Patrick Martens

CD&V-voorzitter Marianne Thyssen ruilt de luwte van het Europees Parlement voor de slangenkuil van de Wetstraat.

Na Groen!, SP.A en de VlaamsProgressieven staat nu ook bij CD&V – en dat voor het eerst – een vrouw aan het roer. Een kwart van de 80.000 CD&V-leden nam deel aan de verkiezing van een nieuwe partijvoorzitter. Bijna 97 procent steunde de kandidatuur van Marianne Thyssen. Een stalinistische score. Europarlementslid Thyssen is de vierde CD&V-voorzitter in een jaar tijd. Formeel neemt ze de fakkel over van Jo Vandeurzen, die na de uitputtingsslag van de mislukte oranje-blauwe formatie minister van Justitie werd. Etienne Schouppe en Wouter Beke hadden nadien slechts een interim-contract als voorzitter.

Thyssen werd door premier Yves Leterme zelf gevraagd om de partij te leiden, blijkt een ruim draagvlak binnen CD&V te hebben, is een consensusfiguur en een politica met een grote dossierkennis. Toch maakt dat alles haar opdracht niet minder moeilijk. Thyssen is gewend aan de naar eigen zeggen hoffelijke omgangsvormen in het Europees Parlement, maar heeft begrepen dat het er in de Wetstraat veel ruwer en harder toegaat. In haar aanvaardingstoespraak had ze geen goed woord over voor ‘de cultuur van spinnen, fluisteren, kwaadspreken en zwartmaken’ in de Belgische politiek. ‘Graag minder ego, meer zakelijkheid en meer respect’, aldus Thyssen, die meteen aan de coalitiepartners Open VLD en MR liet verstaan dat ze moeten ophouden met aan de poten van premier Letermes stoel te zagen. ‘Het wordt stilaan tijd om zijn 800.000 voorkeurstemmen democratisch te aanvaarden.’

De voorzitterscapaciteiten van Thyssen worden in de komende twee maanden onmiddellijk op de proef gesteld, zowel op sociaaleconomisch als op communautair vlak. In het eerste domein zal ze door het ACW zeker herinnerd worden aan de sociale verkiezingsbeloften van 2007. Communautair moet ze het geradicaliseerde kartel met de N-VA bijeenhouden. Haar eigen lijn is intussen helder: geen separatisme en geen afbouw van de interpersoonlijke solidariteit, maar een nieuwe staatshervorming is volgens Thyssen ‘een sociaaleconomische noodzaak’. Concreet betekent dat voor haar: de regionalisering van het arbeidsmarktbeleid, en meer fiscale autonomie en financiële verantwoordelijkheid voor de deelstaten.

Thyssen zal bij de onderhandelingen over dat tweede pakket van de staatshervorming de handen vol hebben met de spanningen tussen de twee politieke spitsen van haar partij. Ze staat tussen twee vuren, met aan de ene kant Yves Leterme, die federaal de boel bij elkaar moet zien te houden, en aan de andere kant Vlaams minister-president Kris Peeters, die een eigen Vlaamse agenda afwerkt.

Van een gebrek aan ervaring kan de 51-jarige Thyssen niet verdacht worden. Als juriste begon ze haar loopbaan aan de K.U. Leuven. Nadien werkte ze bij Unizo, waar ze de studiedienst leidde. Binnen CD&V maakt ze ruim tien jaar deel uit van de partijleiding. In Oud-Heverlee is ze gemeenteraadslid en was ze tot voor kort eerste schepen. Sinds 1991 heeft ze zitting in het Europees Parlement. Dat wil ze ook blijven doen. Nochtans zei Thyssen in 2002 in Knack dat ze een combinatie van het mandaat van Europarlementslid en van partijvoorzitter niet zag zitten. ‘Dan zou ik mijn werk in het Europees Parlement niet goed meer kunnen doen.’

Patrick Martens

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content