UW ERFENIS in 20 woorden

Wie iets wil begrijpen van de erfenisregels heeft een goed woordenboek nodig. Maar met twintig kernbegrippen raak je al een heel eind op weg om grove fouten te vermijden.

‘In tegenstelling tot in andere landen is er bij ons een grote traditie om eigendom door te geven via de erfenis. In Nederland bijvoorbeeld is dat totaal anders: ouders schenken tijdens hun leven al veel meer weg aan hun kinderen’, zegt advocate Liliane Versluys, die een boek schreef over het Belgische erfrecht. In ons land komen vermogensstromen meestal pas na een overlijden op gang. Daardoor is er een hele industrie van notarissen, fiscale advocaten en vermogensbeheerders ontstaan die zich opwerpt als de beschermer van onze zuurverdiende centen tegen de boze grote staat die telkens klaarstaat om een deel van de erfenis af te romen. Maar het erfenisrecht is wel meer dan enkel het betalen van successierechten. Het is een kluwen van regels en verplichtingen, met om elke hoek wel een valkuil. We maken u wegwijs in het labyrint.

1 | Napoleons tijd

De Belgische erfenisregels zijn verouderd en dateren nog uit het tijdperk van Napoleon, zo luidt de dooddoener. En het klopt dat Napoleons Code civil uit 1804 een exportproduct was dat ook in de geannexeerde gebieden werd opgedrongen. ‘De herinnering aan Waterloo zal de roem van mijn vele overwinningen op het slagveld uitwissen. Maar wat niet zal worden uitgewist en wat eeuwig zal bestaan, is mijn Code civil’, sprak Napoleon toen hij in ballingschap was op St. Helena. Zoveel jaren later is het inderdaad nog steeds de basis van ons burgerlijk wetboek, en veel van de erfenisregels van toen gelden vandaag nog altijd. Toch is Napoleon niet de grondlegger van ons erfrecht. ‘Hij heeft de verschillende wetten in een codex gegoten, maar eigenlijk zijn het principes die al gangbaar waren in het Romeinse en het Frankische recht. Dus eigenlijk is ons erfrecht nog veel ouder dan wordt aangenomen’, zegt Versluys. Al wil ze daarmee niet zeggen dat het verouderd is. ‘Als het al zo lang meegaat, moet het toch zijn dienst al hebben bewezen.’

2 | Wettelijke reserve

De wettelijke reserve van de erfenis is een principe dat diepe wortels heeft in onze geschiedenis. Voor Napoleon was het de realisatie van het gekoesterde gelijkheidsbeginsel, terwijl het voor de Romeinen vooral een onderhoudsplicht was voor de naaste bloedverwanten. De wettelijke reserve is het deel van de erfenis dat is voorbehouden aan de wettelijke erfgenamen: de echtgenoot of echtgenote, de kinderen of bij gebrek aan kinderen de ouders van de overledene. Zij hebben het recht om hun deel van de erfenis op te eisen, zelfs als de overledene dat niet wilde. Daardoor blijft er voor ouders met verschillende kinderen weinig ruimte over om de erfenis vrij in te vullen. Want een enig kind heeft recht op de helft van de nalatenschap, twee kinderen hebben samen recht op twee derde van de erfenis en drie of meer kinderen kunnen samen driekwart van de erfenis opeisen. In tegenstelling tot in de Angelsaksische wereld is het niet mogelijk om kinderen te onterven. En een man kan zijn hele vermogen zomaar niet nalaten aan zijn maîtresse. ‘Het is nog een erfenis uit het verleden, toen het vooral de bedoeling was om de nalatenschap zo veel mogelijk binnen de familie te houden’, zegt Versluys.

3 | Erfgenamen vinden

De wettelijke erfgenamen staan als eerste in rij bij de verdeling van de erfenis. Maar wat als iemand overlijdt die niet getrouwd is of wettelijk samenwoont, geen kinderen heeft en die ook zijn ouders al had verloren? Bij gebrek aan een testament begint dan de zoektocht naar andere erfgenamen. Het is een queeste die sterk lijkt op een stamboomonderzoek omdat het erfrecht er een logica op na houdt met verschillende voorrangordes, met binnen elke orde nog eens een graad die aangeeft wie op de eerste rij staat. In de eerste orde horen de rechtstreekse afstammelingen thuis, zoals kinderen, kleinkinderen of achterkleinkinderen. Binnen een orde is het de generatie die het dichtst bij de overledene staat die recht heeft op de erfenis. Zo kunnen kleinkinderen pas erven als de kinderen al zijn gestorven. Als er geen afstammelingen zijn, komen de ouders in het vizier. Zij hebben recht op de helft van de erfenis, terwijl de andere helft wordt verdeeld over de broers en zussen. Ze hebben recht op de volledige erfenis als de overledene geen broers en zussen heeft. Als er ook in deze orde geen erfgenamen zijn, gaat het recht op de erfenis over naar grootouders of overgrootouders. Pas als dat geen erfgenaam oplevert, is het de beurt aan ooms, tantes, neven en nichten. Soms is er sprake van plaatsvervanging. Als de overledene kinderloos sterft, gaat de erfenis (of toch minstens de helft) naar zijn broer en zus. Als ook de broer is overleden, wordt de helft van de nalatenschap over zijn kinderen verdeeld en krijgt de zus de andere helft. Als die hele zoektocht geen enkele erfgenaam oplevert, is het uiteindelijk de staat die de erfenis opstrijkt.

4 | Boedelbeschrijving

Er moet natuurlijk iets zijn om te verdelen vooraleer er sprake kan zijn van een erfenis. Voor de nabestaanden is de notaris vaak de eerste hulplijn die ze inroepen. Hij kan een authentieke akte opmaken met de boedelbeschrijving of inventaris van de nalatenschap: de gezinswoning, het buitenverblijf aan zee, de spaarrekening, de kasbons in de kluis of de beleggingsfondsen. ‘Zo’n boedelbeschrijving door de notaris komt in de praktijk niet zo vaak voor’, zegt de Gentse notaris Maarten Duytschaever. Ze is wel verplicht als er onder de erfgenamen minderjarigen zijn of mensen die handelingsonbekwaam zijn. Die mensen worden door de wet extra beschermd. ‘Meestal zijn de kinderen toch goed op de hoogte over het vermogen van hun ouders en is het niet nodig dat door de notaris een notariële inventaris wordt opgemaakt’, zegt Duytschaever. De kostprijs van zo’n inventaris is afhankelijk van de lengte en varieert van 300 tot 600 euro (inclusief btw).

5 | Heling

Het kan natuurlijk verleidelijk zijn om een deel van de nalatenschap verborgen te houden. Want wie gaat het baar geld uit vaders kluis missen? Of de oude kasbons die nog in een bureaulade zaten weggemoffeld? Of moeders juwelen die ze in haar nachtkastjes bewaarde? ‘Er zijn meestal twee redenen om bepaalde goederen niet op te nemen in de nalatenschap: erfgenamen die zo successierechten willen ontwijken, of die net willen vermijden dat de andere erfgenamen er hun deel van krijgen’, zegt Versluys. Nochtans is dat niet zonder risico: het gaat om heling van erfgoederen. Zodra dat aan het licht komt, verliest de ‘heler’ elke mogelijkheid om de erfenis te verwerpen. Dat kan weleens verkeerd uitdraaien als er achter de erfenis ook een grote schuldenberg schuilgaat. Bovendien kan de heler ook geen aanspraak meer maken op het deel van de erfenis dat hij probeerde weg te moffelen: de andere erfgenamen zullen er ongetwijfeld heel blij mee zijn. Hetzelfde geldt ook voor erfgenamen die zedig zwijgen over het geld dat ze vele jaren geleden geschonken kregen, bijvoorbeeld als ruggensteuntje bij de bouw van een huis. Een schenking kan nu eenmaal ook de andere erfgenamen benadelen.

6 | Bewijs van schenking

Als ouders hun spruit bouwgrond of een huis schenken, moeten ze dat laten registreren bij een notaris. Daardoor moeten er op de schenking registratierechten worden betaald. Zo’n registratie is niet verplicht voor roerende goederen zoals geld, kunst of papieren effecten. ‘Het is wel belangrijk dat er een bewijs is van de schenking. Een handgeschreven vodje volstaat niet. Het moet duidelijk zijn wanneer de schenking is gebeurd, bijvoorbeeld door een aangetekende brief te versturen waarin de schenking wordt aanvaard’, raadt notaris Duytschaever aan. Want op een schenking die niet werd geregistreerd, zijn wel successierechten verschuldigd als de schenker binnen de drie jaar sterft. ‘Ouders kunnen aan een schenking ook voorwaarden koppelen, bijvoorbeeld dat de schenking enkel mag worden gebruikt voor de aankoop van een woning. Ze kunnen ook aangeven dat ze de schenking kunnen terugeisen als de kinderen niet voldoende instaan voor hun levensonderhoud als ze daar zelf niet meer toe in staat zijn. Dergelijke voorwaarden leg je het best vast in een schenkingsakte bij de notaris’, zegt Duytschaever. De kostprijs van zo’n schenking bij de notaris is afhankelijk van het geschonken bedrag.

7 | Registratierechten

Wie een schenking ontvangt, moet daarvoor schenkings- of registratierechten betalen als de schenking werd geregistreerd bij een notaris. Bij de schenking van vastgoed is dat verplicht. De registratierechten variëren dan afhankelijk van de band tussen schenker en begiftigde: de tarieven zijn lager voor kinderen dan voor vreemden. De tarieven stijgen ook naarmate de waarde van het vastgoed hoger ligt. Voor de kinderen gaat dat van 3 procent op het gedeelte tot 12.500 euro tot 30 procent op het gedeelte boven 500.000 euro. Voor schenkingen van roerende goederen (zoals meubelen, geld, juwelen of kasbons) geldt een vlak tarief van 3 procent voor schenkingen in rechte lijn (kinderen, kleinkinderen, echtgenoten en samenwonenden) of 7 procent voor schenkingen aan andere personen. Daarmee liggen de registratierechten fors onder de tarieven van de successierechten.

8 | Schulden

Er zijn soms goede redenen om een erfenis aan je neus voorbij te laten gaan. ‘Openstaande schulden zijn zowat de belangrijkste reden om een erfenis te verwerpen. Erfgenamen erven niet alleen de nalatenschap, ze erven ook de openstaande schulden’, zegt Duytschaever. Soms ontpopt een erfenis zich daardoor tot een vergiftigd geschenk. Maar niemand kan een erfgenaam verplichten een erfenis te aanvaarden, want daarnaast zijn er nog twee andere opties. Ofwel de erfenis verwerpen als blijkt dat de schuldenberg groter is dan de nalatenschap en de erfgenaam er dus zelf aan zal verliezen. Ofwel de erfenis aanvaarden ‘onder voorrecht van boedelbeschrijving’. Die laatste optie is er vooral wanneer het nog niet duidelijk is of er al dan niet schulden zijn. Op het einde van de rit zal de erfgenaam die kiest voor deze optie nooit méér schulden moeten betalen dan de goederen die hij erft. ‘Het is dus een verzekering tegen de kwalijke gevolgen van een verborgen schuldenberg. Kinderen hebben meestal wel een goed zicht op de nalatenschap van hun ouders en zij maken zelden gebruik van deze optie. Maar wie erft van een verre oom die hij amper kent, heeft vaak een minder goed zicht op diens financiële situatie. Dan kan zo’n veiligheidsbuffer zeker nuttig zijn’, zegt Duytschaever.

9 | Regioshopping

De belastingen op de geërfde goederen zijn veel erfgenamen een doorn in het oog. Een uniform tarief is er niet. Om te beginnen stijgen de tarieven naarmate de graad van verwantschap afneemt: voor kinderen gelden veel lagere tarieven dan voor vreemden. Bovendien zijn de successierechten ook nog eens progressief: hoe hoger de waarde van de geërfde goederen, hoe hoger de successierechten. In het Vlaams Gewest betalen kinderen 3 procent voor een bedrag tot 50.000 euro. Voor broers en zussen is dat 30 procent en bij vreemden 45 procent. De tarieven verschillen per gewest. Zo geldt in Vlaanderen een tarief van 9 procent voor het gedeelte tussen 50.000 euro en 250.000 euro. In Brussel is dat het dubbele voor de schijf tussen 175.000 en 250.000 euro. Voor sommigen zou dat wel eens het sein kunnen zijn om aan ‘regioshopping’ te doen: in functie van de successierechten verhuizen naar het gewest met de meest voordelige tarieven. Maar daarvoor heeft de overheid een stok achter de deur: als de overledene tijdens de laatste vijf jaar op verschillende plekken woonde, dan is de plaats waar hij het langst woonde bepalend.

10 | Successieplanning

Successieplanning is eigenlijk een containerbegrip. Het behelst allerlei ingrepen om de factuur van de successierechten tot een minimum te beperken. ‘Het is zo’n begrip waarmee je de mensen alleen maar opjaagt. Het is een reflex die je kunt vergelijken met die van een consumentenbeweging: haal het onderste uit de kan. Sommige advocaten spelen daar handig op in. Maar niet iedereen moet eraan beginnen’, vindt Versluys. Successieplanning kan veel omvatten: een deel van het vermogen wegschenken aan de kinderen, het opstellen van een testament, maar ook constructies opzetten om een woning te kopen en de eigendom ervan te verdelen over de ouders en de kinderen. De fiscus bekijkt dergelijke constructies meer dan vroeger met argusogen. Sinds de antimisbruikbepaling van 2012 mogen er geen constructies meer worden opgezet die enkel de bedoeling hebben om successierechten te vermijden. Een deel van het vermogen wegschenken is de populairste vorm van successieplanning. ‘Je moet daar wel voorzichtig mee omspringen’, raadt Versluys aan. ‘Het is niet verstandig om tijdens je leven alles weg te schenken. Je kinderen betalen dan minder successierechten, maar wat gebeurt er als je tachtig bent en de klok rond verzorging nodig hebt?’

11 | Testament

Een testament is er vooral om aan te geven aan wie u wilt nalaten, of aan wie niet. Het voordeel ervan is dat u er tot aan uw dood heer en meester over blijft. Wilt u iets aanpassen? Geen probleem. Wilt u ook uw neefje iets nalaten? Dan kunt u dat opnemen in uw testament. Maar krijgt u achteraf spijt van die beslissing omdat er ruzie is ontstaan? Dan kunt u de klok weer terugdraaien. Ook voor feitelijk of wettelijk samenwonende koppels is het een instrument om een aantal zaken te regelen die voor hen niet geregeld zijn in het wettelijk erfrecht. Een testament kunt u eigenhandig schrijven, maar dan moet u het wel dateren en ondertekenen. Om te vermijden dat het verloren gaat of dat een van de erfgenamen het achterhoudt, kunt u het melden bij het Centraal Register voor Testamenten of in bewaring geven bij een notaris. Het probleem is dat er bij zo’n testament een grote kans is op juridische fouten. Daarom is het vaak beter om het te dicteren aan een notaris. Zo’n notarieel testament heeft een grotere bewijskracht en het kan niet verloren gaan omdat de notaris het aan het Centraal Register van Testamenten moet bezorgen. De kostprijs bij de notaris bedraagt zo’n 300 à 400 euro voor een notarieel testament. Voor een eigenhandig testament is dat 200 à 300 euro.

12 | Kinderen onterven

‘Het komt regelmatig voor dat een ouder een van zijn kinderen wil onterven. Soms omdat er een grote ruzie is ontstaan, maar het valt ook voor wanneer een ouder geen contact meer heeft met de kinderen uit zijn eerste huwelijk’, verduidelijkt notaris Duytschaever. Toch is het in ons land niet mogelijk om kinderen te onterven: ze zijn wettelijk beschermd en hebben recht op hun erfdeel. En dan doet het er niet toe of ze in onmin leven met de ouders of het contact al jaren geleden is verbroken. ‘Het vermogen er zelf doorjagen, is eigenlijk de enige manier om kinderen te onterven. Daar kunnen de kinderen niets aan doen’, zegt Duytschaever. Wat wel kan: het ene kind meer geven dan het andere. Elk kind heeft het recht op zijn wettelijk erfdeel, maar niets belet een van de kinderen ook de rest van de erfenis na te laten. Een ouder kan zijn kinderen wel ’tijdelijk’ onterven door in het huwelijkscontract een clausule op te nemen waardoor het hele vermogen overgaat naar de langstlevende partner. De kinderen zullen dan pas erven wanneer ook de andere ouder sterft. Een broer of zus onterven is wel mogelijk omdat zij geen zogenaamde reservataire erfgenamen zijn.

13 | Successierechten vermijden

‘Er bestaat een perfecte oplossing voor de ontzettend hoge successierechten als je iets wilt nalaten aan iemand met wie er geen bloedband is. Die oplossing is het duolegaat’, zegt Versluys. Wie iets wil nalaten aan een goede vriend of vriendin, zal daarvan bijna de helft naar de staat zien gaan. Want de Vlaamse successierechten zijn het hoogst voor erfgenamen met wie er geen bloedband is. Ze bedragen minstens 45 procent voor een bedrag tot 75.000 euro en lopen op tot 65 procent voor het gedeelte boven 125.000 euro. Om daar een mouw aan te passen is het duolegaat uitgevonden. Het combineert het beste van twee werelden: een deel van de erfenis gaat naar een liefdadigheidsinstelling, die vervolgens ook de successierechten betaalt van het erfdeel van de goede vriend of vriendin. Die ontvangt dus een kleiner erfdeel, maar netto blijft er wel meer van over. ‘Je verlicht de fiscale factuur en tegelijkertijd doe je er een goede daad mee’, zegt Versluys. Het is dus niet verwonderlijk dat organisaties zoals Plan België, het Rode Kruis of Unicef op hun website de voordelen van het duolegaat in de verf zetten.

14 | Kleinkinderen erven Doordat we met z’n allen veel langer leven, erven kinderen op steeds latere leeftijd het vermogen van hun ouders. Tegen dan hebben ze vaak zelf al hun schaapjes op het droge: het huis is afbetaald, er is een mooi inkomen en het pensioenspaarpotje groeit aardig aan. Daarom zien grootouders hun erfenis soms liever naar de kleinkinderen gaan, omdat zij het geld harder nodig hebben. Tot vorig jaar was het onmogelijk om de volledige erfenis na te laten aan de kleinkinderen. Grootouders konden in hun testament natuurlijk wel een deel aan de kleinkinderen nalaten, maar niet meer dan het beschikbaar deel na aftrek van de zogenaamde wettelijke reserve. Sinds eind vorig jaar is dat veranderd. Kleinkinderen kunnen wel alles erven van hun grootouders, maar alleen als de ouders hun erfenis verwerpen. In de oude regelgeving zou het deel van de ouders dan naar hun broers of zussen gaan, maar nu gaat dat erfdeel rechtstreeks naar de kinderen. ‘Maar daarmee blijft het voor grootouders wel onmogelijk om zelf rechtstreeks het hele vermogen aan de kleinkinderen te schenken: het zijn nog altijd de ouders die de sleutel in handen hebben’, zegt notaris Duytschaever. 15 | Stiefkinderen benadeeld

Het is een flauwe woordspeling maar het is niet anders: stiefkinderen worden in het Belgische erfrecht stiefmoederlijk behandeld. Om te beginnen zijn stiefkinderen geen erfgenamen. Tenzij ze dus als erfgenaam in een testament worden opgenomen, zullen ze ook niets erven. Adoptiekinderen daarentegen zijn wel erfgenamen, waardoor sommige mensen wel eens hun stiefkind adopteren om het toch te laten erven. Er werden al wel ballonnetjes opgelaten om stiefkinderen dezelfde erfrechten te geven als de eigen kinderen, maar daar is nog niets van in huis gekomen. Voor de zomer is de Vlaamse regering wel overeengekomen om de schenkingsrechten voor stiefkinderen te verlagen tot het tarief voor de eigen kinderen. Tot dusver moesten stiefkinderen het hoogste tarief betalen, maar daar zou nu verandering in komen. Er is al wel een voorstel van decreet ingediend, maar dat is nog niet goedgekeurd door het Vlaams Parlement. Sinds 2002 betalen de eigen kinderen en stiefkinderen wel al dezelfde successierechten.

16 | Huwelijkscontract

In een huwelijkscontract kunnen beide partners afspraken maken over de verdeling van hun goederen door afspraken te maken over het huwelijksstelsel. ‘Het is veel sterker dan een testament, dat je altijd eenzijdig kunt aanpassen. Bij een huwelijkscontract is daarvoor het akkoord van beide partners nodig. Het is dus een onbreekbare belofte’, zegt Versluys. Bovendien is het de enige manier om de overlevende partner een groter deel van de erfenis na te laten dan wettelijk is voorzien. Wie getrouwd is, kan in een huwelijkscontract een clausule laten opnemen met de ronkende naam ‘langst leeft, al heeft’. Daarmee krijgt de langstlevende partner de volledige eigendom van de nalatenschap. De andere wettelijke erfgenamen kunnen zich daartegen niet verzetten. ‘De kinderen moeten wachten tot ook de overblijvende partner is overleden. Tenzij die er het hele vermogen doorjaagt’, zegt notaris Duytschaever. En hij ziet nog een belangrijk nadeel voor de kinderen: ‘Met zo’n constructie krijgen ze het hele vermogen via één erfenis in handen. Daardoor belanden ze veel sneller in de duurste belastingschijven van de successierechten. Ze zullen meer belastingen betalen dan wanneer ze de nalatenschap via twee erfenissen ontvangen.’ De kostprijs van een huwelijkscontract bedraagt doorgaans 300 à 400 euro.

17 | Samenwonende koppels

‘Samenwonende koppels beseffen vaak niet welke risico’s ze lopen’, waarschuwt notaris Duytschaever. In tegenstelling tot getrouwde koppels is hun wettelijke bescherming veel beperkter of zelfs onbestaande. Ze hebben bijvoorbeeld niet de mogelijkheid om via een huwelijkscontract bijkomende veiligheidsbuffers in te bouwen. Er is al helemaal geen bescherming voor wie feitelijk samenwoont: bij een overlijden heeft de overblijvende partner helemaal nergens recht op. De hele nalatenschap gaat naar de wettelijke erfgenamen, ook als het koppel al twintig jaar samenleefde. Wie wettelijk samenwoont, erft enkel het vruchtgebruik van de gezinswoning en de huisraad. Maar dat is alles. Het spaarpotje dat de overleden partner had opgebouwd of de auto die hij zelf had gekocht: zonder testament gaat het naar de wettelijke erfgenamen. ‘Voor die koppels is er dus geen veilig erfrecht’, zegt advocate Versluys. ‘Het opstellen van een testament is dus het absolute minimum, al heeft dat ook nadelen. Een testament kan eenzijdig worden aangepast zonder dat de partner er iets van weet. Je zou alles aan de kinderen uit je eerste huwelijk kunnen schenken zonder iets na te laten aan je huidige partner.’

18 | Vruchtgebruik en blote eigendom

Tenzij het in een huwelijkscontract of de verkoopovereenkomst anders werd vastgelegd, zal bij een overlijden de echtgeno(o)t(e) wel het vruchtgebruik behouden van de woning, maar zullen de kinderen de blote eigendom ervan erven. Dat betekent dat de partner er wel mag wonen of de huurinkomsten nog mag opstrijken, maar dat de kinderen juridisch de eigenaar zijn van de woning. Dat kan soms problemen veroorzaken. Zo zullen bij een kinderloos koppel de ouders van de overledene of de broers en zussen (als de ouders als overleden zijn) de blote eigendom verwerven van de woning. Daarom kan een koppel bij de aankoop van vastgoed bij de notaris een beding van aanwas (of tontine) laten vastleggen. Dat betekent dat de overlevende partner de volledige eigendom verwerft van de woning. Die moet op dat deel dan wel registratierechten betalen. De andere wettelijke erfgenamen hebben daar trouwens niets tegen in te brengen, ook niet als ze daarmee minder uit de erfenis ontvangen dan waar de wettelijke reserve hen eigenlijk recht op geeft. Meestal wordt het beding van aanwas opgenomen in de koopakte bij de aankoop van vastgoed. Dan zijn er geen extra kosten aan verbonden. Als die akte achteraf nog moet worden aangepast, kan de kostprijs al snel oplopen tot zo’n 1000 euro.

19 | Procedure voor de rechtbank

‘Zeg nooit dat je iemand kent vooraleer je met hem een erfenis hebt gedeeld’, zo schreef de Zwitserse filosoof Johann Kaspar Lavater al in de achttiende eeuw. Intussen is er niets veranderd: ontelbaar zijn de familie die werden verscheurd door een erfeniskwestie. ‘Veel ruzies draaien om eerdere schenkingen. Als het niet duidelijk is wat er precies werd geschonken, ontstaat wel eens wrevel over het feit dat een van de erfgenamen meer zou krijgen dan waar hij nog recht op heeft’, zegt notaris Duytschaever. De notaris is diegene die in eerste instantie zal proberen om de plooien glad te strijken. Maar dat lukt niet altijd, waardoor de onenigheid vroeg of laat wordt uitgevochten voor een rechtbank. Een bemiddelaar, meestal een notaris of advocaat, zal dan proberen een akkoord te bereiken met de verschillende erfgenamen. Uiteindelijk zal een rechter er zich dan over uitspreken. Het is de procedure van de gerechtelijke verdeling. In het verleden mondde die procedure al te vaak uit in een eindeloze procedureslag die jaren kon aanslepen. Intussen is daar verandering in gekomen: sinds 1 april 2012 moet de gerechtelijke verdeling binnen vijftien maanden afgehandeld zijn. ‘Het is een hele dure procedure’, zegt Duytschaever. ‘Elke partij heeft meestal een advocaat en er is ook het ereloon van de notaris.’

20 | Modernisering Eind vorig jaar keurde de Kamer alvast een nieuwe erfeniswet goed. Daarin werd ook de levensverzekering aan banden gelegd. In het verleden was dat vaak een manier om een deel van het vermogen uit de erfenis te halen. Daarmee kon een man bijvoorbeeld zijn erfenis versluizen naar zijn maîtresse, ten nadele van zijn vrouw en kinderen. Dat is nu niet meer mogelijk. Ook de redenen om iemand te onterven, werden uitgebreid: naast moord zijn ook zware geweldmisdrijven zoals verkrachting of ernstige slagen een reden om iemand te onterven. Toch is er nog veel werk aan de winkel. Bij de Senaat ligt een uitgebreid wetsvoorstel op tafel van senatrice Martine Taelman (Open VLD) dat als blauwdruk geldt voor nieuwe aanpassingen. Voor advocate Liliane Versluys zijn de pijnpunten duidelijk. ‘Er zijn nog aanpassingen nodig om de problemen bij nieuw samengestelde gezinnen aan te pakken. Denk maar aan het vruchtgebruik van de woning als er een nieuwe echtgenoot is, of het erfrecht voor kinderen uit een vorige relatie. Bovendien is het voor ouders onmogelijk om regelingen te treffen voor een gehandicapt kind. Ouders willen wel eens dat zo’n kind het hele vermogen erft, om zeker te zijn dat het voldoende kapitaal heeft om zijn verzorging te betalen. Maar door de wettelijke reserve is er altijd de onzekerheid dat een van de andere kinderen toch zijn deel opeist.’ Er is dus nog werk aan de winkel.

www.notaris.be – Liliane Versluys, Je rechten bij erfenis, uitgeverij EPO.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content