‘Nederland tegen terrorisme’ is de slogan van de opvallende overheidscampagne, die afgelopen week van start ging.

Paginagrote advertenties in de kranten met leuzen over ‘200.000 professionals’ die klaarstaan om het land te behoeden voor terroristische aanslagen, een brochure in ieders brievenbus, spotjes op radio en tv. Volgens de verspreider van de campagne, de nationale coördinator terrorismebestrijding Tjibbe Joustra, blijkt uit de recente ‘dreigingsrapportage’ dat ‘Nederland nog steeds rekening moet houden met concrete aanslagen’ en de overheid daarom moet informeren over wat er gebeurt, ‘zonder opgeklopte beelden, maar met neutrale en nuttige informatie’.

Het is ook uitdrukkelijk niet de bedoeling dat verschillende bevolkingsgroepen elkaar gaan wantrouwen. Volgens Willem Breedveld, gezaghebbend commentator en columnist van het dagblad Trouw, bestaat het gevaar voor een averechts effect wel degelijk.

U reageerde als een van de weinigen opvallend kritisch. Waarom?

WILLEM BREEDVELD: Om te beginnen viel mij op dat de roep aan de burgers tot waakzaamheid royaal werd overschaduwd door de nadruk op wat de overheid allemaal voor goeds doet. Het is absoluut niet toevallig dat deze vijf miljoen euro kostende terrorismecampagne van start gaat op ruim een week voor de gemeenteraadsverkiezingen (7 maart, nvdr.), zeker niet als je weet dat veiligheid hierbij een belangrijk thema is.

Maar de overheid zegt toch louter nuchter te informeren?

BREEDVELD: Nee, dit gaat verder. Men roept burgers op om verdachte personen of gedragingen door te geven. Men vraagt leraren te melden als leerlingen radicale opvattingen krijgen. Deze campagne legt dus uit wat er concreet aan terrorismebestrijding gebeurt – van het leger tot de treinconducteur – maar wil ook radicalisering voorkomen en roept burgers op om waakzaam te zijn. Dit is de fantastische paradox van deze campagne: men wil vertrouwen wekken in de samenleving, maar dan moet je bepaalde mensen wel eerst tot op het bot wantrouwen. Dit past bij iets als de ‘nationale kliklijn’ die al langer bestaat.

Na de aanslagen in Londen was er al een debat over de vraag of je burgers wel of niet moet mobiliseren. Verschillende politici vonden toen van niet. Dat men het nu wél doet, heeft te maken met druk van kleine rechtse partijen als de LPF en Groep Wilders, die het CDA en de VVD meeslepen die bang zijn te soft over te komen.

Zo’n campagne slaat geen bruggen tussen de gemeenschappen, wel integendeel. Het woord moslim staat nergens in de campagneteksten, maar hoeveel burgers zullen bij deze campagne denken aan, ik noem maar iets, radicale neoliberalen? Bovendien suggereert dat leger van 200.000 professionals dat er een immens gevaar dreigt. Hen inzetten voor de verkeersveiligheid zou veel meer mensenlevens redden.

H.v.S.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content