Terwijl de wereld alle zeilen bijzet om uit de greep van de depressie te blijven, vragen steeds meer economen zich bezorgd af waartoe al die wanhoopspogingen op langere termijn zullen leiden.

De duizelingwekkende bedragen die regeringen overal ter wereld in de economie pompen maken twee dingen duidelijk: ten eerste dat ons een echt zwaard van Damocles boven het hoofd hangt, en ten tweede dat de beleidsmakers dat ook beseffen.

Het zwaard van Damocles heet ‘deflatie’. In enge zin verwijst dat begrip alleen naar een daling van de prijzen en ziet het er dus niet zo gevaarlijk uit. Spontaan zou je een daling van de prijzen minder erg vinden dan een stijging, niet? En toch. Prijsdalingen ontstaan als de vraag kleiner is dan het aanbod. Momenteel is die kloof zo groot aan het worden dat bedrijven failliet gaan of minstens moeten inkrimpen. De groeiende werkloosheid drukt de vraag nog meer naar beneden, de prijzen dalen verder, de bedrijven houden steeds minder redenen over om nog te produceren.

Beleidsmakers proberen die rollende sneeuwbal te stoppen. Een antide-flatoir beleid stimuleert consumenten om toch te blijven kopen en investeren – of doet dat in hun plaats. In alle gevallen houdt een antideflatoir beleid in dat je grote massa’s geld vrijmaakt. Dat wil niet zeggen dat het oké is om gewoon maar geld over de balk te gooien. Belastingverlagingen, bijvoorbeeld, zijn in deze omstandigheden wellicht geen goed idee. Als consumenten eenmaal begrepen hebben dat het crisis is, zal het extra inkomen dat ze uit een belastingverlaging puren niet meer helpen. Goede huisvaders als ze zijn, zullen ze die extra inkomsten immers sparen en niet uitgeven. Maar er zijn andere manieren om burgers te stimuleren om uitgaven te doen, en de overheid kan zelf ook extra investeren in gezondheidszorg, opleidingen of infrastructuur. Die laatste zal bovendien helpen om de economie sneller te laten hernemen zodra de negatieve spiraal doorbroken is.

Het grootste probleem wacht ons aan de overkant. De enorme bedragen die momenteel uitgetrokken worden, duwen niet alleen onze nationale begrotingen diep in het rood en creëren dus opnieuw torenhoge staatsschulden, ze zouden in normale omstandigheden ook de inflatie door het dak sturen. Dat zullen ze ook doen als de deflatie eenmaal bedwongen is. En het is niet zeker of we tijdig zullen merken dat het zover is. Of dat regeringen wel gemotiveerd zullen zijn om dan gas terug te nemen: enorme staatsschulden worden door inflatie immers vanzelf kleiner. Onze pen-sioenen jammer genoeg ook.

In eigen land verkozen de paarse regeringen acht jaar lang om de bijzonder lage rente niet te gebruiken om een primair begrotingsoverschot te hebben en daarmee de staatsschuld versneld af te korten. Hadden ze dat wél gedaan, dan was nu een herstelbeleid mogelijk met veel minder risico van een inflatie die op langere termijn minstens zo bedreigend is voor onze welvaart als de recessie nu.

door Luc Baltussen

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content