De brigades van gerechtelijke politie bij de parketten verzetten zich hevig tegen de taakverdeling die hen wordt opgedrongen.

WIE BIJ IEDEREEN in een goed blaadje wil staan, krijgt vaak iedereen tegen zich. Zo ook de commissaris-generaal van de gerechtelijke politie Christian De Vroom. Tijdens de voorbije drie maanden heeft hij immers, met het oog op de verdeling van de taken van gerechtelijke politie onder de drie politiekorpsen, al te dikwijls beloftes gedaan die hij in de onderhandelingen met de vertegenwoordigers van de minister van Justitie, de procureurs-generaal, de rijkswacht en de gemeentepolitie moest inslikken. Zo ging hij op vrijdag 14 juni virtueel akkoord met een taakverdeling, die hij twee dagen voordien in een reactie op onthullingen in Knack in eigen rangen had afgezworen. Op woensdag 3 juli ondertekende hij dan toch de ?consensusnota houdende verdergaande specialisering, betere taakverdeling en samenwerking tussen politiediensten?, al waren de intussen aangebrachte wijzigingen niet zozeer van politioneel maar van politiek belang. Minister van Justitie Stefaan De Clerck (CVP) geraakte (voorlopig) uit de impasse door de andermaal (lichtjes) herwerkte ?consensusnota? door alle betrokkenen te laten ondertekenen ?met het oog op een evaluatiedebat? in het parlement.

Binnen de drieëntwintig brigades van de gerechtelijke politie blijft echter het verzet tegen de goedgekeurde taakverdeling (zie kader) verder aanzwellen. Commissaris-generaal De Vroom heeft aldus niet alleen het gemeenschappelijk vakbondsfront maar ook de meeste hoofdcommissarissen tegen. Getuige daarvan hun vernietigende commentaren, die de commissaris-generaal lang voor de ondertekening van de ?consensusnota? te horen en te lezen kreeg, én het feit dat hij al die tijd noch de raad van bestuur noch de raad van overleg van de gerechtelijke politie bij de parketten (GPP) raadpleegde. Dit gebeurt pas deze week, op woensdag 17 juli.

LOBBY.

Intussen heeft het gemeenschappelijk vakbondsfront van de gerechtelijke politie zijn bezwaren tegen de overeengekomen taakverdeling mede in naam van ?de politionele democratie? tijdens de voorbije dagen aan bijna alle politieke fracties uiteengezet en intensiveert ook de rijkswacht zijn politieke lobbying. De GPP kan niet verkroppen dat de rijkswacht en de gemeentepolitie, sinds hun toetreding tot de onderhandelingen op 17 april, deze volgens heel andere criteria deden verlopen dan de GPP in een (door de andere politiediensten als oekaze verworpen) discussienota van 27 maart vooropstelde. En die bovendien door de commissaris-generaal maar lauwtjes of helemaal niet werd verdedigd.

De sindsdien gevolgde logica en de overeengekomen taakverdeling spelen, volgens de GPP, bewust in de kaart van de rijkswacht en leiden zelfs op korte termijn ?tot de ontregeling en de verdwijning? van de gerechtelijke politie. Zeker waar de ?consensusnota? het ongeacht andere ongerijmdheden heeft over ?de raakvlakken? tussen de opdrachten die enerzijds aan de rijkswacht en anderzijds aan de gerechtelijke politie worden toegewezen. Zo wordt het opsporen van alle activiteiten waarbij misdaadgeld wordt witgewassen, aan de GPP toevertrouwd. Volgens dezelfde nota (paragraaf 3.2.4.) behoort echter de bestrijding van de meeste onderliggende delicten, zoals drugstrafiek en zwendel allerhande, én dus ook het witwassen van de opbrengsten ervan, tot de bevoegdheid van de rijkswacht.

Anderzijds kan de GPP onmogelijk alle financieel-economische misdrijven alleen aan ; zeker niet in Brussel, waar drie vierden van de vennootschappen en vooral de meest verdachte hun maatschappelijke zetel hebben en waar de rijkswacht zelf een apart en overigens zeer verdienstelijk team voor uitbouwde. Andere (vooral Waalse) GPP-brigades zijn dan weer niet in staat om de witteboordencriminaliteit te bestrijden, maar scoren wel goed bij de bestrijding van het zwaar banditisme en de geweldsdelicten, die volgens het voorliggende schema bij voorrang door de rijkswacht moeten worden aangepakt. De rijkswacht krijgt trouwens in het algemeen de bestrijding van alle mogelijke netwerken en dus van de georganiseerde criminaliteit toevertrouwd ook al werd deze taak op de valreep aan beide politiediensten opgedragen.

Dit is het zoveelste bewijs dat deze zogezegde taakverdeling niet werkt. En dus zal minister De Clerck na de vakantie in het parlement zowel met deze ?consensusnota? als met zijn ?actieplan tegen de georganiseerde criminaliteit? en met zijn ?oriëntatienota aangaande het straf- en gevangenisbeleid? moeten herkansen.

Frank De Moor

Minister De Clerck zoekt naar een consensus.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content