Koerdistan, verspreid over Turkije en Irak, Iran en Syrië, zit gewrongen tussen de oorlogen van Amerikanen en Turken.
Omdat Turkije tot voor kort zelfs het bestaan van zijn Koerdische medeburgers officieel niet erkende, weet bijna niemand waar Koerdistan in Turkije begint. Siirt bijvoorbeeld, het stadje waar Tayyip Erdogan opnieuw verkozen moest worden, omdat hij uitgerekend dáár dat zogenaamd islamistische gedicht voorgedragen had dat hem uit de Turkse politiek zou verbannen, ligt er middenin. Hadep, de Koerdische partij, maakt hier de dienst uit en zou moeiteloos deze verkiezingen winnen, ware het niet dat ze bij de algemene verkiezingen maar 6,2 procent van de stemmen gehaald had, minder dan de drempel van tien procent dus, en zelfs niet in het parlement zou mogen als ze álle stemmen van Siirt binnenhaalde.
Daarom liggen de stemlokalen – in scholen ingericht zoals overal in de republikeinse wereld – er bij deze verkiezing leeg en verlaten bij: de Koerden boycotten de stembusgang. Voor Erdogan en zijn voormalig ‘islamistische’ AK-partij zal dat geen zorg zijn: hij kan niet anders dan hier verkozen worden. En dat wordt ’s avonds dan ook feestelijk en met veel lawaai voor de met bussen aangevoerde AKP-leden bekendgemaakt, onder totale onverschilligheid van de Koerden. Erdogan was trouwens populair met zijn uitspraken tegen de oorlog, voor de regeling van het Cyprusprobleem, voor de versnelde tocht naar EU-lidmaatschap.
Dat het parlement tegen de oorlog heeft durven te stemmen – tegen de toelating aan de Amerikanen om met troepen door Turkije te trekken, of zelfs de luchtmachtbasissen te gebruiken – ligt bijzonder goed bij de over zoveel moed en nationale trots enigszins verbaasde bevolking. En eigenlijk krijgt Erdogan daar al het krediet voor, ook al had ‘zijn’ regering het tegenovergestelde verdedigd. Daarna, later, zal hij premier zijn en zijn eigen regering vormen, de generaals zullen uit hun hoek komen en zeggen dat het parlement verkeerd gestemd heeft en opnieuw moet, al was het maar om te laten voelen wie de baas is in Turkije, en het sjacheren met de Amerikanen kan worden hervat, het lijmen van de gebroken potten.
VERBRANDE DORPEN
Uitgekeken op de lege schoollokalen rijden we naar Ormanardi, een dorp in de bergen, dertig kilometer weg, waar 109 stemgerechtigden al dan niet naar de dorpsschool trekken. Het dorpje ligt er lieftallig bij, al blijkt bij de thee dat politie en militie hier waken en dat journalisten eigenlijk verdacht zijn. Op weg hier naartoe zijn we drie, vier ruïnes van verwoeste dorpen voorbijgereden – we zullen er nog veel voorbijrijden tussen Siirt en Silopi aan de grens met Irak -littekens van vijftien jaar oorlog tegen de PKK.
De PKK is nooit ver weg in gesprekken in Koerdistan. Haar jarenlange guerrilla heeft om en bij de dertigduizend doden geëist, en het Turkse leger heeft hele streken van Turks Koerdistan die het niet kon controleren, gewapenderhand ontvolkt. Verdenking van sympathie met de PKK was daarvoor genoeg als motief, en verdacht was een dorp automatisch als het weigerde een anti-guerrillamilitie te organiseren, en dus actief te collaboreren met het Turkse regime. Dan kwam het leger ’s nachts of ’s ochtends vroeg het dorp beschieten, de bewoners verjagen, hun huizen in brand steken. Veel families zijn gevlucht met alleen de kleren die ze aanhadden toen de soldaten kwamen. Veel families hadden tevoren misschien niet, maar sindsdien zeker wel kinderen ‘in de bergen’.
Vier jaar geleden besloot de PKK haar guerrilla met een eenzijdige wapenstilstand, en trok zich terug in de Iraakse bergen, van waaruit ze een hele tijd geopereerd had. Sindsdien is het tamelijk rustig in Turkije, dat de historische leider Abdullah Öcalan gevangen en veroordeeld heeft (en dat nu in Den Haag zelf is veroordeeld omdat ‘Apo’ geen eerlijk proces gekregen heeft). Een drietal maanden geleden werd dan ook de vijftien jaar oude uitzonderingstoestand in de Koerdische provincies opgeheven. En vervolgens opnieuw – onofficieel – ingesteld met het oog op de Iraakse oorlog. De Turkse ‘ Jandarma‘, de paramilitaire ‘rijkswacht’, is alomtegenwoordig met haar pantsertjes en gedraagt zich ongegeneerd als in al jaren bezet gebied.
De Turkse generaals hebben nooit geloofd in de mutatie van de PKK van stalinistische guerrillagroep naar politieke partij ‘Kadek’. Toen boven Iraaks Koerdistan de ‘no fly zone’ werd ingesteld en vanuit de Turkse basissen van Mardin en Inçirlik werd gepatrouilleerd (waar de Iraakse Koerden dan van profiteerden om hun eigen autonomie van Saddam Hoesseins Irak uit te bouwen), kwam het op geregelde tijdstippen tot militaire invallen van de Turken op Iraaks Koerdisch grondgebied, op zoek naar de PKK. Zo ontstond een belangenconflict tussen de Iraakse Koerden en de PKK.
De PUK (van Talabani) en de KDP (van Barzani), die in het Westen wel veel sympathie genoten, maar in hun Koerdistan opgesloten zaten tussen vier vijandige grenzen, kwamen mettertijd tot een soort verstandhouding met Turkije, langswaar de autonome regio bevoorraad en zelfs een beetje geholpen werd. Maar de oorlog tegen Irak heeft dat wankele evenwicht helemaal verstoord.
Die oorlog, zeggen de Turken, zou de Koerden van Irak de kans geven om hun autonomie tot een echt onafhankelijke staat uit te breiden – en met wat geluk zullen ze dan zelfs de olierijke gebieden van Kirkuk en Mosul erbij pakken, en dan zullen ze voor hun Koerdenstaat meteen een economische basis hebben. Eens zover, zullen ze een haast onweerstaanbare aantrekkingskracht gaan uitoefenen op de Turkse Koerden, die zich zullen willen losscheuren, en van Turkije zal niets meer overblijven. Omdat Turkije een overblijfsel is van het veel grotere Ottomaanse rijk en nog steeds in imperiale termen denkt, wordt deze officiële analyse, behalve door een paar professoren, nauwelijks tegengesproken.
‘Maar dat is onzin’, zegt in Ankara de oude Koerd Orhan Miroglü, ‘want de situatie van de Koerden in Turkije is totaal anders dan die in Irak. Irak heeft bijna homogeen Koerdische gebieden, die kun je gemakkelijk als een afzonderlijk geheel beschouwen. Maar in het zuidoosten van Turkije wonen bijna evenveel Turken als Koerden, terwijl er bijna drie miljoen Koerden in Istanbul wonen. Die bevolkingen zijn totaal vermengd, zodat je die streken niet zomaar uit elkaar kunt halen. De enige manier om het Koerdische probleem in Turkije op te lossen, is door de democratisering van Turkije zelf.’
HET STRIJDPLAN
Daar zijn de Turkse generaals dus niet aan toe. Hun oorspronkelijke plan was van de oorlog gebruik te maken om met de Amerikaanse troepen mee op te rukken – samen of misschien erna, maar wel onafhankelijk, niet onder VS-commando – als die hun opmars vanuit het noorden tegen Bagdad zouden beginnen. Twintigduizend Turkse manschappen zouden dan Iraaks Koerdistan binnentrekken en verhinderen dat de Koerden daar hun onafhankelijkheid uitroepen, en zeker dat ze de hand leggen op Kirkuk en Mosul (oorspronkelijk Koerdische steden, die door Saddam ‘gearabiseerd’ werden, zodat 100.000 tot 200.000 Koerdische vluchtelingen nu in de rand ervan in krotten leven).
De olie daar, zeggen de Turken, moet ten goede komen van héél het Iraakse volk, niet alleen van één (Koerdische) bevolkingsgroep. En van bevolkingsgroepen gesproken: ineens waren daar Turkomannen gemeld, die het Turkse leger nodig hadden om ze te beschermen… tegen de Koerden. Als humanitair argument werd daarbij aangevoerd dat de Turken kampen zouden bouwen voor de vluchtelingenstroom die zeker op gang zou komen. En tussen de bedrijven door zou men de resten van de PKK-guerrilla ‘opruimen’ waar men die vond. De ‘Kadek’ zou immers in het hooggebergte langs de grens acht- tot tienduizend strijders hebben.
Voor waarnemers zat zelfs aan dat toch al vrij imperiaal, zogenaamd op veiligheidsoverwegingen berustend, actieplan een luchtje: kon het niet de bedoeling van de generaals zijn zelf maar even tot Kirkuk en Mosul door te stoten? In het Turkse onderbewuste vormen die twee steden (met hun olie) een deel van Turkije dat hen indertijd door de Britten ontstolen is. Eens het Turkse leger daar zat, zou Ankara de toetreding tot de EU dan misschien wel kunnen vergeten, maar hadden de generaals misschien al de beslissing genomen dat die toetreding niet meer hoefde? En de Amerikanen, met wie anders was afgesproken, zouden misschien wel boos zijn, maar zouden ze op de Turken beginnen schieten?
Niets van dat alles, zweren de Turken, ‘Ataturk zélf heeft van Kirkuk en Mosul afstand gedaan, wij willen Irak juist behouden in zijn bestaande grenzen, anders is in de hele regio het einde zoek.’ Maar toch blijven die twijfels…
Want door zo lang te aarzelen, hebben de Turken het noordelijke aanvalsplan van de Amerikanen onmogelijk gemaakt. Toen vorige week dan toch de beslissing viel om het Turkse luchtruim voor de coalitieluchtmacht open te stellen, gold dat niet voor de basissen, alleen maar voor een paar ‘corridors’, waarover dan ook nog eens dagen gemarchandeerd werd. Van het troepenkonvooi over land was dan al geen sprake meer. Van betalingen aan Turkije door de VS ook niet. Hoe aannemelijk is het dat een regering en een generale staf zes miljard dollar aan steun wegwuiven uit traagheid, plus de halve oorlogsstrategie van de VS naar de maan helpen – een fantasietje dat betaald zal worden door het Turkse volk – zonder dat daar bijbedoelingen aan vast zitten? In het weekeinde trokken 1500 Turkse soldaten Noord-Irak binnen. Men berekent dat er al vier- tot vijfduizend aanwezig waren, mét tanks en kanonnen (niet direct het materieel waar men kampen mee bouwt, en zelfs niet defensief te noemen).
‘Een test’, houdt PUK-vertegenwoordiger Ahmad Bamarni in Parijs vol, ‘om te zien hoe de wereld zou reageren. Maar de Europese Unie en de VS hebben zo sterk gereageerd dat ze niet hebben aangedrongen.’
Op Kirkuk en Mosul hebben de Iraakse Koerden het niet gemunt, zegt Bamarni. De twee steden moeten door VS-troepen worden ingenomen. ‘Maar de door Saddam verjaagde vluchtelingen zijn natuurlijk vrij om naar hun huis terug te keren.’
Intussen werd bij de Iraanse grens slag geleverd tegen de Ansar-groep, een fundamentalistische militie van ‘Afghaanse Arabieren’, resten van Osama Bin Ladens troepen die uit Taliban-Afghanistan gekomen zijn en hier de PUK het leven lastig maken. Dit was de link die de Amerikaanse minister van Buitenlandse Zaken Colin Powell legde tussen Saddam Hoessein en Al-Qaeda. Als verband moeilijk vol te houden, maar voor de VS voldoende om de Ansar in het weekeinde zwaar te gaan bombarderen, in afwachting dat de troepen van de PUK op de grond de aanval zouden inzetten. De inlichtingendienst CIA en speciale eenheden van de VS zouden daar ook bezig zijn met het opleiden en fatsoeneren van PUK en KDP-‘peshmergas’. Misschien om ze ergens mee te laten vechten, misschien om ze van Kirkuk weg te houden…
Sus van Elzen
‘De enige manier om het Koerdische probleem in Turkije op te lossen, is door de democratise-ring van Turkije zelf.’