Over de regeling voor werkende studenten bestaat nog altijd veel onenigheid. De werkgevers willen het systeem versoepelen, de vakbonden vrezen concurrentie voor laaggeschoolden.

Het blijft voor jongeren opletten als ze wat willen bijverdienen, want de reglementering die studentenarbeid afbakent is niet eenvoudig. Zeker wie niet alleen in de zomer maar ook tijdens het schooljaar wat werkt, moet extra aandachtig zijn. Studenten die nog ten laste zijn van hun ouders mogen elk jaar 23 dagen werken in de zomervakantie en 23 dagen daarbuiten. Daarbij verdienen ze netto bijna net zoveel als bruto, want ze staan alleen een kleine solidariteitsbijdrage af. Pas wanneer ze meer dan die tweemaal 23 dagen werken, moeten er sociale bijdragen worden betaald. Ouders zijn vaak op hun hoede voor het verlies van hun kinderbijslag, maar die komt pas in het gedrang als een jongere meer dan 240 uur in één kwartaal werkt.

De federale regering overweegt een vereenvoudiging van het systeem, maar overeenstemming over een mogelijke regeling is er niet. Ook de sociale partners verschillen grondig van mening. De werkgeversorganisaties pleiten al langer voor een versoepeling van het systeem, zodat zelfstandigen en bedrijven nog meer studenten kunnen inzetten tegen sterk verlaagde sociale bijdragen, ook buiten de zomer. Daarmee kunnen ze flexibel periodes opvangen waarin ze minder gemakkelijk personeel vinden, luidt het, zoals weekends en schoolvakanties. De vakbonden zien daar weinig heil in: zij vrezen dat de studenten oneerlijke concurrentie zouden betekenen voor laaggeschoolden.

CD&V-Kamerlid Stefaan Vercamer rakelde een oud voorstel op dat in de lijn van de visie van de bonden ligt. Hij wil studentenarbeid zonder sociale bijdragen reserveren voor de drie zomermaanden, zodat studenten daarbuiten voor werkgevers qua loonkosten niet aantrekkelijker zijn dan andere arbeiders. Arbeidsmarkt-deskundige Jan Denys van Randstad noemde dat voorstel op Knack.be ‘niet ernstig’. ‘Waarom zijn er nog zoveel openstaande vacatures voor laaggeschoolden? De knelpuntberoepen komen er niet vanzelf. Dat bewijst dat studenten geen jobs innemen van arbeiders’, aldus Denys. Volgens hem draaien studenten vooral weekend- en avondshifts, en vormen ze daardoor geen concurrentie. Open VLD counterde Vercamer ook meteen met een eigen wetsvoorstel dat studenten moet toelaten om gedurende 400 uur per jaar te werken tegen verlaagde sociale bijdragen. De ondernemers willen het maximum namelijk graag in uren en niet in dagen, zodat ze studenten flexibel kunnen inzetten. Dat noemen de vakbonden dan weer ‘niet te controleren door de RSZ’.

HET JUNINUMMER VAN MONEYTALK BRENGT EEN COVERVERHAAL OVER ALLERLEI MANIEREN OM UW FISCALE AANGIFTE TE OPTIMALISEREN. INFO: WWW.MONEYTALK.BE

Thomas Verbeke

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content