België en Nederland worden almaar ernstiger genomen als kandidaat om de Wereldbeker Voetbal 2018 te organiseren. ‘Tussen Nederlanders en Belgen klikt het, omdat wij elkaar vertrouwen en zaken tussen pot en pint kunnen regelen’, zeggen de organisatoren Alain Courtois en Harry Been.

Afspraak met Alain Courtois en Harry Been, respectievelijk de Belgische en de Nederlandse architect voor de kandidatuur voor het WK Voetbal in 2018, in het Antwerpse bruggenhoofd van de organisatie. Aan de muur hangen mugshots van de vierentwintig stemgerechtigde leden van het uitvoerend comité van de FIFA, recht uit een gedateerd politiefeuilleton. Doctor Vlacheslav Koloskov van Rusland en Reynald Termarii van Tahiti hangen er naast Sepp Blatter, Franz Beckenbauer en onze Michel D’Hooghe.

‘Dit zijn de mensen die over ons lot zullen beslissen’, vertelt Alain Courtois, de geestelijke vader van het project 2018. ‘Hen moeten we zien te bespelen. We hebben ze nog niet allemaal aan onze kant, maar ik denk dat ik mag zeggen dat het er niet slecht uitziet. En met het verstrijken van de tijd vergroten onze kansen. Zeker nu de biedprocedure mogelijk versneld wordt en andere organisaties stilaan in tijdnood komen.’

Wat eerst als een Belgenmop werd afgedaan, wordt steeds ernstiger genomen. Al blijft de mogelijke – want nog niet officiële – Engelse kandidatuur voor de internationale pers wel favoriet. Indien de Wereldbeker 2018 echt in België en Nederland georganiseerd wordt, zullen wij er alvast bij zijn: we hebben net op de website een virtueel zitje gereserveerd op tribune 3, blok N, stoel 320 van het nog te bouwen stadion in Antwerpen. Een stadion waarvan overigens niet eens bekend is waar het zal staan, wie het zal betalen of welke clubs er mogelijk in zullen huizen. Een stoel reserveren in een stadion dat nog niet bestaat en waarvan niemand zeker weet of het ooit zal bestaan: leve de digitale revolutie! Mochten er trouwens lawaaierige of erg grote toeschouwers geïnteresseerd zijn in een ticket, gelieve u dan te wenden tot de nog niet bestaande tribunes 1, 2 of 4.

Het idee om zich kandidaat te stellen voor de Wereldbeker Voetbal komt uit België, van Alain Courtois. Waren de Nederlanders meteen enthousiast?

HARRY BEEN: Jazeker. Zo’n WK is een eenmalige kans. Een lot uit de loterij. Ik kan niet inschatten hoe het bij jullie zit, maar ik sta er echt van te kijken hoeveel enthousiasme deze kandidatuur bij ons losmaakt. Als ik dat vergelijk met Euro 2000… Toen reageerde men toch meer van: ‘Moet dat nou allemaal wel, al die Duitsers en Engelsen over de vloer?’ Nu hoor ik in Nederland: ‘Móét gebeuren, dat WK, wat kunnen we doen om te helpen?’

In België worden de stadions de grote uitdaging. En in Nederland?

BEEN: Ook. Misschien ligt het bij ons iets makkelijker, maar ook wij hebben onze sportieve infrastructuur nog lang niet rond, hoor. Temeer omdat we geen stadions willen bouwen omdat dat zo fijn zou zijn voor het WK-comité, het moet vooral voor de betrokken clubs een goede zaak worden. Om het met een Belgisch voorbeeld te zeggen: het zou prachtig zijn als onze organisatie een katalysator wordt om Anderlecht en de nationale ploeg een mooie nieuwe thuis in Brussel te geven. Wat we niet moeten doen, is, zoals in Portugal gebeurde met het Estádio Algarve, een prachtstadion neerpoten waarin uiteindelijk niemand speelt.

In België komt er maar geen schot in de nieuwe stadions, met Brugge als notoir voorbeeld. Club heeft zijn financiering rond, heeft een locatie en toch zit dat project muurvast.

ALAIN COURTOIS: Ja, maar zo is het altijd en in alle organiserende landen geweest. Ik herinner me een geval in Zwitserland, voor het laatste EK: alles en iedereen akkoord, maar toen begonnen de buurtbewoners te procederen. Tja, in een democratie moet alles volgens de democratische spelregels verlopen. Het voetbal staat niet boven de wet.

Ik wil met ieders gevoeligheden rekening houden, en iedereen moet beseffen wat mogelijk is en wat niet. In de kwestie Brugge is één zaak overduidelijk: dat er in die stad hoe dan ook een nieuw stadion moet komen. Laten we dus praten en er samen uitkomen. Het grote struikelblok lijkt het winkelcentrum te zijn dat Club in zijn stadion wil inpassen. Ik begrijp dat zoiets goed moet worden uitgezocht, maar wees daarin ook redelijk. Zo’n winkelcentrum is in de regel net een goeie zaak voor de ontwikkeling van een stad. In Wijnegem passeren ook 10 miljoen shoppers per jaar, maar ik heb niet de indruk dat de winkels uit de Antwerpse binnenstad daaronder lijden.

Dit jaar zijn er verkiezingen in België. Kunnen die een breekijzer worden?

COURTOIS: Politici die zich willen profileren, mogen dat gerust doen, als het onze organisatie ten goede komt. Het worden trouwens voor onze organisatie belangrijke verkiezingen, want de gewesten staan in voor sportinfrastructuur en mobiliteit. Het federale niveau is het internationale uithangbord en tekent voor de veiligheid en de kapitaalsgarantie, maar de gewesten zijn ons operationele hart.

Heeft Nederland België eigenlijk nodig voor deze organisatie?

BEEN: Ja. We kunnen het niet alleen. We hebben gewoon niet genoeg stadions. En we zouden het trouwens ook niet alleen willen doen, denk ik.

De lobbymacht van Michel D’Hooghe zal ook wel mooi meegenomen zijn.

BEEN: Dat hij meestemt is handig ja, maar vergeet ook niet dat als je België toevoegt, je gelijk een voet tussen de deur hebt bij het francofone deel van de wereld. De Afrikaanse stemmen, bijvoorbeeld, worden meteen een stuk bereikbaarder.

Engeland is favoriet om de WK-organisatie binnen te halen.

COURTOIS: Tja, ik stel toch vast dat de economische situatie er erg moeilijk ligt. En de politici stellen nu al slag om slinger vragen in het parlement over de financiering van de komende Olympische Spelen. Ik twijfel bij de Engelsen aan de ondersteuning vanuit de politiek. Op het einde van de rit zijn het nog altijd de regeringen die de garanties moeten ondertekenen. Die van België en Nederland staan paraat, maar zal Engeland, na een zware olympische kandidatuur, nog instaan voor de financiering van het WK? Dat zou kunnen, maar er zal nog véél over gediscussieerd worden.

BEEN: Engeland wordt hoe dan ook een heel belangrijke kandidaat. Maar tegelijk voegt het weinig toe. De Engelsen kunnen bij wijze van spreken morgen het WK organiseren, maar de FIFA heeft altijd graag dat zo’n toernooi een stimulans is voor het voetbal. Het moet een land verder brengen in de vaart der volkeren, als het ware. En dat is voor het Engelse voetbal niet het geval. Ze hebben ook nog maar net de Spelen binnengehaald. Ik verwacht dat de Engelsen het moeilijk gaan krijgen om stemmen te vinden.

Spanje vind ik een gevaarlijker concurrent. Als ze hun dossier voor elkaar krijgen. Want vergis je niet, in Spanje moet nog veel gebeuren voor het WK-waardig is. De stadions zijn er bijvoorbeeld niet goed. Ook dat van Real Madrid niet, of dat van Barcelona. Maar de Spanjaarden kunnen op veel sympathie rekenen. Zuid-Amerika hebben ze sowieso in hun zak, dat zijn vier stemmen waar ze al zeker van zijn. En ze zijn huidig Europees Kampioen, wat ook helpt. Maar je kunt ook te veel willen, hé. Spanje is met Madrid in de running voor de Olympische Spelen van 2016. Zal dat hen niet afremmen?

COURTOIS: Die beslissing valt eind dit jaar. Daarna heeft Spanje nog maar één jaar om het lastenboek rond te krijgen. Dat is niet evident. Een bijkomende handicap is dat het land momenteel met enorme financiële problemen kampt, vooral in de bouw bovendien.

BEEN: Spanje heeft wel een goede naam opgebouwd als organiserend sportland. De Spelen van 1992 in Barcelona hebben op iedereen indruk gemaakt.

COURTOIS: De grote concurrenten worden Engeland, Rusland en eventueel Spanje. Maar bij elk van die organisaties zie ik ernstige gebreken die wij niet hebben. Ook Australië bereidt een serieus bod voor, maar wellicht met het oog op 2022. Na Zuid-Afrika 2010 en Brazilië 2014 zal het WK weer in Europa plaatsvinden. Dat is zo goed als zeker.

BEEN: Rusland is een optie, maar ik vind dat zij eerst maar eens een Europees Kampioenschap moeten proberen, om te tonen dat ze het kunnen. Direct een WK, dat zou wel erg kras zijn.

COURTOIS: Rusland is duidelijk aan het opkomen. Daarom moeten wij nu kandideren, want voor kleinere West-Europese landen zoals wij wordt het over tien jaar veel moeilijker om een groot evenement binnen te halen. Tegen dan is het Oostblok klaar, en de Aziaten zeker ook. Ook een land als Mexico wordt dan een ernstige mogelijkheid. Waarom bereidt Nederland nu een olympisch bod voor? Omdat men beseft: als het nu niet lukt, dan wellicht nooit meer.

Engeland is het epicentrum van het moderne voetbal, Spanje het topsportland bij uitstek, en Rusland is een sterk opkomende financiële factor in het voetbal. Wat is de unique selling proposition van de Belgisch-Nederlandse kandidatuur?

BEEN: Wij openen een markt voor de kleinere landen die, en dat vergeet men nogal vlug, 80 procent van de FIFA-leden uitmaken. Volgens mij droomt elk van die landen ervan om ooit eens een groot toernooi te organiseren. Wel, onze organisatie geeft hen de hoop dat het kan. Wij zijn de aanvoerders van de kleintjes, en ik denk dat die positie ons een behoorlijke sympathy vote gaat opleveren.

Voordeel nummer twee: ons toernooi biedt een overzichtelijk geheel. Je kunt je caravan parkeren in Antwerpen en morgen naar Groningen, overmorgen naar Charleroi en de dag erna naar Twente trekken. Allemaal perfect bereikbaar. Er bestaat geen enkel ander gastland waar dat ook kan. Vergelijk het met het EK in Polen en Oekraïne, dat er nu aankomt. Je speelt een match in Gdansk, Polen, en dan moet je ’s anderendaags naar Donetsk, Oekraïne. Dat is 1800 kilometer, van hier naar Madrid! Noem je dat nog één toernooi? Dan kun je het EK bijna net zo goed in alle Europese hoofdsteden tegelijk houden.

Ons grote nadeel is dat het WK van Japan en Korea een slechte smaak heeft nagelaten. De FIFA staat sindsdien afkerig tegenover duo-organisaties. We kunnen alleen maar hopen dat men zich ons geslaagde Euro 2000 herinnert. Dat toernooi was geslaagd omdat wij de facto ook echt één organisatie vormden. Een buitenstaander kon aan niets merken dat Euro 2000 door twee verschillende landen georganiseerd werd, behalve dan dat er bij jullie iets meer frietkoten te vinden zijn.

Waarom klikt het zo tussen Nederlanders en Belgen? Of had een van beide landen dit ook met pakweg Duitsland of Luxemburg kunnen organiseren?

BEEN: Het zal er wel mee te maken hebben dat wij twee kleinere landen van vergelijkbare grootte zijn. Je kunt dus alles gelijk verdelen onder twee gelijkwaardige partners. Dat is een voordeel. Je kunt ook heel ingewikkeld gaan doen en ruziën over wie de toernooidirecteur wordt of waar de finale moet worden gespeeld. Maar dat soort problemen vind je niet bij ons. Wij hebben dat, zoals Michel D’Hooghe het zo mooi verwoordt, tussen pot en pint geregeld. Maar zoiets vereist natuurlijk vertrouwen. En tussen Nederlanders en Belgen bestaat dat.

COURTOIS: Onze geschiedenis loopt voor een groot deel gelijk en we spreken natuurlijk dezelfde taal. En op economisch vlak zijn de Nederlanders zowat onze beste klanten en wij eveneens van hen. Behalve als het over Fortis gaat, komen Nederlanders en Belgen altijd goed overeen. (lacht)

Speelt het in ons nadeel dat zowel het Belgische als het Nederlandse clubvoetbal niet meer de allure van vroeger heeft?

BEEN: Ik denk dat ons beider voetbal nog steeds hoog aangeschreven staat. Het Belgische ook, bijna niemand telt meer WK-deelnames dan jullie. Oké, de laatste jaren was het wat minder, maar nu gaat het toch weer de goeie kant op, nee? En wij Nederlanders doen nog steeds leuk mee in het wereldvoetbal. Nee, onze landen zijn allebei erg voetbalminded en de wereld weet dat goed genoeg.

Ik denk wel dat het Belgische voetbal dit toernooi nog net iets meer nodig heeft dan het Nederlandse. Als een soort nieuwe impuls. Gelukkig doet jullie nationale team het nu wat beter, en schittert Standard Luik in Europa. Het herstel is dus ingezet.

Verandert de economische crisis wat?

COURTOIS: Ja, dat is zelfs een voordeel voor onze kandidatuur. Een WK biedt een enorme impuls voor de economie. Stadions bouwen, betekent werkgelegenheid. En een verbetering van de wegeninfrastructuur en het openbaar vervoer versterkt een economie rechtstreeks.

Een onoplosbaar probleem voor de Belgisch-Nederlandse kandidatuur is dat er veel te weinig hotelbedden beschikbaar zijn. Hoe kunt u dat oplossen? De hotelmarkt bestaat uit privé-eigenaars.

COURTOIS: Dat klopt. Buiten een paar grote ketens in Antwerpen en Brussel telt ons land nauwelijks grote hotels. Voor Nederland geldt buiten Amsterdam en Rotterdam hetzelfde. Dat is een probleem, want wij kunnen van de private markt niet vragen dat hij hotels bouwt wanneer de investeerders daar geen brood in zien.

Ik stel daar echter twee zaken tegenover. Ten eerste worden er onder meer in België toch weer nieuwe hotels gebouwd, bijvoorbeeld in Genk en in de omgeving van Charleroi-Airport. En ten tweede kunnen we van dit nadeel ook een voordeel maken doordat wij in het centrum van Europa liggen. Qua verbindingsmogelijkheden zijn we de beste kandidaat. Betrek dus ook Rijsel, Aken en Keulen erbij als opvangsteden, en maak er een ‘groot-Europese’ kandidatuur van. Zo gaan wij het in ieder geval proberen te verkopen.

Net om die redenen is het goed dat onze landen eens een evenement organiseren van planetaire omvang. Dan ziet iedereen wat er ontbreekt, wat onze regio nodig heeft om te groeien. België heeft niets mondiaals meer georganiseerd sinds Expo 58. Niet toevallig dateren de laatste grote infrastructuurwerken rond Brussel uit die periode. Is het niet hoog tijd dat ons land een inhaalmanoeuvre maakt?

U telt Euro 2000 dus niet mee als een groot evenement?

COURTOIS: Dat was het ook niet. De impact van een WK is tienmaal groter.

Tot slot, heren, hoeveel procent kans is er dat het WK naar onze landen komt?

COURTOIS: Ik vergelijk het met een tenniswedstrijd. Het wordt ongetwijfeld een lange, vermoeiende match, en wij moeten daarin op z’n minst de tiebreak halen. Maar wie die tiebreak wint, dat kun je niet voorspellen. Daarin is alles mogelijk.

BEEN: Onze organisatie heeft een heel redelijke kans. Ik hou het op: niet meer dan vijftig, maar ook niet minder dan twintig procent. En zelfs als we het WK niet krijgen, hoeft deze kandidatuur geen mislukking te zijn. We hebben twee doelstellingen: we willen dat WK, en om het binnen te halen gaan we twee jaar volop ambitie uitstralen en iedereen stimuleren voor ons voetbal. Dat moet sowieso resulteren in nieuwe stadions, en het moet een extra impuls geven aan onze clubs. We winnen dus eigenlijk altijd, wat er ook gebeurt.

DOOR JEF VAN BAELEN

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content