Tristesse in Trooz

© Debby Termonia

De slachtoffers van de grote wateroverlast van afgelopen zomer zijn nog altijd aangewezen op de hulp van vrijwilligers. ‘In hun eentje redden de bewoners het niet.’

Wie de Luikse gemeente Trooz binnenrijdt, kan niet anders dan overmand worden door tristesse. De wegen zijn bezaaid met autowrakken en afval. Vernielde bruggen, weggespoelde gevels en ontwortelde bomen verraden de kracht van de overstroming die op 14 juli 2021 tientallen Waalse gemeenten trof. Kolkende water- en modderstromen raasden door de straten en vernielden duizenden huizen en voertuigen. Met 7000 unieke schadegevallen en een totaal kostenplaatje van bijna 209 miljoen euro was de provincie Luik het zwaarst getroffen. ‘Het zal enkele weken duren voordat de schade van deze zondvloed opgeruimd is’, orakelden de media toen. Ze hadden het mis. Bijna vier maanden later zijn de opruimacties nog altijd aan de gang. En het einde is nog lang niet in zicht.

Tristesse in Trooz
© Debby Termonia

Schaamte

Vrijwilliger Philippe Duquesnoy is een van de vele Vlamingen die wekelijks naar Wallonië afzakken om er de slachtoffers van de overstromingen te helpen. ‘Nu is er al veel opgeruimd’, zegt hij. ‘De eerste keer dat ik hier aankwam, was Trooz een slagveld. Het is door de inzet van de vele vrijwilligers dat deze gemeente stilaan uit het diepe dal kan kruipen. Want in hun eentje redden de bewoners het hier niet.’

De vrijwilligers die op eigen initiatief hierheen kwamen, vormen inmiddels een goed gestructureerde groep. ‘Iedereen die hier hulp biedt, kent elkaar’, zegt Duquesnoy. ‘Via WhatsApp-groepen verdelen we de taken of signaleren we punten die we moeten aanpakken. Want vergis je niet: heel wat slachtoffers vinden het ondanks hun miserie nog altijd moeilijk om hulp te vragen. Ze schamen zich dat ze het niet zelf kunnen oplossen. Als je dan met een groepje vrijwilligers bij hen aanklopt om hun huis vochtvrij te helpen maken of het puin uit hun tuin te ruimen, zie je de dankbaarheid in hun ogen. Ook een goed gesprek of een warme kom soep doet mensen goed. Wie alles kwijt is, kan de kleinste dingen appreciëren.’

Tristesse in Trooz
© Debby Termonia

Ook Peter Deltour trekt als vrijwilliger elk weekend naar Trooz om er huizen vochtvrij te helpen maken. ‘Die acties worden enorm geapprecieerd. Enfin, toch door de getroffen bevolking. Want de Belgische staat heeft het niet zo begrepen op belangeloos werken. Ik heb collega-vrijwilligers die voor elke dag dat ze in Trooz de handen uit de mouwen steken een dag op hun stempelkaart moeten aankruisen. Anders worden ze beticht van zwartwerk. Een spijtige zaak.’

Winter

‘De laatste maanden hadden we geluk met het weer’, zegt Duquesnoy. ‘Door de zachte temperaturen hielden zowel de vrijwilligers als de slachtoffers er goed de moed in. Maar nu het stilaan winter wordt, hou ik mijn hart vast. Koude en vocht zijn funest voor het moreel. Hoe zou jij je voelen wanneer je bij een buitentemperatuur onder het nulpunt wakker wordt in een huis zonder elektriciteit of verwarming?’

‘Door het gehakketak van veel verzekeringsagenten kunnen of mogen sommige huizen nog niet aangepakt worden’, verduidelijkt Deltour. ‘De mensen zijn bang dat ze anders nooit vergoed zullen worden. Ondertussen moeten ze in mensonwaardige omstandigheden leven.’

‘Het is voor die mensen dat we elk weekend naar de Ardennen trekken’, zegt Duquesnoy. ‘Om te laten zien dat ze er, ondanks alles, niet alleen voor staan.’

Tristesse in Trooz
© Debby Termonia
Vrijwilliger Philippe Duquesnoy
Vrijwilliger Philippe Duquesnoy© Debby Termonia
Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content