Koen Meulenaere
Koen Meulenaere Van 1991 tot 2012 de satiricus van Knack

In de Kroonraad van Knack geven vooraanstaande politici hun opinie over de actualiteit. Deze week Willy Claes over de verkiezingen van 18 mei, de slechte economische vooruitzichten, de Europese Conventie, en de politieke verhoudingen na de oorlog in Irak.

nMijnheer Claes, de opwinding van de verkiezingen is wat weggeëbd. Bent u al bekomen van het succes van uw poulain Steve Stevaert?

WILLY CLAES: Dat hij dit voor elkaar zou brengen, kon ik natuurlijk niet vermoeden toen ik hem in de politiek lanceerde. Steve Stevaert wordt onderschat, nu nóg altijd. Voornamelijk door mensen die zichzelf graag tot de intellectuelen rekenen, en die volkomen ten onrechte laatdunkend blijven doen over zijn capaciteiten. Steve heeft in de eerste plaats een grote dosis gezond verstand. Hij spreekt een klare taal en weet de meest complexe problemen op een eenvoudige manier te ontleden en uit te leggen. Hij staat met twee voeten tussen de mensen en voelt hun echte bekommernissen goed aan. Hij komt vaak met zeer originele oplossingen die hij bovendien nog realiseert ook. Hij is geen ideoloog in de oude betekenis van het woord, maar dat wil niet zeggen dat hij geen maatschappijvisie zou hebben. Hij is ook telegeniek, zelfverzekerd en spits.

Hij heeft de SP.A een andere oriëntatie gegeven. Een beetje oneerbiedig kan je zeggen dat hij de miserabilistische weg verlaat, en het werkterrein van de partij heeft verlegd naar ‘de gewone man tout court’, niet uitsluitend meer naar de ‘minstbedeelden’. Hij heeft een groot tactisch en strategisch talent, waarbij hij zich niet beperkt tot de korte termijn. Dat brengt hem vaak tot op het eerste gezicht merkwaardige contacten of coalities, maar later blijkt meestal dat hij de anderen ver vooruit was.

Gaan we in België naar een stelsel met één rechtse en één linkse partij, met extreem-rechts als derde ernaast?

CLAES: Dat is een te voorbarige conclusie, hoewel je niet voorbij kan aan het feit dat de CD&V nog dieper is weggezakt van wat al een historisch dieptepunt werd genoemd. Die teloorgang is niet enkel te wijten aan ontkerkelijking en ontzuiling, er is meer aan de hand. Maar ik schrijf de christen-democratie niet af. Kijk maar hoe ze in Nederland vanuit het niets weer is opgeveerd. Ook de PvdA is in één verkiezing tijd verrassend herrezen. Dat komt soms door toevalligheden, en het heeft zeker te maken met de mediatisering en de personalisering van de politiek. Wie het niet goed doet op televisie komt er niet meer door, ook al heeft hij een goed programma of kan hij een goede balans voorleggen. Ik betreur dat, maar er is geen weg terug. Het gevaar is dat je op televisie even snel kan verslijten als opgang maken. En door de specifieke kenmerken van het medium verzwakt de aandacht voor het inhoudelijke. Hoe je het draait of keert: de vorm bepaalt alles en dat mechanisme dreigt soms te ontsporen. We zijn de Amerikaanse toer opgegaan, en ik zou niet weten hoe je dat moet afremmen.

De kiesdrempel heeft ervoor gezorgd dat naast Agalev ook nog een paar minipartijen uit het parlement zijn gehouden. Is dat een goede zaak?

CLAES: Minder partijen leidt tot meer transparantie en efficiëntie, maar de kiesdrempel is niet de verklaring voor de tragiek van Agalev. Al te lang hebben de groenen het groene gedachtegoed, dat ik respecteer, als hun monopolie beschouwd. Ze gaven kritiek, soms wat hooghartig, op alles wat de anderen deden, maar gingen eraan voorbij dat hun eigen oplossingen vaak niet realiseerbaar waren. Vanaf het moment dat ze zelf mee in de regering zaten, hebben ze dat aan den lijve moeten ondervinden, voor het oog en het oor van de hele publieke opinie. Ze zijn daarenboven geconfronteerd met hun gebrek aan bestuurlijke ervaring, dus ook met een zekere bestuursonkunde, en met een tekort aan deskundige ondersteuning. Voeg daarbij dat ze in een bonte coalitie verplicht waren compromissen te sluiten, en je hebt de verklaring waarom hun kiezers hebben afgehaakt. Temeer omdat andere partijen ook ecologische standpunten verdedigen. Tijdens de campagne werd Agalev door VLD en CD&V zwaar aangepakt, en het had zelf te weinig sterke communicatoren om die aanvallen te pareren.

Uw collega-Kroonraadlid Mark Eyskens verbaasde zich erover dat in de campagne de precaire economische situatie nauwelijks ter sprake is gekomen. Ook Europa was geen thema.

CLAES: Zonder polemisch te willen worden, begrijp ik dan toch niet waarom zijn eigen CD&V niet veel luider op die spijker heeft geklopt. Maar verder hebt u gelijk: tot mijn grote verbazing zijn de monetair-economische situatie en de Europese agenda totaal niet aan bod gekomen in het debat. Ik overdrijf niet als ik de kandidaat-regeringspartijen zeg dat de speeltijd voorbij is, en dat ze rekening moeten houden met een allesbehalve aantrekkelijk economisch klimaat. In de Verenigde Staten zullen ze tegen het eind van het jaar wel tot min of meer respectabele groeicijfers komen, maar dat zal dan vooral te danken zijn aan de verdere val van de dollar, die de exportcapaciteit van Europa nog meer zal aantasten. Combineer dat met de recessie die al duidelijk is in Duitsland, Nederland en Italië, en je zit met een meer dan ernstig probleem.

Ik heb er niets op tegen dat men de verlaging van de arbeidskosten hoog in het vaandel voert, want dat is ongetwijfeld een must. Maar de budgettaire marge is zo beperkt dat die verlaging elders besparingen noodzakelijk maakt. En lastenverlaging is niet voldoende om opnieuw economische groei te krijgen. Een werkgever, of het nu in een KMO of in een groot bedrijf is, zal geen mensen aanwerven als hij geen bestellingen krijgt. Daarom is het goed dat onder anderen Johan Vande Lanotte tijdens de campagne het accent heeft verlegd naar een verdieping van de economische strategie, en naar meer inspanningen voor research en innovatie. Dat is even belangrijk als te werken aan de concurrentiepositie.

Op het Europese toneel worden de werkzaamheden van de Conventie afgesloten.

CLAES: Als oude rot wil ik een alarmkreet slaan. De Conventie heeft natuurlijk maar een consultatieve bevoegdheid, maar voorzitter Valéry Giscard d’Estaing heeft zijn kaarten op tafel gegooid en het lijdt geen twijfel dat hij, en met hem de Franse regering, de intergouvernementele optie wil doordrukken en de macht van de grote lidstaten wil bestendigen of nog vergroten. Er moet dus geamendeerd worden om de positie van de kleinere lidstaten op peil te houden. Dat kan alleen als zij samen met de Benelux een trein vormen. Daarom roep ik Louis Michel op om zijn aandacht niet te laten verslappen. Het is nu, op dit moment, dat de besluiten van de Conventie op papier worden gezet. Maar in Nederland zijn ze nog volop bezig met de kabinetsvorming, en in België zijn we pas begonnen met de onderhandelingen, het gevaar bestaat dat we in de Conventie onze stem niet meer laten horen en dat mede daardoor de kleine lidstaten worden platgedrukt.

Een van de knelpunten is het al dan niet aanstellen van een permanente voorzitter, en van een minister van Buitenlandse Zaken.

CLAES: Een minister van Buitenlandse Zaken is een goed idee, op een dubbele voorwaarde. De eerste is dat er een echte gemeenschappelijke buitenlandse politiek komt. Maar dat veronderstelt dat men afstand neemt van die verdomde regel van de unanimiteit en ook inzake buitenlandse politiek een deel van de nationale soevereiniteit naar het Europese niveau transfereert. Dat is de conditio sine qua non om eindelijk onze economische macht te kunnen vertalen in politieke daadkracht. En eerlijk gezegd: de vooruitzichten op dat punt zijn niet goed.

De tweede voorwaarde is dat men geen nieuwe dubbelzinnigheden in de structuren brengt. Giscard wil in de Raad een permanente voorzitter, die twee en een half jaar aan zou blijven, met een mogelijke verlenging van twee jaar. Als die voorzitter functioneert naast een minister van Buitenlandse Zaken die zowel lid is van de Raad als van de Commissie, bouw je de bodem voor verwarring en conflicten structureel in. Het is het ene of het andere, niet beide.

De oorlog in Irak ligt meer dan een maand achter ons. Aanslagen in Saudi-Arabië en Marokko tonen aan dat met het uitschakelen van Saddam Hoessein de internationale terreur niet verdwenen is.

CLAES: Dat was te voorzien. Velen hebben gewaarschuwd dat je het internationaal terrorisme niet kan bedwingen met militaire acties alleen. Het fenomeen is veel complexer en vereist een veelzijdige aanpak, waarbij zowel politieke als sociaal-economische factoren veel belangrijker zijn dan militaire. Ik vrees dat we pas aan het begin staan van een golf van internationale terreuraanslagen.

Een maand geleden heette het dat er binnen de NAVO een onherstelbare breuk was ontstaan. Is dat nog altijd zo?

CLAES: Dat denk ik niet. Er is een harde botsing geweest tussen de Verenigde Staten en het Verenigd Koninkrijk enerzijds, en anderzijds Frankrijk, Duitsland en Rusland. Maar meerdere tekenen wijzen erop dat er toenadering wordt gezocht om de plooien glad te strijken. De vlotte manier waarop in de Veiligheidsraad de sancties tegen Irak zijn opgeheven, geeft aan dat zowel Fransen, Duitsers als Russen hun verzet tegen de Amerikaans-Britse as laten varen, mogelijk uit schrik voor een revanchistische politiek van de Amerikanen. De Fransen sloten zelfs niet uit dat de NAVO zou gaan zorgen voor de ordehandhaving op Iraaks territorium. De taal van bondskanselier Gerhard Schröder en minister van Buitenlandse Zaken Joschka Fischer bij het bezoek van Colin Powell had al duidelijk gemaakt dat ook Berlijn een bocht probeerde te maken. En Rusland heeft behoefte aan versterking van zijn strategisch partnerschap met de VS. President Vladimir Poetin bereidt zijn top met George W. Bush in Sint-Petersburg voor, en heeft andere prioriteiten dan de credibiliteit van de Verenigde Naties.

Na de recente aanslagen zou de NAVO kunnen uitgroeien tot het beste forum voor Amerikanen, Europeanen en ook Russen om een gecoördineerde strijd tegen het terrorisme uit te werken. Het is een van de kansen om door praktische samenwerking de consensus binnen de NAVO te herstellen. Mag ik eraan toevoegen dat de Amerikanen in Irak nog niet aan het eind van hun problemen zijn. En als men het heeft over de vorming van een nieuwe Iraakse regering hoop ik dat men verstandig genoeg is om te vermijden dat we daar opnieuw een dictatuur krijgen, deze keer van de ayatollahs.

Hoe zit het met de verhouding tussen België en de VS? Heeft de doorverwijzing van de klacht tegen generaal Tommy Franks, die op basis van de genocidewet werd aangeklaagd, de spanning verminderd?

CLAES: Ik heb de laatste tijd een paar contacten gehad met mensen uit de hogere staf van president Bush, en die leren mij dat onze kaarten in Washington werkelijk niet goed liggen. De volgende regering moet een charmeoffensief naar de Verenigde Staten vooraan in haar agenda schrijven. Er is een zware inspanning nodig om de Amerikanen beter te informeren. Ik heb gemerkt dat ze helemaal niet weten dat onze genocidewet grondig geamendeerd is en dat er een dubbele filter is ingebouwd: een juridische en een politieke. Ze zien nu wel dat de ministerraad de klacht tegen Franks heeft doorverwezen, maar voor het gros van de Amerikanen is de houding van België de laatste tijd zo onbegrijpelijk dat het vertrouwen totaal weg is. Zeker in de komende periode van economische zwakte hebben wij geen behoefte aan ruzie met de Amerikanen.

Koen Meulenaere

willy claes: ‘ik overdrijf niet als ik de regeringspartijen zeg dat de speeltijd voorbij is.’

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content