Mijn beroep, speechwriter, leek met uitsterven bedreigd. Dat de eerste geluiden die een kind uitstoot, bij iedereen meer geestdrift opwekken dan de verzamelde toespraken van Demosthenes, is van alle tijden. Maar de dag waarop het internet verscheen, was de dag waarop de toespraak stierf. De tijd van King en Kennedy was voorbij. Slideshows en video’s maken in een seconde meer indruk dan een eenzame spreker in een uur.

Ondertussen werd een ander politiek communicatiemiddel, het tv-debat, geruisloos verbannen naar de staatszender. En wie surft er straks nog naar een politiek debat? Obama hangt daarom zijn communicatiekarretje aan Facebook of aan apolitieke tv-programma’s, zoals vorige week bij Jay Leno.

De klassieke toespraak leek tijdloos. In tijden van klimaatsverandering sterven dinosaurussen echter eerst. Vandaag beleven we een digitale klimaatsverandering. Jongeren tot tien jaar noemt men digitale ‘autochtonen’. U en ik zijn ‘immigranten’ in deze Nieuwe Wereld. Een wereld zo nieuw dat pc-nerds er cool lijken.

In die nieuwe, interactieve wereld, lijkt een passieve toespraak wel een dinosaurus. De baseline voor communicatie klinkt nu zo:

Vertel het mij en ik zal het vergeten.

Toon het mij en ik zal het onthouden.

Betrek mij erbij en ik zal het begrijpen.

Ik heb mij vergist.

Begin 2007 luisterde ik naar een toespraak van Obama. Hij maakte meteen meer indruk dan alle slideshows van Al Gore tezamen. Maar wat is het geheim van een goede toespraak?

Speechen is niet gericht op de ratio, wel op emo.

Het oerprincipe voor een goede toespraak is eenvoudig: ‘People don’t care about how much you know, until they know how much you care.’

Speechen is niet geschikt voor de overdracht van informatie, wel voor het opwekken van sympathie.

Politici willen een publiek niet zozeer iets bijbrengen, veeleer willen ze hun stem winnen. Een toespraak dient om snel een emotionele band te smeden. Hiertoe probeert de spreker het publiek te verenigen rond een gezamenlijk doel.

Speechen is niet geschikt voor het aanspreken van een individu, wel voor het aaneensmeden van een groep.

Net als muziek. Muziek schept een groepsgevoel. Een slideshow daarentegen breekt het ritme van de spreker. Het ritmisch effect van de gestage opbouw van herhalingen, alliteraties en steeds kortere en krachtigere zinnen komt alleen tot zijn recht wanneer de luisteraar op één enkel punt geconcentreerd blijft. In stemtimbre, debiteersnelheid en de opeenvolging van lettergrepen, schuilt meer ritme dan we durven vermoeden.

Speechen is niet geschikt voor het opsommen van maatregelen, wel voor het tot leven wekken van idealen.

Maatregelen mobiliseren ons matig. Idea-len raken ons echt. In december 2007 sloot Bush zijn toespraak over de aanpak van de crisis af met de gevleugelde woorden, ‘Go shop’. Obama drukte het iets subtieler uit, ‘We must pick ourselves up, dust ourselves off…’ Wie speecht, wil bezielen en mobiliseren.

Nochtans zei wijlen de Franse president Mitterrand dat ‘een politicus zich niet uitdrukt door zijn woorden, maar door zijn daden’. Akkoord, maar woorden zijn belangrijk. Was het niet de toespraak van de Amerikaanse ambassadeur Stevenson op de VN-Veiligheidsraad in 1962 die de rest van de wereld achter de VS schaarde tijdens de Cubacrisis? ‘Wacht niet op de vertaling, antwoord ja of nee!’ Of zijn de woorden van de grondwet niet belangrijk? Een Frans politiek adagium gaat nog een stapje verder: ‘Wat goed gezegd is, is waar. Meer nog, het is meteen ook gerealiseerd.’ Toegegeven, dit is een brug te ver. Toespraken hebben geen kracht van wet.

Speechen is niet ‘out’, maar ‘hot’.

Waarom? Tijdens de nacht waarin Obama zijn verkiezingsoverwinning vierde, was hij niet de beste spreker. Dat was McCain. McCain gaf een korte toespraak, die de oprechtheid uitstraalde van een geboren vechter die op ridderlijke wijze zijn nederlaag aanvaardt.

Mensen verlangen vandaag naar authenticiteit. Daarom is speechen weer ‘hot’. Speechen is persoonlijk en het is live.

Peter Van Rompuy (28) is blogger, reiziger en speechwriter voor het kabinet van landsverdediging.

door Peter Van Rompuy

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content