Vroeger werd longontsteking weleens ’the old man’s friend’ genoemd. De ziekte bracht vaak een vrij snel en pijnloos einde aan een leven dat al veel aan kwaliteit had ingeboet, en alleen nog bergaf zou gaan. Uit een nieuwe studie van zwaar demente patiënten in rusthuizen in Boston blijkt nu dat de ‘oude vriend’ vaak wordt bestreden met antibiotica. De vraag is onvermijdelijk: behandelen wij ziektes omdat we het kunnen, of omdat het nodig is?

De studie, die werd gepubliceerd in Archives of Internal Medicine, illustreerde hoe twee derde van 214 patiënten 18 maanden lang werden behandeld met antibiotica. Ze waren gemiddeld 85 jaar oud, en hun vermogen om verbaal te communiceren varieerde van onbestaand tot minimaal.

Het is niet duidelijk of het gebruik van antibiotica in dergelijke gevallen het leven kan verlengen. Maar als dat al het geval zou zijn, is de vraag: waarom zou men dat wíllen? Hoeveel mensen zouden het willen dat hun leven wordt gerekt terwijl ze incontinent zijn, door anderen gevoed moeten worden, niet meer kunnen lopen, en hun mentale capaciteiten zodanig en onomkeerbaar achteruitgaan dat ze niet meer kunnen praten of hun kinderen niet meer herkennen?

Het belang van de patiënt hoort op de eerste plaats te komen. Maar als het twijfelachtig is dat een aangehouden behandeling in zijn belang is, en er is geen manier voorhanden om te weten te komen wat de patiënt precies wil of gewild zou hebben, dan is het redelijk om andere factoren in rekening te brengen. Zoals de visie van de familie en de kosten aan de maatschappij.

Een genadige longontsteking was niet weggelegd voor de 84-jarige Samuel Golubchuk uit het Canadese Winnipeg. Als gevolg van een hersenkwaal waren zijn fysieke en mentale capaciteiten al enkele jaren beperkt. Zijn artsen achtten het raadzaam om zijn leven niet te rekken. Zijn kinderen argumenteerden echter dat zoiets in strijd was met hun orthodox-joodse geloof, en verkregen een gerechtelijk bevel dat de dokters de oude man in leven moesten houden.

De voorbije drie maanden leeft Golubchuk met een buisje in zijn keel dat hem moet helpen ademen, en een ander in zijn maag om hem te voeden. Hij kan niet spreken. Hij kan zijn bed niet uit. Hoezeer hij zich bewust is van zijn situatie, is het onderwerp van discussie. Zijn zaak komt voor het gerecht. Hoelang dat zal aanslepen, is niet duidelijk.

Wanneer patiënten niet in staat zijn om beslissingen te nemen over hun behandeling, is het normaal dat er veel belang wordt gehecht aan de wensen van de familie. Maar de wil van de familie zou niet mogen primeren op de ethische verantwoordelijkheid van de artsen om in het belang van hun patiënt te handelen.

En dan is er nog een belangrijke vraag in dit dossier: hoever moet een sociale zekerheid die met publiek geld wordt gefinancierd gaan om aan de wensen van de familie tegemoet te komen? Wanneer die wensen ingaan tegen het professionele oordeel van de artsen, en niet in het belang van de patiënt zijn, hoort het antwoord te zijn: helemaal niet ver.

door Peter Singer – PETER SINGER IS PROFESSOR BIO-ETHIek aan PRINCETON UNIVERSITY.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content