Thijs* 1 jaar vrijwilliger

© foto's Jelle Vermeersch

‘Toen mijn vrouw als vrijwilliger begon, heeft ze me een geweten geschopt. Ik had ook weleens een avond vrij, en ik wilde echt iets voor iemand betekenen. Bij de Zelfmoordlijn ben je er op iemands moeilijkste moment, en net dat schrok me eerst ook af. Wat als je net dan door het ijs zakt? Maar tijdens mijn eerste gesprek voelde ik een rust over mij neerdalen. Ik kon dit.

‘Ooit belde iemand bij wie ik lang alleen voorgekauwde antwoorden kreeg. Pas na twee uur voelde ik: nu hebben we echt contact. Dan moet je blijven luisteren, en vragen durven te stellen. Door de anonimiteit durven mensen te vertellen dat ze misbruikt zijn, of ontzettend eenzaam. We gaan donkere gedachten niet uit de weg, we zoeken ze zelfs op. Dat betekent niet dat er telkens gehuild wordt. Af en toe wordt er zelfs gelachen.

‘Soms zegt iemand op het einde dat hij toch zelfmoord gaat plegen. Of verbreekt hij de verbinding. Als het een jonge vader of moeder is, komt dat extra hard binnen: hoe moeten die kinderen verder? Maar ik heb het leren aanvaarden, omdat ik weet dat ik alles heb geprobeerd. Eén keer belde iemand een dag later terug. Of ze mij wilden zeggen dat ik zijn leven had gered. Daar trek ik me aan op.’

*Ter wille van de anonimiteit werden de namen gewijzigd. Wie met vragen zit over zelfmoord, kan bellen naar de Zelfmoordlijn op het nummer 1813. Vrijwilligers kunnen zich melden op www.zelfmoord1813. be

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content