Zondag wordt de Grote Prijs van België formule-1 verreden in Francorchamps. Dat zou wel eens een van de laatste keren kunnen zijn, want vanaf 2003 mag tabaksreclame écht niet meer. Of vinden de Walen er wel weer iets op?

We ontmoeten Bernie Ecclestone in Boedapest tijdens de recentste Grand Prix. De Brit is formeel: ‘Ik denk niet dat er vanaf 2003 nog een formule-1-race in België is.’

Het is niet de eerste keer dat Ecclestone het voortbestaan van de Belgische Grote Prijs in twijfel trekt. Dat heeft alles te maken met de wet-Van Velthoven, die tabaksreclame verbiedt. Het Waalse Gewest toverde wel een decreet uit de hoed dat tabaksreclame nog toelaat voor internationale evenementen (zoals formule-1, een wereldkampioenschap), maar het politieke compromis dat Vlamingen en Walen uitdokterden gaf de omstreden afwijking van de federale wet maar respijt tot eind juli 2003. Terwijl Europa tabaksreclame nog duldt tot 2006. ‘Het is een princiepskwestie’, zegt Ecclestone, ‘België wil strenger zijn dan Europa, wij zweren bij de Europese richtlijn.’

Een ordinaire patstelling, zo lijkt, maar de waarheid ligt elders: in de Concorde-akkoorden, die naast de verdeling van televisiegelden tussen de F-1-teams en Ecclestone ook de hele werking van het F-1-gebeuren regelen, staat volgens welingelichte bronnen dat de teams in een minimaal aantal races zorgeloos hun geldschieters moeten kunnen adverteren. Omdat met uitzondering van BMW-Williams alle topteams in de kleuren van sigarettenmerken rijden, is de kans klein dat die zonder tabaksreclame naar België willen komen.

Vanaf 2003 geen formule-1 meer, het zou pijn doen voor het circuit dat wordt beheerd door de Intercommunale de Spa-Francorchamps, waarin de provincie Luik, de grensgemeenten, het Waalse Gewest en de lokale autosportclubs zijn vertegenwoordigd. De intercommunale heeft een jaarbudget van ongeveer 140 miljoen frank (3,47 miljoen euro), en zowat de helft daarvan vloeit binnen tijdens het weekend van de Belgische Grand Prix: zoveel betaalt Ecclestone om het circuit een weekend lang af te huren.

TWEE FORMULES

Ruw geschetst zijn er twee formules om een Grand Prix te organiseren. De circuiteigenaar kan de wedstrijd zelf organiseren en Ecclestone voor de komst van het F-1-circus betalen. Uiteraard neemt de organisator dan het financiële risico. Andere circuits spelen het safe, staan alle rechten op promotie en kaartjesverkoop af aan Ecclestone en krijgen in ruil daarvoor huurgeld. Zo gaat het onder andere in Duitsland en Oostenrijk, maar ook in Francorchamps, waar de kaartjesverkoop en promotie in handen is van Spa Activities, een onderneming die wordt gecontroleerd door Ecclestone. André Maes, secretaris-generaal van de intercommunale, maakt de rekening: ‘Zonder formule-1 zou het er niet goed uitzien voor de 24 werknemers van de intercommunale.’ Heeft Francorchamps dan geen contract tot eind 2005 voor de formule-1? ‘Inderdaad, maar contracten belanden snel in de prullenmand als de omstandigheden veranderen.’ Veranderen zoals: geen tabaksreclame meer vanaf augustus 2003.

Voorlopig beweegt er niets op het politieke toneel. Er is ook niet meteen haast bij, want de Grand Prix 2003 kan makkelijk worden gered: de Belgische F-1-race vindt plaats tijdens het laatste weekend van augustus, maar vroeger was dat steevast ergens in mei. En het tabaksdecreet van het Waalse Gewest loopt pas af eind juli 2003. Of dat de reden is waarom we ergens in mei dit jaar secretaris-generaal André Maes tijdens de Grand Prix van Oostenrijk tegen het lijf liepen? ‘Wel, laat het me zo stellen dat een datumswitch met Oostenrijk geen slechte zaak zou zijn…’

Maes ontmoet je wel eens vaker in de paddock, tijdens een formule-1-weekend. Dan staat hij steevast in de rij bij de grijze bus van Bernie Ecclestone – het Kremlin, noemen insiders het tuig – wachtend op audiëntie. Maes is dan vaak vergezeld van Serge Kubla, Waals minister van Economie, KMO en Wetenschappelijk Onderzoek. Aan Ecclestone en diens entourage wordt Kubla door Maes voorgesteld als de Bélgische gesprekspartner, in de paddock kennen niet-Belgen hem als le ministre Belge de l’Economie. Staat inderdaad leuker dan ministre de la Région Wallonne.

Kubla, PRL’er en destijds opgeleid op het kabinet van Jean Gol, schuwt de camera’s niet. Waalse politieke waarnemers menen te weten dat de week op zijn kabinet altijd een aangenamere start kent als de minister tijdens het weekend op tv is verschenen. In dat geval zitten de medewerkers van Kubla goed voor de eerste week van september, want tijdens het weekend zal hun baas ongetwijfeld op de buis te zien zijn, over de startplaats struinend met Ecclestone.

Francorchamps is belangrijk voor Kubla, die als minister gaat over de economische ontplooiing van de streek. Twee jaar geleden bleek uit een studie dat de Belgische Grand Prix ieder jaar goed is voor een return (vooral inkomsten in de horeca) van 1,2 miljard (29,75 miljoen euro). Een indrukwekkend bedrag. Zo indrukwekkend dat de Waalse groenen de wetenschappelijke ernst ervan betwijfelden: ook omdat er geruchten waren dat de studie werd gefinancierd door het reclamebureau van een sigarettenmerk dat betrokken is bij de autosport.

TAFELTENNIS EN TERREINFIETSEN

Tegenwoordig is er in het groene kamp heel wat minder gemor over het circuit van Francorchamps. De milieupartij zit nu in de Waalse regering en is ook vertegenwoordigd in de intercommunale. ‘Maar er begint wat te roeren bij de bevolking’, laat een buurtbewoner zich ontvallen. ‘Als ergens een weg in de streek er belabberd bij ligt, dan vinden de mensen het niet leuk als ze horen dat op het circuit nog maar eens een paar kilometer vangrail wordt vernieuwd.’

Niet alleen de vangrails worden vernieuwd in Francorchamps. Een paar jaar geleden kwamen er nieuwe parkeerplaatsen voor de F-1-wagens. Met een bouwvergunning voor een tafeltenniscomplex, menen kwatongen te weten. Voor tafeltennis heb je inderdaad een perfect vlakke bodem nodig, net zoals voor F-1-wagens die laag boven de grond hangen. Zo zijn er nog fraaie geruchten: de dubbele chicane kort voor de finish zou een opslagplaats zijn voor strooizout, de serviceweg langs de binnenkant van het circuit een piste voor terreinfietsen. En dit weekend wordt een nieuwe perszaal in gebruik genomen, een investering van zo’n 130 miljoen (3,22 miljoen euro). Bernie Ecclestone kwam er twee jaar geleden zelfs eventjes voor uit z’n bus en ging samen met minister Kubla en secretaris-generaal Maes op de foto. In z’n korte speech zei Kubla iets over de ‘culturele uitstraling van Spa’. Misschien durven kwatongen straks wel te beweren dat de perszaal eigenlijk een cultureel centrum is.

Bouwen en verbouwen, het is geen nieuwe sport in Francorchamps. Toen het circuit eind de jaren zestig te lang, te gevaarlijk en helemaal verouderd was, schrokken de Waalse socialisten wakker. De modernisering kostte naargelang van de bron één tot twee miljard frank (24,79 miljoen tot 49,58 miljoen euro). Overheidsgeld dat vooral van Openbare Werken kwam, want Francorchamps was toen geen permanent circuit en gebruikte grotendeels de openbare weg. Nog altijd trouwens, want het circuit wordt alleen tussen 15 maart en 15 november afgesloten om er te racen. In een brief die hij in 1976 in verband met de modernisering van het oude circuit schreef, stelde toenmalig minister van Openbare Werken Louis Olivier (PRL) dat het helemaal niet ging om een subsidie voor het circuit, maar om ‘een nieuw stuk openbare weg dat heel occasioneel als racecircuit zou worden gebruikt.’ Toen een Knack-journalist vijftien jaar geleden op onderzoek trok naar Francorchamps en opperde dat het circuit in de periode van de modernisering op riante overheidssteun kon rekenen, antwoordde een toenmalig directielid van de intercommunale: ‘De staat doet niets meer dan z’n wegen onderhouden, monsieur.’

In diezelfde periode lag zo’n honderd kilometer verder een modern en aan alle normen beantwoordend circuit te verkommeren. Omdat het na een faillissement in handen was gekomen van een promotor die slaags raakte met de Koninklijke Automobielclub én met de overheid. Daardoor kreeg hij de nodige vergunningen niet of veel te laat, kon hij geen waardige kalender meer opstellen en raakte van de regen in de drop. Te meer omdat zowel Vlaams ‘rechts’ als Waals ‘links’ een circuit in Nijvel niet genegen waren. Vlaams rechts en Waals links? Niet toevallig makkelijk in verband te brengen met respectievelijk Zolder en Francorchamps. Geen van beide kampen, en zeker niet de Waalse socialisten rond Luikenaar Guy Mathot, hadden baat bij een florissant circuit in de omgeving van Brussel. Dat kon de dood van Zolder en Francorchamps worden. Terwijl de economische ratio het omgekeerde gebood: Nijvel was een modern circuit, centraal gelegen in het land en met ontelbare hotels in de nabijheid. Maar vooral: in de periode waarin werd beslist om de vroegere autosportglorie terug te brengen naar Francorchamps, becijferde een architectenbureau dat het precies 506 miljoen (12,54 miljoen euro) zou kosten om het vervallen Nijvel (dat wegens het wegblijven van races ten prooi was gevallen aan vandalen) opnieuw tot een volwaardig circuit op te knappen. Lawrence Gozlan, eigenaar van het circuit, was bereid mee te betalen als de geschillen van het verleden werden opgelost en Nijvel de nodige vergunningen zou krijgen om races te organiseren. Maar het overheidsmiljard (-miljarden?) ging naar Francorchamps. Waar het glimmende F-1-circus zondag andermaal langskomt. Met z’n sterren en met z’n tradities. Een van die tradities is dat belangrijke, lokale politici op het podium de bekers mogen uitreiken. Het zal dit weekend wellicht niet anders zijn.

Jo Bossuyt

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content