Nu topambtenaren en hoofdcommissarissen officieel worden verdacht van passieve en/of actieve corruptie, lijkt de kans groot dat het gerecht voor het eerst doordringt tot in het hart van het gepolitiseerde Antwerpse profitariaat.

Zelfs wie er met zijn neus op staat te kijken, raakt af en toe de tel kwijt. Zo snel volgen de onthullingen, ontslagen en onderzoeken elkaar nu op in Antwerpen. Begin februari werden een aantal malversaties van de Antwerpse politietop gesignaleerd aan de Algemene Inspectie van de Politiediensten in Brussel. Die bracht het Antwerpse parket op de hoogte en dat startte meteen een vooronderzoek. Op vrijdag 7 februari pakte de Gazet van Antwerpen uit met onthullingen over de ‘uitspattingen’ van de Antwerpse politietop. De Antwerpse korpschef Luc Lamine, die al maanden op drijfzand liep, begon danig te spartelen toen hij plotseling steeds dieper begon weg te zakken.

Zodra onderzoeksrechter Dirk Verhaeghe op 18 februari werd ingeschakeld, kon de voorbereiding van een aantal onderzoeksdaden beginnen. De onderzoekers gingen na hoe stadsambtenaren, onder wie enkele politiemensen, misbruik maakten van Visa-betaalkaarten voor rekening van de politiebegroting. Ze onderzochten ook hoe stadsambtenaren zich alweer door reclamemaker JCDecaux lieten verleiden: een reclamemonopolie op tram- en bushokjes blijkt immers zo’n winstgevende zaak dat die al eens een faveurtje waard is.

Vandaar een eerste reeks huiszoekingen op woensdag 5 maart door de speurders van de Centrale Dienst ter Bestrijding van de Corruptie (CDBC), het vroegere en nu gekortwiekte Hoog Comité van Toezicht. Zij trokken onder andere naar de kantoren van de Antwerpse stadssecretaris (met vakantie) Fred Nolf in het stadhuis. Op dinsdag 18 maart startte de CDBC dan met een reeks ondervragingen in Brussel. Behalve korpschef Luc Lamine werden die dag nog verhoord: zijn ‘kabinetschef’ Luc De Kock; zijn chauffeur en manusje-van-alles Rony Claessens; hoofdcommissaris Luc Van Beylen, chef van de beleidsondersteuning (of wat daar voor doorgaat) en hoofdcommissaris Willy Haerenborgh, hoofdverantwoordelijke voor de dienst klanten- en klachtenbeheer.

Zo kregen meteen enkele van Lamines hovelingen de strop om de hals. Diezelfde avond verschenen zij voor de onderzoeksrechter.

Hoofdcommissaris Luc Lamine wordt verdacht van valsheid in geschrifte en het gebruik van zijn Visa-kaart van de stad voor enkele aankopen die ‘vreemd zijn aan zijn ambt’. Want hoe verklaart een korpschef anders de aanschaf van een damestas en een kort rokje van Dona Karan New York (DKNY)? Lamine wordt ook verdacht van verduistering van overheidsgeld voor private doeleinden. Met een bruto jaarloon van zo’n 120.000 euro, aangedikt met vergoedingen en premies allerlei, kun je nochtans bezwaarlijk tot de nooddruftigen worden gerekend. De korpschef wordt ten slotte ook verdacht van ‘knevelarij’, omdat hij als ambtenaar overheidsgeld verduisterde en/of anderen het bevel gaf ‘lonen of wedden te innen (…) wetende dat zij niet verschuldigd zijn of het verschuldigde te boven gaan…..’ (Strafwetboek, artikel 240 en 243.).

Korpschef Lamine liet zijn getrouwen in het korps extra overuren, premies en vergoedingen betalen. En die zijn sinds 1 april 2001 nog aantrekkelijker geworden dankzij het nieuwe statuut waar deze paars-groene regering de politie mee heeft bedacht. Dat is echter nog geen reden om zijn chauffeur, als burger, onder meer een premie te geven die bedoeld is voor lokale rechercheurs. Of om de goodwill van een massa politiemensen af te kopen door hen extra voordelen te gunnen.

Ook Lamines medewerker, hoofdcommissaris Lucien Van Beylen, wordt verdacht van knevelarij en verduistering. Ook hij gebruikte zijn Visa-kaart van de stad voor uitgaven die niet eigen waren aan zijn ambt, zoals een vakantietrip met vrouw in Frankrijk.

Hoofdcommissaris Willy Van Haerenborgh gebruikte zijn Visa-kaart dan weer om een jurkje te kopen bij Claudia Sträter, en dergelijke meer. En dan zijn er nog de intussen genoegzaam bekende uitstapjes in binnen- en buitenland mét buitensporige uitgaven. Zelfs indien het schepencollege die principieel heeft goedgekeurd, dan nog rest de vraag naar de verantwoording ervan.

Op woensdag 19 maart werden stadssecretaris Fred Nolf, zijn adjunct Freddy Vandekerckhove en stadsontvanger Roger Bekaert op hun beurt verhoord. Nolf en Bekaert werden de volgende dag aangehouden op verdenking van actieve en/of passieve corruptie.

Fred Nolf, die op 11 maart tot ontslag gedwongen werd, zou voor zichzelf een extra mooie BMW verkregen hebben toen hij een tiental dienstwagens van dat merk aanschafte voor de topambtenaren van de stad. Roger Bekaert zou op stadskosten onder andere werken in eigen huis hebben laten uitvoeren. Beiden worden ook verdacht van schriftvervalsing, verduistering en misbruik van vertrouwen. Vandekerckhove wordt ‘alleen maar’ verdacht van corruptie, verduistering en misbruik van vertrouwen.

VERENIGINGEN ZONDER WINSTOOGMERK

Enerzijds was er weer het geritsel met de Visa-kaarten – die overigens op 13 maart alle Antwerpse schepenen hun baan kostte – waarmee ook stadssecretaris Nolf aankopen voor vrouw en kinderen betaalde. Anderzijds werden tal van private uitgaven gefactureerd aan enkele vzw’s die de stedelijke administratie rond zich had verzameld, zogezegd om volgens de maatstaven van de privésector te kunnen werken én eventueel extra’s te betalen aan sommige leden van het stadspersoneel. De Standaard pakte vorige week uit met een lijst van 63 verenigingen zonder winstoogmerk, waaronder ook verenigingen die de stedelijke administratie ‘niet echt weet te plaatsen’.

Het is moeilijk te verantwoorden waarom de vzw Stedelijke Ontwikkelingsmaatschappij Antwerpen (SOMA), bedoeld als beleidsondersteunend orgaan om onder andere kansarme buurten op te krikken, een satellietnavigatiesysteem (GPS) voor stadsontvanger Bekaert betaalde, voor 12.500 euro meubels kocht voor stadssecretaris Nolf of een videocamera voor zijn adjunct Vandekerckhove. Of waarom de vzw Telepolis, het stedelijk informaticacentrum, deze drie ambtenaren maandelijks zomaar 620 euro toestopte. Of wat een fervent zeiler als Vandekerckhove zoal uitspookte in de vzw Antwerpse Haven- en Vaartinitiatie.

Naarmate de speurders van de CDBC, bijgestaan door hun collega’s van de Dienst voor de Strijd tegen de Economische en Financiële Delinquentie, een hondertal vzw’s onder de loep nemen en aandacht besteden aan bepaalde intercommunales en zogeheten autonome stadsbedrijven, dringt het Antwerpse gerecht voor het eerst door tot in het hart van het Antwerpse politieke en ambtelijke systeem. En dat kan nog het best omschreven worden als een gepolitiseerd profitariaat. Het allerduidelijkst is dat bij de politie.

De misstanden bij de Antwerpse politie zijn niet nieuw. Maar het was wachten op de komst van procureur des Konings Bart Van Lijsebeth (eind 1999): voordien stonden topmagistraten, hogere politiefunctionarissen, stadsmandatarissen en affairisten in al te nauw contact met elkaar. En werd de spreekwoordelijke lift geregeld teruggestuurd. Gerechtelijke onderzoeken waarin meer dan eens aanwijzingen van corruptie opdoken, leidden zelden tot aparte onderzoeken. Tenzij het echt niet anders kon, zoals in de affaires van Raoul Stuyck, die een groot deel van het Antwerpse establishment aan valse facturen had geholpen. Veel gebeurde onder de neus van de toenmalige procureur-generaal, de procureur, de burgemeester en de politiechefs: allemaal netjes verdeeld onder christen-democraten, socialisten, vrijmetselaars en klerikalen.

Zelfs de klachten bij het Vast Comité van Toezicht op de Politiediensten, beter bekend als het Comité-P, toen onder leiding van de Dendermondse onderzoeksrechter Freddy Troch, hadden geen effect. Het Comité-P onderzocht midden de jaren negentig nochtans meermaals de problemen in het Antwerpse politiekorps, die veroorzaakt werden door de twijfelachtige informantenwerking, favoritisme en zwartwerk. Wat er met al die processen-verbaal is gebeurd, blijft een raadsel. Ook vandaag nog zouden zij een licht kunnen werpen op de politiecultuur in Antwerpen. Als gewezen nationaal-magistraat André Vandoren, sinds eind 1999 voorzitter van het Comité-P, zijn archieven zou opengooien zou hij het vertrouwen in zijn instelling verder kunnen herstellen.

GEMEDIATISEERDE SUCCESSEN

Met de benoeming van Luc Lamine in 2001 als korpschef zou het allemaal veranderen. Al was het maar omdat hij sinds 1992 als woordvoerder alvast het imago ervan flink had opgepoetst. Maar nu is het blinklaagje weg en ontdekt iedereen wat ingewijden allang wisten, namelijk dat Lamine met zijn beredeneerde emotionaliteit het wel goed kan uitleggen – getuige daarvan zijn boek Samen Veilig, ingeleid door premier Guy Verhofstadt – maar dat hij zijn (vaak wisselende) visie op het politiewerk niet in de praktijk kan omzetten. Laat staan dat hij eerst orde op zaken zou kunnen stellen. In zijn boek schrijft hij dat de vroegere Antwerpse burgemeester Bob Cools (SP.A) ‘zich omringd had met hofnarren en angsthazen en dat is de prijs die Antwerpen tot vandaag nog afbetaalt’. Burgemeester Leona Detiège (SP.A), Lamine en de zijnen hebben evenwel onvoldoende van het verleden geleerd.

Enkele gemediatiseerde successen ten spijt, leverden de met veel poeha aangekondigde politieprojecten weinig of niets op. De kwaliteit van het werk bleef ondermaats. Om vergoedingen en premies op te strijken, mochten velen komen werken als er geen werk was en thuis blijven als ze op post hadden moeten zijn. De organisatorische problemen waren overal voelbaar en de politiehervorming van paars-groen bracht geen beterschap. Integendeel. Daarom probeerden premier Verhofstadt en zijn veiligheidsadviseur Brice De Ruyver zelf het Antwerpse politiekorps vlot te trekken. En alweer kregen zij van korpschef Lamine in juni 2002 een twee centimeter dikke ringmap omtrent de ‘Vernieuwende werking van de lokale politie Antwerpen: aanpak prioritaire aandachtspunten en de projecten lokale politie Antwerpen.’

Er kwam zelfs een Federale Begeleidingscommissie onder leiding van burgemeester Detiège. Daarin zaten uiteraard professor Brice De Ruyver en zijn Gentse collega’s Paul Ponsaers en Marc Cools (kortom, de criminologen die de politiehervorming sinds de start zogezegd begeleiden en zich laten betalen om haar een wetenschappelijk tintje te geven). En verder ook Frank Schuermans, adjunct-kabinetschef van vice-premier Johan Vande Lanotte (SP.A); Koen Dassen, toenmalig kabinetschef van minister van Binnenlandse Zaken Antoine Duquesne (MR); André Vandoren, voorzitter van het Comité-P en procureur Bart Van Lijsebeth. Hun opdracht was evenwel bijzonder onduidelijk en, zoals dat met dit soort commissies gaat, zodra de camera’s weg waren, viel ze stil en werd het werk uitbesteed.

Meerbepaald aan Delta-i, een adviesbureau gespecialiseerd in de begeleiding van overheidsdiensten, waaronder politiekorpsen. Deze keuze was des te hoopgevender omdat een van kopstukken van het bureau niemand minder is dan hoofdcommissaris Michel De Smedt, als majoor in de jaren negentig een van de hervormers van de toenmalige rijkswacht onder leiding van Willy Deridder. Al vlug bleek hoe onsamenhangend de initiatieven waren die korpschef Lamine gelanceerd had, hoe die nauwelijks werden opgevolgd en hoe zij nooit de kritiek zouden kunnen wegwerken die overal op het Antwerpse politiekorps werd geuit. Was het trouwens regeringsadviseur De Ruyver niet die hen ‘de flikken met de gouden matrak’ noemde, toen Antwerpen het aandurfde de regering om nog meer geld te vragen, wegens de meerkosten van de politiehervorming?

Op advies van Delta-i zou dan maar eerst gefocust worden op vier thema’s: enerzijds een veilig en leefbaar Antwerpen en anderzijds een kwaliteitsvolle en goed bestuurde politie. Precies door het gebrek aan sturing duurde het nog tot november vorig jaar vooraleer enkele van de voorgestelde projecten opgestart werden. Zo groot was de verwarring in het korps.

Het conflict dat eind januari zijn hoogtepunt bereikte, beperkt zich dan ook niet tot meningsverschillen tussen korpschef Luc Lamine en een paar hoofdcommissarissen. Bijna alle hoofdcommissarissen, zonecommissarissen en politieteammanagers nemen Lamines beleid onder vuur. De korpschef heeft al te veel ondergeschikten tegen elkaar opgezet.

En de politiek? Burgemeester Detiège wou alles binnenskamers houden. Veiligheidschepen Dirk Grootjans (VLD) was andermaal te licht voor de zware jongens van de politie. En de kandidaat-burgemeesters Hugo Coveliers (VLD) en Patrick Janssens (SP.A) zeiden wat zij al jaren eerder hadden kunnen zeggen. Want wie te lang zwijgt, verliest zijn recht op spreken.

Frank De Moor

de vzw telepolis stopte drie topambtenaren maandelijks 620 euro toe.

de met veel poeha aangekondigde politieprojecten leverden weinig of niets op.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content