?De Trojaanse vrouwen? in de KNS.
De Trojaanse oorlog woedt in alle hevigheid op de Vlaamse theaterpodia. Theater Malpertuis stak met ?De Troje Trilogie? enkele weken geleden het vuur aan de lont. Zopas sloegen ?De Trojaanse vrouwen? van de KNS aan het jammeren en vanaf dit weekend zal er bij de KVS weer wat afgemoord worden in de ?Oresteia?. De mythologische oorlog uit de Oudgriekse drama’s heeft in de westerse cultuur zulke mythische proporties gekregen dat een beetje dramaturg of theatermaker er niet meer naast kan kijken. Laat het ons dus maar bij toeval houden dat drie gezelschappen hun seizoen openen met een stuk waarin het wapengekletter tussen Argos en Troje een kleine of grote rol speelt.
In ?De Trojaanse vrouwen? van Euripides rookt het puin van Troje nog na en wordt de buit, in casu de vrouwen van de Trojaanse veldheren, onder de macho-overwinnaars verdeeld en naar Argos verscheept. Dat de Oudgriekse tragedieschrijver het stuk in 415 voor Christus als laatste deel van een trilogie waarvan behalve ?De Trojaanse vrouwen? slechts enkele fragmenten overgeleverd werden liet opvoeren op de jaarlijkse theaterwedstrijd in Athene is niet echt van belang. Dat Euripides zijn collectieve klaagzang in de woelige periode van de Peloponnesische oorlog tussen Athene en Sparta schreef, kan de toeschouwer anno 1996 ook gestolen worden. Voor wie het stuk nu ensceneert, volstaat de wetenschap dat hij of zij een explosief anti-oorlogsstuk in handen heeft.
Dat beseft regisseur Hubert Damen, een verdienstelijk acteur die met ?De Trojaanse vrouwen? aan zijn eerste grote-zaalregie toe is, maar al te goed. Zoveel pijn vraagt om een onderkoelde, ja zelfs esthetische aanpak moet hij gedacht hebben. In de grote, witte en kille vertrekhal die scenograaf Niek Kortekaas voor deze productie ontwierp, lijken de actrices en het koor wel langgerekte Giacometti‘s. Alleen is dat zonder de fossielen in het vaste acteursbestand van de KNS gerekend die Damen in het koor heeft gestopt. Maar dat mocht niet baten.
Het monotone Aantwaarps van Denise Zimmerman (koorleidster), het hysterische geblaf van Camilia Blereau (koorlid), de afwezige aanwezigheid van Marilou Mermans (koorlid) of de onversneden cabotinage van Martin Gyselinck (Talthubios) halen het niveau naar beneden. Zelfs het vroegere gezicht van de Internationale Nieuwe Scène, Hilde Uitterlinden (Hekabe), vindt haar draai niet. Voor de enkele lichtpunten in deze bloedeloze productie zorgen het lillende optreden van Ilse Uitterlinden (Andromache), de ironische verschijning van Hans van Cauwenberghe (Poseidon en Menelaos) en de zelfbewuste Felliaanse Helena van Guusje van Tilborgh.
Paul Verduyckt
Tot en met 26/10 in de Antwerpse Bourlaschouwburg.
De Trojaanse vrouwen : enkele lichtpunten.