Dirk Draulans
Dirk Draulans Bioloog en redacteur bij Knack.

Tegenwoordig zie je gewoon dat ons leefmilieu aan het veranderen is.

Soms heb je geen statistische analyses meer nodig, geen rapporten waarin lange tijd de omstandigheden op eenzelfde plaats bestudeerd of gemeten zijn, om veranderingen te registreren. Soms besef je ineens dat het nooit meer hetzelfde zal zijn. En dat dat niets te maken heeft met misplaatste nostalgie.

Vorige week op vakantie bij een vriend in het zuiden van Frankrijk. In zijn tuin wemelde het van de vlinders. Soms zag je tien soorten samen op een bloeiende lavendelstruik. Groot en klein, wit en kleurrijk, de vlinderwereld is prachtig.

Deze week op bezoek bij een vriend in Vlaanderen die in zijn tuin ook lavendelstruiken heeft staan. Maar daar zaten geen vlinders op. Een mensengeneratie geleden kon je op een zonnige namiddag in zo’n tuin met een schepnet en wat moeite een vlindercollectie van een tiental soorten bijeenvangen. Nu mag je al verheugd zijn als je een eenzaam koolwitje voorbij ziet fladderen. De vlinders zijn uit ons landschap verdwenen.

Aan de lavendel zal het niet liggen, want die trekt massaal onze tuinen binnen. Maar de oorspronkelijke bloemenpracht van bermen en grazige weilanden is verdwenen. Wij hebben onze vlinders weggemaaid en -gespoten, omdat we het allemaal proper willen. Doodjammer.

In het zuiden van Frankrijk was het de voorbije weken broeierig heet – zelfs naar Zuid-Franse normen. Ook wij kenden een hittegolf, niet de eerste van de laatste tijd, gevolgd door de ‘vreselijkste regens van de jongste jaren’. En wat hadden klimatologen voorspeld als weersveranderingen die wij door de globale opwarming van het aardklimaat mochten verwachten? Extremer zomerweer: heter, en zwaardere regenbuien.

Statistisch onverantwoord, zo’n redenering, zullen kniesoren nu opwerpen, en ze hebben gelijk. Maar we kunnen er gewoon niet meer naast kijken, naast de gegevens. Niet alleen temperatuursgegevens overigens, die een duidelijke stijging laten zien, maar ook gegevens uit de natuur: vogels die vroeger terugkeren uit de wintergebieden, zuiderse insecten die naar het noorden oprukken, dat soort dingen.

Soms moet je durven aanvaarden dat wat je ziet hetzelfde is als de statistische analyses uit de rapporten. Dat veranderingen een feit zijn. Zelfs de meest hardleerse tegenstanders van de gedachte dat de mens zijn leefmilieu significant aan het wijzigen is, zoals de Amerikaanse president George W. Bush, raken ervan overtuigd dat wij misschien wel de sterkst sturende factor zijn.

De vraag blijft natuurlijk: wat doen we met die wetenschap?

Dirk Draulans

Wij zijn misschien de sterkst sturende factor in onze eigen leefomgeving geworden.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content