Het werd inderdaad tijd dat die arme, veelgeplaagde Stefaan De Clerck ook eens goed nieuws kreeg. Dat kwam er zaterdag, na maanden van onheilstijdingen, amper bedwongen interne opstand, ongezouten kritiek en defaitisme, toen een opiniepeiling van de VRT en De Standaard zijn CD&V tot de grootste Vlaamse partij maakte. Dat is eens wat anders dan het resultaat dat Le Soir pas enkele weken geleden nog publiceerde: amper 18 procent, ofte een kwart minder dan wat de partij vandaag zou halen. Zou, want het blijft natuurlijk maar een peiling. Wie daar niet goed uitkomt, zegt dat hij er niks van gelooft, en wie wel goed boert, put er graag nieuwe hoop uit. Maar ondertussen is zo’n enquête wel het gespreksonderwerp van de dag – tot de volgende eraan komt.
De Clerck werd er dit weekend zowaar euforisch van. De eerste hindernis waar hij voor staat, is zijn eigen herverkiezing als voorzitter en hij zag het al helemaal zitten. Hij oppert nu ook dat de christen-democratie wel eens de volgende premier kan leveren. En waarom ook niet, de weddenschappen zijn tenslotte open en de enige peiling die telt, is de verkiezingsuitslag.
Nog even en alles wordt weer net als vroeger, met de christen-democraten incontournable. Evenzeer net als vroeger is dat de CD&V-tenoren er geen geheim van maken dat ze na de volgende verkiezingen het liefst met de liberalen in zee willen. Daarmee hopen ze, zo laten ze uitschijnen, een eind te maken aan al die softe onzin van paars-groen van de voorbije jaren. Agalev moet eruit – Herman Van Rompuy zei het met zoveel woorden. Qua profilering is dat duidelijk.
Dat streven heeft de rechtervleugel van de CD&V gemeen met de ‘donkerblauwe’ liberalen, die ook niet zo happig zijn op al die halfzachte nieuwlichterij van de groenen. Er schuilt een heimwee naar vroeger achter dat gemeenschappelijke verlangen, naar de tijd toen het nog serieuze heren waren die aan politiek deden en hun zaakjes in discretie regelden, zonder dat daar bijvoorbeeld gedonder over atoomcentrales of wapenleveringen aan te pas kwam.
De ironie is evenwel dat CD&V en VLD daarvoor in belangrijke mate uit dezelfde electorale vijver zullen moeten vissen, die van de conservatieve Vlaamse kiezer. Die geeft namelijk niet blijk van veel standvastigheid en verandert graag eens van partij. En als het inderdaad zo is dat het Vlaams Blok tegen zijn electorale plafond is gestuit, vallen daar aan de extreme rechterzijde ook wat extra stemmen te rapen. Dat is zeker het geval als zou blijken dat de N-VA na haar blitzstart in ademnood komt, wellicht omdat het Vlaams-nationalistische gedachtegoed niet echt mobiliserend meer werkt op het electoraat, ook niet in zijn extremistische variant bij het Blok.
Het resultaat daarvan is evenwel dat liberalen en christen-democraten zich in de campagne daarom vooral tegen elkaar zullen moeten profileren. Als de VLD zich dan wil onderscheiden van de grootste oppositiepartij, zal ze in eerste instantie de continuïteit moeten benadrukken – en dat is een coalitie met Agalev en zonder de CD&V. Dat is zeker het geval nu het duidelijk wordt dat premier Guy Verhofstadt alles zet op het incasseren van de zogeheten kanseliersbonus: de stemmenwinst waarop de regeringsleider mag rekenen omdat hij net de continuïteit en de vastigheid incarneert.
Arme Stefaan De Clerck.
Marc Reynebeau