Stephan Vanfleteren: ‘Ik voelde me even een Duitse soldaat’

STEPHAN VANFLETEREN 'Het werd een obsessie, bijna te gek voor woorden.'
Els Van Steenberghe
Els Van Steenberghe Els Van Steenberghe is theaterrecensent.

‘Hoe fotografeer je bunkers?’ Stephan Vanfleteren ging zó ver dat hij bijna verdronk tijdens zijn reis langs de Atlantikwall, Hitlers verdedigingslinie langs de westkust van Europa. Een boek en een expo in de kustbatterij van Raversijde doen het verhaal.

Wat mogen we van de expo in Raversijde verwachten? Hangt u de foto’s aan of in de bunkers van het domein?

STEPHANVANFLETEREN: Nee, het wordt geen klassieke openluchttentoonstelling. In een van de huisjes van het domein bouwden we een bunker na. Binnenin projecteren we de foto’s terwijl een soundscape van Stef Van Alsenoy weerklinkt. Verwacht geen marcherende soldaten of geweerschoten, met de installatie willen we bij de toeschouwers vooral het claustrofobische gevoel oproepen dat de Duitse soldaten hadden toen ze in de bunkers zaten. Wat een leven moet dat geweest zijn. Wachten, je vervelen, en de dreiging voelen.

U trok van Noorwegen naar Frankrijk op zoek naar bunkers. Ging u er ook binnen?

VANFLETEREN: Als het gebouw niet vergrendeld was en ik vermoedde dat er een propangandaschilderij of het nazikenteken te zien was, ging ik binnen. Dat waren zonder meer beklemmende momenten. Altijd tuurde ik even door een schietspleet naar de zee, en dacht ik aan de soldaten die op exact dezelfde plek hadden gestaan. Even voelde ik me een Duitse soldaat.

In de tentoonstelling loodst u de toeschouwers naar binnen, in het boek focust u op de buitenkant.

VANFLETEREN: Toen ik de opdracht kreeg van Domein Raversijde, wist ik niet meteen hoe ik dit zou aanpakken. Bunkers fotograferen kun je geen originele opdracht noemen, bijna iedereen doet het. Ik besloot de bunkers zo simpel mogelijk te fotograferen. Zelfs dat was afzien. Maar eens begonnen, werd het een obsessie. Ik wilde geen bunker missen, en ik moest en zou elk gebouw dat me raakte vanuit een zo goed mogelijk standpunt fotograferen. Daarvoor ging ik ver – het was bijna te gek voor woorden. Ik ben haast verdronken bij de Kanaaleilanden, ik heb urenlang door de Noorse fjorden gezworven op zoek naar een torpedobunkertje, ik ging met een Zodiac de wilde zee op. Maar net zo goed fotografeerde ik met statief, zoals een exemplaar op de Kanaaleilanden waarvan de cirkelvormige structuur erg lijkt op die van het Guggenheim Museum in New York. Ik heb zelfs niet over-wógen om in kleur te fotograferen. Kleuren zouden de aandacht van die fascinerende vormen afleiden.

Daardoor lijken de bunkers eerder zwijgende wezens dan dood beton.

VANFLETEREN: Je kunt in de bunkers gezichten zien. En ook al blijven het oorlogsgebouwen – gaandeweg begreep ik steeds beter de militaire logica achter hun constructie en opstelling -, je kunt niet voorbij aan die krachtige uitstraling en hun esthetische schoonheid. Naar sommige exemplaren kan ik met evenveel verrukking kijken als naar een gebouw van Le Corbusier of Rem Koolhaas. Door de uitgekiende proporties, of omdat ze daar als een perfecte balk of kubus in een adembenemend landschap liggen. Of door de ritmische opeenvolging van de schietgaten in de wand. (op dreef) Sommige bunkermuren vertonen zelfs composities met grijstinten die kunnen wedijveren met het werk van Marc Rothko.

Stephan Vanfleteren, Atlantic Wall, Uitgeverij Kannibaal. Van 6 juni tot september 2014 wordt in Domein Raversijde een installatie getoond met de beelden uit het boek.

Els Van Steenberghe

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content