De Toneelfabriek-op-reis : Toneelgroep Amsterdam een week lang in Vooruit.

VOLGENS DE OUDE GRIEKEN stal de halfgod Prometheus het vuur van Zeus om het aan de mensen te geven. Dat was het begin van de beschaving, want vuur betekent energie en liefde. Maar Prometheus werd zwaar gestraft. In de voorstelling die Toneelgroep Amsterdam brengt van ?Prometeus? ( Aischylos), hangt Hans Kesting anderhalf uur tussen hemel en aarde als een gekruisigde, blootgesteld aan vreselijke stormen, regen, donder en bliksem. Maar hij houdt stand als acteur én als personage. Hij is een koppige idealist in een gevecht tegen de tirannie. Een speler die aan handen en voeten gebonden, met lijf en stem een indrukwekkende prestatie levert in een productie waarin de techniek een evenwaardige inbreng heeft.

Het stuk is niet zomaar opgenomen in ?De Toneelfabriek-op-reis? waarmee Toneelgroep Amsterdam begin december Gent aandoet. De Toneelgroep brengt een selectie uit het repertoire van De Toneelfabriek met gespreksronden, workshops, schoolvoorstellingen en feestmuziek. ?Prometheus? wordt door regisseur Titus Muizelaar gezien als een terugkeer naar de bron van het westers theater, de klassieken, maar dan gebracht met de middelen van vandaag. Een verantwoord begin dus van een reeks voorstellingen die niet direct onder één noemer te plaatsen zijn, maar wel allemaal beantwoorden aan wat met de Toneefabriek bedoeld wordt : op een andere manier dan voorheen theatermaken.

?Toneelgroep Amsterdam werd vaak verweten een ?toneelfabriek? te zijn die aan de lopende band stukken produceerde,? zegt dramaturge Laura Minderhoud. ? Gerardjan Rijnders, één van de artistieke leiders ( Titus Muizelaar is de andere) heeft toen beslist die Geuzennaam maar te gebruiken om precies een andere manier van produceren aan te duiden. Anderhalf à twee jaar van te voren diende je al te weten wat je zou spelen, met wie en met welke regisseur, omdat de schouwburgen in Nederland zo lang van te voren hun abonnementen willen verkopen. Daar werden we heel treurig van, omdat toneel zich hier en nu afspeelt en we voor onszelf de mogelijkheid wilden creëren om op kortere termijn te beslissen wat we wilden spelen en met wie.?

?Bovendien hadden we het gevoel dat de repertoirekeuze niet genoeg ruimte bood voor iedereen van het gezelschap om te vertellen wat hij wou doen. Er ging dus veel verloren. Daarom werd de Toneelfabriek ingesteld in het eigen theater, het Transformatorhuis op het terrein van de voormalige Westergasfabriek aan de Haarlemmerweg in Amsterdam. Het plan was om gedurende drie maanden iedereen en alles vrij te houden om op korte termijn producties te maken. Het is niet helemaal zo gegaan omdat er nog voorstellingen waren waarmee we reisden en dus niet iedereen altijd beschikbaar was. Maar we hebben wel onszelf gedwongen om op een andere manier te werken.?

STRENG.

Het bijzondere aan die werking is dat acteurs zelf teksten zoeken rond een actueel onderwerp en ze tot een productie verwerken, of dat een eindwerk van pas afgestudeerden een nieuw leven krijgt in de projecten voor scholen en jongeren. Dingen van vroeger, zoals ?Mooi? en ?Liefhebber?, worden hernomen. Het zijn immers ijkpunten waar het gezelschap nog altijd achter staat. Spelers brengen nieuwe schrijvers aan of schrijven zelf een tekst. Het kan ook dat een stuk in de redactievergadering van de Toneelfabriek gelezen wordt en er daar een grote-zaal-productie uit voortkomt die ook buiten de Toneelfabriek op reis gaat. Dat is het geval met ?Voorjaarsontwaken? van Frank Wedekind in een regie van Gijs de Lange. Die wou al lang eens wat maken voor een grote zaal.

In dit stuk gaat het over de verwarring die ontluikende seksualiteit kan teweegbrengen bij jongeren die heen en weer slingeren tussen angst en verlangen, vaak met desastreuze gevolgen waar hypocriete ouderen en ouders schuld aan hebben. In die productie zie je ook een jonge generatie acteurs aan het werk naast de ouderen. Het is merkwaardig hoe spelers op leeftijd jongens van 18 zijn zonder dat daar theatrale trucs aan te pas komen, en hoe jonge actrices heel sober een rijpheid aan gevoelens weergeven.

De verjonging van Toneelgroep Amsterdam zet zich ook door in het dramaturgisch team en dit jaar zijn er ook drie jonge technici bijgekomen, van wie twee vrouwen.

Als jongste dramaturge wacht Laura Minderhoud nog af om die wisselwerking tussen de vorige en de nieuwe generatie artistiek in te schatten, maar ze stelt in elk geval een nieuwe manier van denken vast. ?Het op elkaar ingespeeld zijn tot in de finesses is er nu nog niet, maar dat ontstaat wel en daar helpt de Toneelfabriek-op-reis wel bij. Daarenboven is het goed dat de jongeren heel sterk staan binnen het gezelschap. Dan sneeuwen ze niet onder. Het belangrijkste uitgangspunt voor Toneelgroep Amsterdam is dat er veel acteurs in vaste dienst zijn en dat die vrij streng behandeld worden wat buitenhuis werken betreft. In principe wordt er geen toestemming gegeven voor extra’s in film, televisie of in andere gezelschappen.?

?Wat Toneelgroep Amsterdam wil opbouwen is een gezelschap dat op een bepaalde manier toneel maakt en dat bepaalde producties op het repertoire houdt om ze bij tijd en wijle weer uit de kast te halen en ze eventueel naast een andere productie te plaatsen. Met acteurs die niet in vaste dienst zijn, gaat dat moeilijk.?

KERSTMIS.

Door het naast elkaar plaatsen van producties, zoals het in de Toneelfabriek-op-reis gebeurt, kan het publiek zelf het engagement van het gezelschap ontdekken. In Gent zal de troep ook repeteren voor de kerstproductie ?Licht?, een voorstelling van Rijnders en Muizelaar waarin duidelijk wordt gemaakt hoe het gezelschap over kerstmis denkt. En misschien is er kans op een preview.

Een typisch stuk waarmee wordt beklemtoond dat het initiatief bij de mensen van het gezelschap zelf kan liggen, is ?Ashes to Ashes?, het nieuwste stuk van Harold Pinter. Dramaturge Janine Brogt kent Pinter goed en hij liet haar als één der eersten buiten Engeland zijn stuk lezen. Brogt was zo enthousiast dat ze Pinter vroeg het in de Toneelfabriek te mogen uitproberen. Eerst wou hij het niet, tenzij in zeer besloten kring. Pierre Bokma en Lineke Rijxman spelen het in een regie van Titus Muizelaar. Pinter was opgetogen.

Nu het stuk ondertussen ook in Londen in première is gegaan, kan Toneelgroep Amsterdam het brengen. Het is één van de diepst snijdende voorstellingen van de jongste jaren. In deze confrontatie van een man en een vrouw met zo’n verregaande verwijzingen naar de relatie tussen binnen- en buitenwereld, krijgt de kamer met uitzicht op de kleine tuin waarin het stuk zich afspeelt, de dimensies van een duizelingwekkend universum.

Maar wat hebben Gent en de Vooruit met Toneelgroep Amsterdam dat de Toneelfabriek zich precies daar voor een weekje komt vestigen ? Er is al langer een samenwerking met Toneelgroep Amsterdam, zegt Luc Dewaele, toneelprogrammator van Vooruit. ?We wilden wat meer tonen van dat gezelschap en dus kwam het goed uit om de Toneelfabriek-op-reis in de Vooruit onder te brengen. Wij beschikken echter niet over zo’n grote zaal dat we alles kunnen laten zien. ?De drang? bijvoorbeeld van F.X. Kroetz, kan hier niet staan omwille van het decor. Zo’n invasie van een toneelgroep lijkt me trouwens voor de hele stad plezant, zeker ook omwille van de randactiviteiten. We willen die formule ook met andere gezelschappen proberen, dus meer doen dan maar wat doorsluizen.?

Toentertijd is er veel gedaan voor de theaterspreiding, maar die decentralisatie is beginnen doorwegen op de mensen die ze moeten realiseren. Dewaele constateert dat bepaalde gezelschappen opteren voor langere reeksen voorstellingen in één en dezelfde zaal, vooral als de infrastructuur van die zaal ervoor geschikt is. In plaats dat de gezelschappen zich meer gaan verplaatsen, wordt het publiek naar grotere centra aangetrokken. Op die manier gaat ook het gemiddelde aantal toeschouwers omhoog en het stimuleert een acteur meer als hij één keer kan spelen voor 600 mensen dan drie keer voor 200.

De keuze van de voorstellingen gebeurde op basis van artistieke overwegingen, maar de gebruikelijke praktische bezwaren waren er ook. Vier avondproducties voor de grote zaal op één week tijd zouden voor het publiek moeilijk te doen zijn geweest. Het zijn er toch nog drie geworden, omkaderd door kortere stukken met kleine bezetting. Er diende ook rekening gehouden met de Nachtfabriek : het gratis laatavond rendez-vous (vanaf 23.00) met spelers die zich eens van een heel andere kant laten zien.

ZIEL.

Wie meer wil vernemen over het wezen en de werking van Toneelgroep Amsterdam kan (3, 5 en 7/12 om 19 u.) gratis de Fabrieksgeheimen komen beluisteren in het foyer van Vooruit. Daar leggen regisseurs en dramaturgen de ziel van hun gezelschap bloot. Ook is er (4 en 6/12) een open bedrijven-rondgang met een praatje met de fabrieksmedewerkers.

In de namiddag worden vooral jongeren en scholen geviseerd, met voorstellingen en nagesprekken, en met workshops met studenten uit de theateropleiding.

Van deze Toneelfabriek-op-reis is geen enkele avondproductie te missen. ?Mooi? is een pijnlijk relatiedrama, op het wrede af. Het wordt op één avond gespeeld met ?Liefhebber?, eveneens van Rijnders. Daarin laat een theatercriticus stoom af over het verloederde theater dat hij telkens moet meemaken. Maar de verloedering rondom hem, in eigen huis nog wel, ziet hij niet. Ook een relatiedrama en ook wreed, maar op een andere manier en in een totaal andere vormgeving.

De kroonstukken van de Gentse Toneelfabriek-op-reis zijn ?Prometheus?, ?Ashes to Ashes? en ?Voorjaarsontwaken?. Met ?Prometheus? wordt de toeschouwer aan de oer-elementen herinnerd, in ?Voorjaarsontwaken? aan de seksuele drift. In ?Ashes to Ashes? gaat de herinnering aan de gruwelen van de twintigste eeuw op in sigarettenrook tijdens een onderkoelde ontmoeting tussen een man en een vrouw. Een relatiestoornis om koud bij te worden.

Hugo Koolschijn besluit de reeks met de zelfgeschreven monoloog ?Zangles?, over een ambitieuze maar onzekere acteur die rust vindt bij zijn oude zangleraar. Vooruit biedt een week lang kwaliteitstheater aan, rechtstreeks van fabriek tot verbruiker. Wie meer dan één voorstelling bijwoont, krijgt honderd frank reductie op elke volgende voorstelling. Fabrieksprijzen dus.

Roger Arteel

Van 3 tot en met 7/12. in Vooruit, Gent. Info en reservaties : 09/267.28.28.

Titus Muizelaar, Fred Goessens en Lineke Rijxman in Liefhebber : verloedering alom.

Hans Kesting en Hugo Koolschijn in Voorjaarsontwaken : jongens tussen angst en drift.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content