ik. Werkgevers die met een zeker machismo zeggen: ‘Op mijn bedrijf werkt men zo hard, dat Belgen het gewoon niet meer willen doen.’ Ik denk dat zo’n ondernemer zichzelf misschien wel eens de vraag mag stellen of hij niet gewoon te veel eist van zijn personeel. We leven in de 21e eeuw, werknemers zijn mondig en geëmancipeerd. Ze laten niet meer met zich sollen. Is dat slecht? De Oost-Europeanen die hierheen komen, zitten natuurlijk in een zwakkere positie. Zij verdienen naar hun normen heel veel geld, dan wil je al eens wat door de vingers zien. Het was bij de uitbreiding van de Europese Unie in ieder geval nooit de bedoeling dat we voor onze arbeidsvoorwaarden de klok zouden terugdraaien naar de negentiende eeuw. En de laatste tijd zíén we negentiende-eeuwse toestanden op onze werkvloeren. Pure Daens.

HANS BONTE: Ik hoor van toestanden waar wij als beschaafd land ons eigenlijk voor moeten schamen. Ik denk bijvoorbeeld aan de zaak van die Moldaviër die van een stelling viel, en door zijn baas op enkele straten van een ziekenhuis werd gedumpt. Wist je dat de allereerste zorg van die arme Moldaviër was: oei, mijn baas zal me toch nog een tweede kans geven?

Als we even egoïstisch redeneren: die buitenlandse goudzoekers werken erg hard voor weinig geld. Daar kan onze economie toch alleen maar wel bij varen?

VANDE LANOTTE: Een socialist redeneert zo niet. Ook uit eigenbelang. Want de Oost-Europeanen zijn natuurlijk alleen goedkoper wanneer de baas de arbeidsregels opzijzet. En dat ondergraaft onze sociale zekerheid.

BONTE: Het dreigt de spuigaten uit te lopen. Is het niet bijzonder ver gekomen als de Confederatie Bouw de pers uitnodigt om te verklaren dat er honderdduizend illegale Polen bij hun leden werken? Dan roepen ze eigenlijk: overheid doe iets. Want we hebben geen andere keuze dan te sjoemelen.

VANDE LANOTTE: Het eerste slachtoffer hiervan is de Belgische werkloze. Die zit stilaan in een onmogelijke concurrentiepositie tegenover het illegale Oost-Europese arbeidscircuit.

Voorstanders zeggen dat je beter de voordeur van de arbeidsmarkt openzet, omdat ze anders door de achterdeur blijven komen.

VANDE LANOTTE: Dat vind ik zo’n naïef verhaal. Waarom zou men in het wit werken, als het zwarte circuit zo veel voordeliger is? Het is nu al mogelijk om Polen legaal hierheen te halen, maar we stellen vast dat het nauwelijks gebeurt. Een sluitende controle is de enige oplossing. Je mag nog duizend keer de voordeur openzetten, als de achterdeur goedkoper is en er wordt niet gecontroleerd, dan blijven ze daarlangs binnenkomen. En zo straf je onrechtstreeks de brave ondernemer die wel via de voordeur wil werken.

***

Het seminarie geeft een wettelijk overzicht van wat mag en niet mag. Toch biedt uitzendbureau ASAP vandaag geen handleiding tot frauderen. ‘Ondernemers die dat van ons verwachten, zijn eraan voor de moeite’, zegt een spreker. Men houdt het op nuttige tips, die de werkgever ‘onnodige administratie en vertraging’ kunnen besparen. Oostblokkers met een dubbele nationaliteit blijken een aanrader, omdat ze geen bijzondere arbeidskaart nodig hebben. Het gaat dan vooral om zogenaamde ‘Duitse Polen’ uit Silezië, dat tot de oorlog deel van Duitsland was. Volgens een spreker van ASAP is het trouwens ‘altijd goed dat u kunt vermijden om met arbeidsvergunningen te werken, want vaak duurt het wel een maand vooraleer die in orde zijn’. Gelukkig blijken er een dertigtal uitzonderingsgevallen te bestaan, waarvoor een arbeidskaart niet verplicht is. ‘En als u toch met arbeidskaarten wilt werken, zet dan in ieder geval nooit een datum op het contract! Met een clausule die de arbeidsovereenkomst pas laat ingaan wanneer de vergunning van de Oost-Europeaan in orde is, bent u beter ingedekt.’

Het toekennen van een arbeidskaart gebeurt in principe alleen als de Dienst Migratie na een arbeidsmarktonderzoek daar de toestemming voor geeft. Er blijken echter ook gevallen te bestaan waarbij de kaart automatisch wordt toegekend. Zoals bij stages, die blijkbaar niet verplicht via een onderwijsinstelling moeten verlopen. In de zaal lijkt men het zeker een nader te onderzoeken optie te vinden. De spreker waarschuwt zijn publiek wel: ‘Als u betrapt wordt met een Pool zonder arbeidsvergunning staan daar strenge straffen op. Al is het nog de vraag of die echt toegepast worden, hoewel ik dat misschien beter niet hardop zeg.’

VANDE LANOTTE: Fraudeurs straffen is inderdaad erg moeilijk. Vaak werkt men via allerlei tussenpersonen, en is niet duidelijk wie nu eigenlijk aansprakelijk is. Vandaar dat wij voorstellen om te werken met een meldingsplicht. Werkgevers moeten verplicht worden om al hun buitenlands personeel aan te geven bij de overheid.

BONTE: Ik heb inspecteurs gesproken die aan mij toegaven dat ze momenteel gewoon niet kúnnen controleren. Vorige week nog ontdekte men op een bouwterrein vijftien Poolse vloerders. Men stopte de inspecteurs daar een aantal Poolse documenten in handen, maar eer die vertaald waren, waren de Polen al gevlogen natuurlijk. En de baas, die wist van niets. Dat is de wetteloosheid hè, en je kunt daar momenteel bijzonder weinig tegen doen. Met als gevolg dat de gefrustreerde inspecteurs hun pijlen dan maar richten op de horeca, waar ze tenminste de indruk hebben dat hun werk zinvol is.

VANDE LANOTTE: Als we nu niet ingrijpen, dreigen onze sociale inspectie en onze arbeidsreglementering alleen nog op papier te bestaan.

Uw voorstel brengt ook bijkomende bureaucratie met zich. De werkgevers klagen daar nu al over: één maand wachten op een arbeidsvergunning kost te veel, vinden ze.

VANDE LANOTTE: Dat vind ik een aanvaardbaar argument. De meldingsprocedure moet binnen de tien dagen afgerond zijn, zodat de werkgever vlug weet waar hij staat.

Hoe staan de coalitiepartners tegenover de meldingsplicht?

VANDE LANOTTE: Ik zou liegen als ik zei dat de VLD daar erg happig op is. Maar tegelijk hoor ik ook van de liberalen dat het principe wel degelijk bespreekbaar is. Over hoe het precies uitgewerkt moet worden, kunnen we nog debatteren. Ik denk dat de VLD er vooral moeite mee heeft dat wij de Belgische werkgever bij misbruik mee verantwoordelijk willen stellen. Toch denk ik dat we onvermijdelijk die weg op moeten. We hebben de koppelbazerij ook alleen kunnen uitroeien door de hoofdaannemer aansprakelijk te stellen voor wat zijn onderaannemers uitvreten met hun personeel.

***

De belastingtarieven van de nieuwe lidstaten worden vergeleken, vooral Polen en Slovenië blijken erg interessant. Een werkgever bespaart vooral wanneer hij erin slaagt om zijn belastingplicht naar het thuisland van zijn Oost-Europese werknemers te verschuiven. Hij kan dat bijvoorbeeld doen via detachering, door tijdelijk werknemers over te nemen van een buitenlands bedrijf dat voor hem in onderaanneming werkt. ‘Met als logisch gevolg dat nogal wat kwieke ondernemers ginds een bedrijf zijn gaan oprichten’ zegt een spreker, ‘maar weet dan wel dat je dan ook in dat land economische activiteiten moet ontplooien.’

Om helemaal in orde te zijn, moeten de buitenlandse werknemers zich schikken naar de Belgische arbeidsvoorwaarden – wat in de praktijk neerkomt op de Belgische minimumlonen en de regels rond arbeidsduur en veiligheidsvoorschriften. Maar ook dat kan men omzeilen, door Oost-Europese werknemers via een zelfstandigenstatuut in dienst te nemen. Een arbeidsvergunning is dan niet verplicht, en zelfs van minimumlonen en arbeidsduurlimieten moet de ondernemer zich in principe niets aantrekken. ‘Ik wens je veel succes om één Pool te vinden die als zelfstandige wil werken’, gromt een tafelgenoot. ‘Ondernemen zit de Oost-Europeanen blijkbaar niet echt in het bloed. En misschien hebben ze met dit systeem al te veel misbruiken meegemaakt. ‘ ‘En met boetes voor schijnzelfstandigen – zelfstandigen die in de praktijk ondergeschikt werken tegenover hun werkgever – lacht men helemaal niet’, vult een spreker van ASAP aan.

BONTE: De fraudeurs zijn inderdaad bijzonder creatief, maar ook in legale constructies, staat de inspectie vaak machteloos. Laatst hoorde ik van een geval waarin alle werknemers keurig wettelijk gedetacheerd waren, tegen het conventionele Belgische minimumloon. Maar de werkgever bleek wel de volmacht over de rekeningen van al zijn buitenlandse arbeiders te hebben. En hij betaalde zichzelf ongeveer de helft van het loon terug voor huisvesting, vervoer… Zo’n carrousel is erg gemakkelijk te organiseren, maar voor de inspecteurs bijzonder moeilijk te betrappen.

VANDE LANOTTE: Uit vrees dat ze buitenvliegen slikken de Oostblokkers alles. Iemand moet opkomen voor de rechten van die mensen. Ik vind dat onze vakbonden daar dringend werk van moeten maken.

Dit probleem zag men natuurlijk jaren geleden al afkomen, nog voor de toetreding van de tien nieuwe landen zelfs. Moeten we niet gewoon vaststellen dat er te weinig gedaan is?

VANDE LANOTTE: Die kritiek wil ik aanvaarden. We hebben ons in slaap laten sussen door de overgangsperiode na de toetreding van de tien nieuwe lidstaten in 2004. Nu de problemen bovenkomen, is pas duidelijk voor welke enorme uitdagingen we staan.

***

Het seminarie loopt naar zijn einde. De advocaten van ASAP sluiten af met een anticlimax. Men vergelijkt de loonkosten van een metaalarbeider die voor een Belgische firma werkt met die van iemand die via een Poolse werkgever legaal aan de slag is in België. Er is een verschil – 18,7 euro per uur tegenover 14,0 – maar het ligt ver van het lokkertje ‘vijf euro per uur’ waarmee ASAP ons warm maakte voor dit seminarie. De spreker waarschuwt zelfs: ‘Als men u Polen aanbiedt voor 5 euro per uur, ga er dan maar van uit dat er iets niet in de haak is.’ De aanwezigen lijken niet meteen geschokt door dat statement.

Het afsluitende vragenuurtje begint. Ik vraag of het wel de moeite is om Polen in dienst te nemen, als een werkgever per uur nog geen 5 euro bespaart – met de huisvesting en het vervoer van de Oost-Europeanen meegerekend, blijft daar waarschijnlijk niets van over. ‘Tja, maar wat doe je als je geen Belgen vindt?’ roept een vrouw vanaf de achterste rij. ‘Er zijn in dit land honderdduizenden werklozen, maar ik zou wel eens willen weten hoeveel werkwilligen er zijn’, beaamt de spreker. Heel de zaal is het roerend met hem eens.

VANDE LANOTTE: Kijk, er zijn veel vacatures, maar er zijn ook nog veel werklozen in dit land. De logische oplossing lijkt me dus in eerste instantie onze eigen mensen aan de slag krijgen via een arbeidsmarktgericht beleid van aanvullende opleidingen en ondersteuning voor de werkgever die zijn vacatures niet ingevuld krijgt.

Ook met een stok achter de deur voor werklozen die eigenlijk liever niet werken?

VANDE LANOTTE: Zeker. Ik heb er geen enkel probleem mee om onredelijke werkweigeraars te schorsen. Tegelijk spreek ik de verantwoordelijkheidszin van de werkgevers aan. Dat allochtonen, gehandicapten en ouderen minder kansen op de arbeidsmarkt krijgen, daar moeten de werkgevers wat aan doen. De overheid zal niet alles kunnen oplossen in hun plaats.

BONTE: We slepen al twintig jaar een grote structurele werkloosheid mee. Ook zien we, onder impuls van de vergrijzing, een groter aantal knelpuntberoepen opduiken. Vandaar dat ik een warm pleidooi houdt voor het Generatiepact. Ik denk dat men door de commotie rond het pact nog niet goed beseft welke enorme maatregelen er in de pijplijn zitten tegen onder meer de jeugdwerkloosheid. Een jonge schoolverlater die een brutoloon van 1300 euro per maand opstrijkt, kost in het huidige systeem ongeveer 1720 euro aan zijn werkgever. Na het Generatiepact wordt dat nog 711 euro, wat dus goedkoper is dan gelijk welke illegale Pool. De excuses van de werkgevers vallen weg. Men zal niet meer kunnen zeggen dat de Belgen te duur zijn. Ik noem dit een historisch moment, het is nu of nooit voor onze arbeidsmarkt. Ofwel gaan de knelpuntberoepen steeds maar toenemen waardoor onze welvaart afkalft. Ofwel is het Generatiepact de duurzame oplossing waar onze arbeidsmarkt zo dringend nood aan heeft. n

Door Jef Van Baelen

‘Als u gepakt wordt met een Pool zonder arbeidskaart staan daar strenge straffen op. Al is het de vraag of die echt toegepast worden, hoewel ik dat misschien beter niet hardop zeg.’ (spreker op het seminarie)

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content