Het aantal leerlingen dat in Vlaanderen thuisonderwijs volgt, is in vijf jaar tijd verdrievoudigd. Schort er iets aan ons schoolsysteem, of wordt onze maatschappij steeds maar individualistischer?

Vorig schooljaar volgden ruim 1100 Belgische kinderen tussen 4 en 17 jaar geen onderwijs in een school, maar thuis. 666 van hen wonen in Vlaanderen. Op een totaal van ruim een miljoen leerplichtige Vlaamse jongeren is dat slechts een kleine fractie. Toch is er een duidelijke evolutie merkbaar. In vijf jaar tijd is het aantal leerlingen dat een ‘verklaring van huisonderwijs’ indiende verdrievoudigd, zowel in het basisonderwijs als in het secundair onderwijs.

De vooruitgang van de technologie heeft het thuisonderwijs zeker een duw in de rug gegeven. Lesmateriaal is beschikbaar via het internet en gezinnen kunnen elkaar ontmoeten op onlinefora om ervaringen en ideeën uit te wisselen. Maar gezinnen die opteren voor thuisonderwijs dragen alle kosten van de begeleiding en het lesmateriaal zelf, en die kunnen hoog oplopen. Wie niet kiest voor een professionele studiebegeleiding, moet vaak zijn baan opgeven om zijn kinderen zelf les te geven.

Waarom overweegt iemand om het vrijwel gratis onderwijs in een school in te ruilen voor een financieel minder aantrekkelijk alternatief? Het schoolsysteem blijkt wel te werken voor het gros van de leerlingen, maar wie afwijkt van de norm, valt tussen twee stoelen. Sommige leerlingen hebben meer dan anderen behoefte aan een individuele ondersteuning. Ook de grootscheepse campagnes tegen het pesten maken duidelijk dat niet alle jongeren zich thuis voelen in het schoolsysteem.

Op school hebben de leermethoden de voorbije jaren een grondige evolutie doorgemaakt. Individuele studiebegeleiding werd nooit op zo’n grote schaal aangeboden als vandaag. Leraren en pedagogen leggen steeds meer de nadruk op het welzijn van de leerlingen. ‘Dat de leerlingen zich goed voelen is op zich belangrijk. Op school is het ook de hefboom die het leerproces op gang moet trekken’, zegt Agnes Claeys, de coördinerende directeur van de scholengemeenschap KSLeuven. ‘Maar een leerweg op maat ontwikkelen voor elke individuele leerling, is praktisch niet haalbaar. Je moet een programma aanbieden voor een breed publiek, dat is in de maatschappij niet anders. Slechts voor een beperkt aantal leerlingen die extra leerkansen nodig hebben, kunnen we een individueel leertraject voorzien.’

STEEDS MEER UITZONDERINGEN

Thuisonderwijs kan een extreme vorm van individualisering bieden. Maar er bestaat controverse over de gunstige effecten voor het kind. Uitgebreide studies over de korte- en vooral de langetermijneffecten van thuisonderwijs op de cognitieve en so-ciale vaardigheden van kinderen ontbreken voorlopig. Volgens de kinder- en jeugd- psychiater Peter Adriaenssens zijn zowel wetenschappers als gezinnen in Vlaanderen niet erg gebrand op zo’n onderzoek, omdat ze beducht zijn voor een polarisering rond dat delicate maatschappelijke onderwerp. In het buitenland verschenen wel al studies, die suggereren dat kinderen die thuisonderwijs volgen zich op het gebied van hun cognitieve en sociaalemotionele mogelijkheden positief onderscheiden van hun leeftijdgenoten.

Vanuit zijn discipline staat Adriaenssens veeleer argwanend tegenover het thuis-onderwijs. ‘Tenminste als kinderen of jonge- ren geen gefundeerde medische reden hebben om thuis te blijven’, zegt Adriaenssens. ‘Leraren moeten kinderen klaarstomen om te functioneren in deze wereld. Dat is een niet te onderschatten opdracht. De kinderen moeten daarbij leren omgaan met de verscheidenheid in onze samenleving. Als ze uitsluitend binnen hun eigen gezin worden opgevoed, beschouwen ze de normen en waarden van thuis veel langer dan hun leeftijdgenoten als dominante waarheden. Voor intelligente kinderen hoeft dat geen obstakel te zijn. Maar het probleem is dat de meeste ouders op het moment dat ze beslissen om hun kind niet meer naar school te sturen, nauwelijks kunnen inschatten of het over voldoende capaciteiten beschikt.’

‘Het verontrust me dat almaar meer kinderen als “uitzonderingen” worden bestempeld. We moeten erover waken dat niet alle leerlingen met frustraties uit het schoolsysteem stappen en dat het thuisonderwijs helemaal explodeert’, zegt Adriaenssens. ‘Dat leerlingen op school moeilijke momenten doormaken, is heel normaal. Die momenten dragen bij tot de algemene ontwikkeling van het kind en helpen het later bewuste keuzes te maken. Door overhaast te opteren voor thuisonderwijs stelt een jongere de confrontatie met die problemen vaak gewoon uit tot de fase van de jonge volwassenheid.’

Bewijst de stijgende populariteit van het thuisonderwijs niet dat het georganiseerde onderwijs niet meer voldoet aan de behoeften van de nieuwe generatie? ‘Voor kinderen moeten er betere uitwegen komen dan de massale overstap naar het thuisonderwijs. Er is bijvoorbeeld een oplossing nodig voor de veel te grote klassen’, aldus Adriaenssens. ‘In een klas zitten vandaag gemiddeld nog altijd evenveel leerlingen als twintig of dertig jaar geleden, maar onze maatschappij is ondertussen wel enorm ge-evolueerd. Met maximaal twaalf leerlingen per klas kunnen leerkrachten hun leerlingen veel beter begeleiden. Dat probleem verhelpen is niet alleen een opdracht voor het ministerie van Onderwijs. Daarvoor is een fundamentele koerswijziging van het hele beleid nodig.’

INFORMATIE VAN HET MINISTERIE VAN ONDERWIJS: www.ond.vlaanderen.be/infolijn/faq/ leerplicht/huisonderwijs/default.htm; DISCUSSIEFORA EN INFORMATIEPLATFORMS: HUISONDERWIJS. NING. COM, www.stapvooruit.be, GROUPS. MSN. COM/ZONDERSCHOOL, GROUPS. YAHOO. COM/GROUP/TO-BN/

DOOR ELINE VANUYTRECHT/foto’s franky verdickt

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content