Hubert van Humbeeck

Met de verkiezingen van zondag staat Irak voor het uur van de waarheid.

Op dit moment lijkt alleen dit zeker: voor de stembussen in Irak zondag worden gesloten, zullen er nog veel mensen in bloedige aanslagen om het leven komen. Toch lijken de verkiezingen de enige weg uit de kring van geweld, waarin het land na de Amerikaanse inval is terechtgekomen. Ze zijn namelijk de eerste stap in een proces, dat tot een nieuwe grondwet en nieuwe verkiezingen moet leiden. En uiteindelijk tot een nieuw, legitiem bestuur.

Zondag wordt duidelijk of dat proces een kans maakt. Dat zal ervan afhangen of er genoeg mensen aan de verkiezingen deelnemen en of Bagdad ten minste de schijn kan ophouden dat het er in de stemlokalen ernstig toegaat. De tientallen internationale waarnemers, die zich doorgaans rond dat soort van evenementen verdringen, zullen er dit keer niet zijn. Daarvoor is het in Irak te gevaarlijk. Zondag staan de Irakezen er alleen voor.

De verkiezingen moeten de Amerikanen ook toelaten om zich geleidelijk terug te trekken uit het wespennest dat ze hebben aangericht. Tot hun grote verbazing zijn ze in Irak zelf het probleem geworden dat moet worden opgelost. Welke regering er na de verkiezingen in Bagdad ook aan de macht komt, ze zal de Amerikanen vragen om zo snel mogelijk te vertrekken. Het klonk daarom zo onwaarschijnlijk dat George W. Bush vorige week, tijdens de eedaflegging voor zijn tweede ambtstermijn, volhardde in de boosheid. Amerika, zei hij zo ongeveer, zal democratie met geweld blijven opleggen.

De gedachten gaan daarbij in de eerste plaats naar Iran. De onthulling van Seymour Hersh in het tijdschrift The New Yorker, dat er al Amerikaanse commando’s in Iran actief zijn, werd door Washington niet echt staalhard ontkend. In een bijdrage in de krant The Guardian waarschuwde de Britse historicus Eric Hobsbaum er alvast voor dat die politiek tot mislukken gedoemd is. Als het over Iran gaat, schakelt overigens ook de Britse regering van Tony Blair zich liever in een Europese strategie in. Londen, Parijs en Berlijn praten al ruim een jaar met de leiders in Teheran over de afbouw van de Iraanse nucleaire capaciteit. Met de parlementsverkiezingen in het Verenigd Koninkrijk in het vooruitzicht is de kans ook gering dat Blair een nieuwe oorlog wil aan de kant van de neoconservatieven in het Witte Huis.

Die gaan er overigens alweer voetstoots van uit dat de Iraanse bevolking de Amerikanen met open armen zal ontvangen. Voor de oorlog met Irak begon, speelde de ondertussen zwaar verguisde Amerikaanse inlichtingendienst CIA met de gedachte om het land onder duizenden Amerikaanse vlaggetjes te bedelven. Zodat de Irakezen de GI’s alvast op gepaste wijze konden ontvangen.

Hubert van Humbeeck

De Amerikanen zijn in Irak zelf het probleem geworden dat moet worden opgelost.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content