De anatomie van een strijdtafereel. Hoe Spielberg zijn briljante reconstructie van de invasie van Normandië in beeld zette.

“Saving Private Ryan” steekt op een verbijsterende manier van wal met de bestorming van een stukje kust in Normandië. Deze sequentie duurt vijfentwintig minuten, en ze wordt nu al een van de grootste scènes genoemd, die ooit op film werden vastgelegd.

Een groepje Amerikaanse Army Rangers landt opD-Day op Omaha Beach en komt in de hel terecht. Terwijl de klep van het amfibievoertuig openvalt, openen Duitse mitrailleurs vanuit een bunker het vuur. De Amerikanen vallen bij bosjes, struikelen over elkaar. Vele soldaten vallen in de zee, maar worden ook onder water door geruisloze kogels getroffen. Een soldaat ligt te sterven, zijn ingewanden over zich heen; een ander probeert zijn afgeschoten arm op te rapen; hun leider ( Tom Hanks) denkt een gewonde mee te sleuren tot hij merkt dat hij slechts een romp achter zich aan sleept; de zee raakt langzaam aan rood gekleurd van het bloed. Zo sukkelen we van de ene nachtmerrie in de andere in een slachtpartij die tegelijk genadeloos realistisch is en toch ook hallucinant.

Het concept achter deze verbazende sequentie was volgens Spielberg vrij simpel: de oorlog filmen alsof u er zelf bij was. De oorlog gezien door de lens van echte oorlogscameralieden. De camera gaat samen met de soldaten kopje onder, verstopt zich, struikelt en beeft. Voor extra visceraal effect blijft de camera rollen, ook als modder en (nep)bloed op de lens spatten. Om de subjectieve verteltrant niet te verbreken, vermijdt Spielberg close-ups van de Duitsers in de loopgraven en de bunkers.

Tijdens de drie weken lange opname van deze sequentie aan de Ierse kust – die als stand-in diende voor Normandië – beschikte Spielberg over primitieve montageapparatuur om meteen het geschoten materiaal te kunnen snijden en bijsturen. “Soms stonden de cameralieden te veel rechtop”, herinnert de regisseur zich. “Ik zei dat ze in het zand moesten liggen, anders werden ze meteen neergemaaid.”

MIDDEN IN DE ARENA

Voor de documentaire authenticiteit van de technisch onvolmaakte beelden vond fotografieleider Janusz Kaminski zijn inspiratie in de historische foto’s van oorlogsverslaggever Robert Capa. Door een ongevalletje in de donkere kamer, zijn slechts elf van zijnD-Day-foto’s bewaard gebleven.

Het filmteam werkte met onstabiele handcamera’s, liet het beeld soms onscherp worden en gebruikte diverse belichtingstijden en lichtcondities. Zodoende werd elke optische continuïteit vermeden. Veteraan cutterMichael Kahn wilde precies met zijn montage hetzelfde resultaat bereiken. Omdat tijdens het vechten alles onverwacht gebeurt, dood en vernieling plotseling toeslaan, werden de beelden zoveel mogelijk gesneden tegen de regels en verwachtingen in. Zodat ook het montageritme onrustig, verrassend en desoriënterend is.

En dan is er nog het verbluffende geluidsdesign waarbij het lijkt alsof de kogels ons om de oren fluiten, het geratel van de mitrailleurs door het doek scheurt en scherven van mortiergranaten dwars doorheen het vlees gaan. Een zeer knap subjectief effect treedt op wanneer Hanks na een explosie tijdelijk doof is. Een ijselijke muur van holle uitgerekte geluiden brengt zijn gevoel van verwarring over. Als hij ontredderd de slachtpartij overschouwt, krijgen de beelden een bevreemdend hortend slow-motion-ritme: een stroboscopisch effect verkregen door de opname aan halve snelheid – 12 beeldjes per seconde – en dan elk beeldje dubbel af te drukken. Allemaal ingrepen die ervoor zorgen dat, in de woorden van Spielberg, “het publiek midden in de arena zit, niet op de tribune eromheen”.

Patrick Duynslaegher

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content