Koen Meulenaere
Koen Meulenaere Van 1991 tot 2012 de satiricus van Knack

De uittocht van Belgische voetballers in de eerste transferperiode na het arrest-Bosman bedreigt het niveau van de landscompetitie.

DE grootste domoren die er in de wereld van het voetbal rondlopen, zijn verzameld in de Vereniging van Belgische Bestuursleden en de Beroepsbond van Belgische Sportjournalisten. Sinds jaren klagen beide categorieën zwartkijkers over het niveau van onze voetballers, en nu blijkt dat zelfs spelers van wie men nauwelijks het bestaan vermoedde door buitenlandse verenigingen gegeerd worden. Niet alleen onze schaarse vedetten spelen tijdens het nieuwe seizoen in het buitenland, ook de subtoppers zijn vertrokken.

Een vreemde vaststelling bij de eerste transferperiode na het arrest- Bosman. Maar een tendens die begin mei in Voetbal Magazine al haarscherp voorspeld werd door Louis De Vries, erkend Fifa-spelersmakelaar en vanuit die functie van binnenuit met de transfermarkt vertrouwd.

De voorbije maanden hebben het duidelijk gemaakt : er komen geen goede buitenlanders naar België en alle Belgen die een beetje kunnen voetballen verhuizen naar het buitenland.

LOUIS DE VRIES : Op het eerste gezicht een kwaliteitsvermindering voor de Belgische competitie. Aan de andere kant denk ik dat er op de wereld nog altijd voldoende talent rondloopt. Het is dus een kwestie van inventiviteit, organisatie en slagkracht van de clubs om dat talent te vinden en te laten ontplooien. Het is vooral een kwestie van prospecteren. Niet meer in de omliggende landen maar in de wijde wereld, wat uiteraard niet eenvoudig is. Ik merk toch dat sommige clubs hun horizon al verruimd hebben. In een eerste fase zullen we dus minder kwaliteit in de clubs hebben, maar dat kan gecompenseerd worden door meer spanning. Vorig seizoen was dat in feite al zo met de strijd om Europees voetbal, waarvoor veel ploegen in aanmerking kwamen.

Vele clubs zullen het met jongere elementen moeten doen. Wordt het niet hoog tijd dat de trainers die jongens dan ook laten spelen, zonder ze in een al te strak tactisch keurslijf te dwingen ?

DE VRIES : Ik kijk verwachtingsvol uit naar wat er met Anderlecht zal gebeuren. Die club heeft de kans voor het grijpen om voluit de kaart van de jeugd te trekken, en als ik de interviews lees, lijkt ze vastbesloten het ook te doen. Hopelijk krijgt de technische staf voldoende krediet van het bestuur en vooral van de buitenwacht die bij Anderlecht zo belangrijk is. Met de pers op kop. Als men een beetje geduld wil opbrengen en niet elke nederlaag onmiddellijk gaat uitvergroten, denk ik dat Anderlecht een mooie toekomst tegemoet gaat. Want geloof me : ze hebben daar ontzettend veel talent bij die jonge garde lopen. Alleen zijn er één of twee ervaren klassespelers nodig om dat te schragen, en ik weet niet of die op het moment bij Anderlecht voorradig zijn. In elk geval heeft Anderlecht met het huidige spelersmaterieel een uitgelezen kans om te bouwen aan een ploeg die er over een paar jaar ver bovenuit zal steken. Als dat succes oplevert, zullen de andere clubs dat voorbeeld wel volgen.

Maar wat als ze drie keer op rij verliezen ?

DE VRIES : Dat zullen we dus moeten afwachten. Het kan even goed zijn dat ze binnen één of twee maanden toch nog een paar grote namen aantrekken.

Is het niet vooral hoog tijd om de Engelse mentaliteit, inzet en durf, in ons voetbal te introduceren ? Aalst heeft een zeer slecht seizoen achter de rug, maar er was wel altijd iets te beleven en de tribunes in het Pierre Cornelisstadion zaten meestal vol.

DE VRIES : Juist, maar het is gemakkelijker gezegd dan gedaan. Het spelen op zekerheid zit al erg lang in ons voetbal ingebakken, misschien zit het in onze mentaliteit. Wij wachten af, zijn verdedigend ingesteld. Eendracht Aalst mag inderdaad als een voorbeeld gelden. Hoed af voor dat bestuur. Want vergeet niet dat de crisis vorig seizoen zeer nabij was, onder meer na de bijzonder slechte match op Anderlecht. De top van Aalst is op dat moment tegen alle stromingen in achter Jan Ceulemans blijven staan en dat kan ik alleen bewonderen. Die wijsheid en tegenwoordigheid van geest zou je in weinig andere clubs gevonden hebben, denk ik.

Ook Harelbeke is een club waar je altijd graag naartoe gaat. Het is vier-nul of het is twee-vijf, maar er is altijd iets te zien.

DE VRIES : Nog een club die de trainer laat werken. Je moet vertrouwen geven aan je technische staf. Al te vaak zie je bij ons Latijnse toestanden : trainer wordt aangesteld, het bestuur is veel te snel ontevreden en na minder dan enkele maanden wordt al voor een andere gekozen. Dat is een bewijs van onmacht en onkunde. Trainers als Henk Houwaart brengen inderdaad dat tikkeltje extra in ons voetbal.

Een bestuur zou moeten leren dat toeschouwers winnen belangrijker is dan punten winnen. Een filosofie die vroeger onder meer Roger Petit bij het grote Standard huldigde. De uitslag interesseerde hem niet, wel hoeveel volk er was en of die mensen over veertien dagen zouden terugkomen.

DE VRIES : Ik heb Roger Petit altijd beschouwd als het prototype van de wijze en kundige beleidsman, die in de eerste plaats dacht aan het publiek. Hij deinsde er niet voor terug om zijn eigen wil door te drijven, dat spreekt een beetje tegen wat ik daarnet zei, maar Petit was dan ook een voetbalkenner. En hier raken we een belangrijk probleem van ons voetbal aan : de echte voetballeiders genre Petit zijn aan het verdwijnen. Door de commercialisering zijn de besturen langzaamaan uit zakenmensen gaan bestaan. Mensen met een hart en een portefeuille voor voetbal, maar die de eigen ervaring en kennis missen die nodig zijn om een club te leiden. Een voetbalclub is niet te vergelijken met een gewoon bedrijf.

Zakenmensen hebben in het voetbal enkel succes als ze er werkelijk grote fortuinen tegenaan kunnen gooien.

DE VRIES : Ze moeten vooral zin hebben om het te blijven doen. Niet bij de eerste tegenslag afhaken. Dat is het grote risico. Velen eigenen zich bepaalde competenties toe waarover ze niet beschikken, en dat lees je onvermijdelijk af uit de resultaten. Het is te gemakkelijk om een beschuldigende vinger uit te steken naar de trainers, ze moeten ook de kans krijgen om te werken. Ook dat is een aspect van het Engelse voetbal : de manager is de baas, hoe rijk de voorzitter ook moge wezen. En in een Engelse club zijn de managers niet aangesteld voor drie maanden. Het gebeurt zelden dat ze al na één seizoen vervangen worden.

De trainers bij ons zitten in een vicieuze cirkel. Als ze op veilig spelen, is er geen spektakel. Als ze niet op veilig spelen zijn er geen resultaten. In beide gevallen worden ze met kritiek overladen en met ontslag bedreigd.

DE VRIES : Het aantal jobs is beperkt. Trainers hebben ook een gezin te onderhouden. Als ze worden ontslagen, staan andere eersteklassers niet meteen in de rij. Wat kunnen ze anders doen dan het resultaat boven alles laten primeren ? Het buitenland zit evenmin op hen te wachten, daarvoor zijn ze niet bekend genoeg. Dat Robert Waseige bij Sporting Lissabon aan de slag kan, is een prima promotie voor het Belgisch voetbal. Dat kan evenveel effect hebben als een goede Belgische speler die over de grenzen trekt.

Op topniveau is er een felle nivellering van het voetbal, zoals bleek op het voorbije EK. Elke coach is blijkbaar wel bij machte om elf goed getrainde spelers zodanig op te stellen dat de tegenstander er niet doorheen geraakt. Alle verhoudingen in acht genomen, zie je dat de jongste jaren ook steeds duidelijker in de Belgische competitie.

DE VRIES : Het tactische heeft de overhand genomen. Er is een ware cultuur ontstaan van scouting en analyse, zodat er echt geen geheimen meer zijn. En het is makkelijker iemand te vinden die een tegenstander uitschakelt, dan iemand die een beslissende creatieve actie kan maken. Op het EK is die tactische aanpak volgens mij tot kunst verheven. Ik vond het bijzonder interessant om te zien hoe verdedigers in één tijd kunnen spelen, een man kunnen uitschakelen, atletische gaven hebben, en een systeem tot in de puntjes kunnen uitvoeren. Daarvoor heb je zowel verstand als grote technische en fysieke capaciteiten nodig. Ik zie uiteraard ook liever Maradona vier man dribbelen, maar als er geen Maradona’s zijn, moet je een andere manier verzinnen. De perfectie waarmee sommige teams hun tactiek uitvoeren, vond ik indrukwekkend vakmanschap. Zoals set-play in basketbal en handbal. Voor het grote publiek is dat misschien minder boeiend, maar echte voetballiefhebbers om het woord ?kenners? niet te gebruiken kunnen daar volgens mij toch van genieten. De tendens op een EK wordt op lager niveau gevolgd. Ik verwacht niet dat wij een competitie tegemoet gaan met veel avontuurlijk voetbal.

Soms vraag je je toch af hoeveel van onze profs nog met plezier voetballen. Het is gevaarlijk om al te veel naar Engeland te verwijzen, maar de beleving daar is heel anders.

DE VRIES : De Engelse profvoetballer wordt zwaar onderschat. Zijn instelling en zijn inzet voor zijn vak staan buiten kijf. Ook al gaat hij in de week golf spelen en zit hij misschien vaker in de pub dan zou mogen, eens de match begint weet hij dat de toeschouwers van die negentig minuten iets speciaals verwachten. Daarvoor betalen ze, daarvoor steunen ze hun club. Engelse voetballers stappen met een ongelooflijk positieve attitude het veld in. Maar bovendien beschikken ze over technische kwaliteiten. Ze kunnen echt wel een bal doodmaken, of een pas versturen die precies komt waar hij moet komen. En dat alles in een verschroeiend tempo.

Wat men ook onderschat is de Engelse trainersschool. Hun trainerscursus behoort tot de wereldtop. Er wordt hier nogal eens gedacht dat ze over het Kanaal van tactiek geen kaas hebben gegeten, dat is absoluut onjuist. Ze geven hun ogen goed de kost en weten echt wel wat er in de voetbalwereld omgaat. Wat niet wil zeggen dat ze die manier van werken ook overnemen. In Engeland voetballen ze op een bepaalde manier en ze blijven daarbij, omdat alles bewijst dat de toeschouwers het zo willen.

U hebt al begin mei de uittocht van Belgische voetballers voorspeld.

DE VRIES : Ik heb de voetbalwijsheid zeker niet in pacht, maar die ontwikkeling heb ik inderdaad voelen aankomen. Ik was een beetje ongerust toen ik het cynisme hoorde en las, waarmee sommige voetballeiders over hun spelers spraken. Zo van : ?Wat denkt die wel ? Dat ze in het buitenland op hem zitten te wachten misschien ?? Dat was een totaal irreële inschatting. De grenzen zijn verdwenen. En volgens mij is dit nog maar het begin. Vergeet niet dat veel valabele spelers nog onder contract liggen, maar eens dat afloopt gaat het arrest-Bosman pas ten volle spelen. Ik verwacht een ware uittocht van Belgische voetballers. Tenzij men er iets tegenover kan stellen, financieel dan, en bepaalde waarborgen kan geven. Er is niets aan te doen : in andere landen zijn ze gewoon rijker. De Belgische salarissen zijn bij de laagste in Europa. Daarvoor zijn allerlei verklaringen : betere infrastructuur, betere marketing en merchandising, betere televisiecontracten… de hele commerciële exploitatie verloopt in het buitenland beter dan bij ons. Jammer dat ik het moet zeggen maar wat dat betreft is ons voetbal jaren en jaren achterop.

Is het wegvallen van de buitenlandersbeperking voor EU-spelers niet belangrijker dan het afschaffen van de transfersommen ?

DE VRIES : Laten we zeggen dat het er een schepje bovenop heeft gedaan. Er is geen enkele belemmering voor de mensen om in andere EU-landen te werken. En onze voetballers hebben dat goed begrepen. Ze gaan er als prof terecht van uit dat ze moeten gaan spelen waar ze het meeste kunnen verdienen en de beste werkomstandigheden aantreffen. En wat dat betreft zit België op dit moment helaas in de hoek waar de slagen vallen. Je kan bezwaarlijk van een goede Spaanse of Italiaanse of Duitse prof verwachten dat hij zijn heil zoekt in België. Het valt nu af te wachten hoe onze spelers in het buitenland presteren. Als er een paar zijn die het in het spoor van Luc Nilis en Philippe Albert goed doen, maken ze nog extra reclame en gaan andere clubs, die misschien nog twijfelen aan de waarde van de Belgische spelers, ook hier komen ronselen.

Belanden wij dan in Scandinavische toestanden : goede spelers in het buitenland maar een weinig aantrekkelijke binnenlandse competitie ?

DE VRIES : Dat denk ik niet. We hebben toch nog wel iets meer te bieden dan Zweden of Denemarken. Ik denk dat we zeer veel buitenlanders in onze competitie aan het werk zullen zien, maar dan vooral jongeren, Oost-Europeanen, Afrikanen, Zuid-Amerikanen… geen Europese toppers meer, die tijd is voorbij. Sommige clubs hebben een kleine schok gehad, maar ik zie toch dat ze zich aan het organiseren zijn. Onder meer op het gebied van infrastructuur en van opvang. Niet enkel van jonge maar ook van volwassen buitenlandse spelers. Zorg dat die kerels zich hier goed voelen.

Ondertussen speelt zowat de hele nationale ploeg in het buitenland.

DE VRIES : Ja, maar ook dat kan zowel negatief als positief uitdraaien. Het is een nadeel voor de aantrekkingskracht van onze competitie want de sterren vallen weg en ook de tweede garnituur kan je al niet meer aan het werk zien. Het noopt de bondscoaches tot veel verplaatsingen. Maar anderzijds komen de Rode Duivels week na week uit in een sterkere competitie dan de onze en zullen ze beter gewapend zijn om de nationale ploeg iets bij te brengen. Ze zullen ook gemotiveerd zijn, daar twijfel ik niet aan. Het is de enige kans om zich aan hun eigen mensen te tonen en daar blijft een voetballer gevoelig voor. Die overweging zal ook bij Marc Degryse wel meegespeeld hebben. En de Rode Duivels zijn en blijven de locomotief van ons voetbal. Als de nationale ploeg goed draait, krijgt het voetbal automatisch een tweede adem. In die context kan het vertrek van onze elitespelers op termijn een gunstig effect hebben.

België staat inmiddels 43ste op de Fifa-ranking. Wat ook de waarde van die lijst is, 43ste is toch niet min of niet meer dan een blamage ?

DE VRIES : Helaas wel, en we mogen daar zeker niet blind voor blijven. Er is zoveel werk op de plank. Hoe komt het dat op het Europees niveau onze clubs niet mee kunnen met de fysiek en het tempo van de tegenstanders ? Die achterstand komt ergens vandaan natuurlijk. De opleiding bij ons is niet goed. De feiten bewijzen het. Op een paar uitzonderingen na gaat bij onze clubs het geld altijd naar de eerste ploeg. En zelfs daarvoor kunnen de eindjes vaak niet aan mekaar worden geknoopt. Als ze bij KV Mechelen Franky Vercauteren laten werken zoals hij nu bezig is, dan moet dat vruchten afwerpen. Maar hoeveel clubs zijn bereid om budgetten uit te trekken om mensen als hij hun ideeën te laten uitvoeren ? Krijgt dat voorbeeld navolging, dan ben ik ervan overtuigd dat wij over vijf zes jaar een nieuwe generatie degelijke jongeren hebben.

Maar op dat gebied is het arrest-Bosman een spelbreker.

DE VRIES : Dat hoeft niet. Ze moeten niet langer zeuren over dat arrest, het is er nu eenmaal. Het vraagt een beetje management om ermee om te gaan. Reglementair zijn er nog wel aanpassingen mogelijk, zonder daarbij op lange Europese tenen te trappen. In Frankrijk moeten de jeugdspelers die uit de Centres de formation komen voor minstens vijf jaar bij hun club blijven. Waarom zou dat bij ons niet kunnen ? Het geeft de clubs tevens de kans om grote talenten vroegtijdig te verkopen en zo de clubkas te spijzen.

Want arrest-Bosman of niet : betaalde transfers zullen blijven bestaan. De grote clubs draaien hun hand niet om voor transfersommen. Als je ziet hoe sommige Spaanse, Engelse of Italiaanse clubs tekeer zijn gegaan… die kijken niet naar het geld, die kijken naar de voetballer die ze willen binnen halen en hoeveel die kost is bijzaak. In dat licht blijft het altijd de moeite waard om spelers op te leiden. De clubs moeten alleen hun contractenbeleid herzien. Er zijn de afgelopen maanden veel spelers gratis weggegaan omdat hun clubs te weinig gedaan hebben om ze te houden, vergeet dat niet.

Het komt erop aan met je materie bezig te zijn. Sommige clubs hebben zich laten overvallen omdat ze de gevolgen van het arrest-Bosman totaal verkeerd beoordeeld hebben. We zitten hier weer bij een ander essentieel zwak punt van ons voetbal. Er zijn te veel clubs bij ons marginale bedrijven. Ze krijgen van geen enkele overheidsinstantie steun, en moeten zich behelpen met de sponsoring die ze zelf bijeenscharrelen. Wat is het gevolg ? Er is te weinig geld om een behoorlijk salaris uit te keren aan mensen die in de leiding van de club willen werken. Administratief, commercieel, juridisch of wat dan ook. Wij blijven het nog voor een groot deel redden met vrijwilligers of parttimers die één keer per week vergaderen, maar in die functies moet je topkrachten aantrekken. Die komen natuurlijk alleen als ze overeenkomstig hun capaciteiten betaald worden. Beter gekwalificeerde mensen zullen ook betere beslissingen nemen en van meer inzicht getuigen.

Dat is het grote verschil tussen België en geëvolueerde voetballanden, waar ze in elke club een uitgebreide staf van gediplomeerde mensen hebben die deskundig zijn in de verschillende aspecten waarmee het voetbal te maken krijgt. Je moet ze natuurlijk kunnen betalen, daar wringt eens te meer het schoentje.

De slagkracht waarmee in Nederland gereageerd is op het arrest-Bosman steekt schril af bij het gespartel dat we in België moesten aanschouwen.

DE VRIES : Ik ben ook maar een halve outsider, ik wil me niet te veel oordelen aanmatigen, maar vanop een afstand bekeken komt het mij voor dat de leiders van bond en clubs een en ander verkeerd hebben beoordeeld. In Nederland hebben ze van de ene op de andere dag gezegd : oké, wij aanvaarden de gevolgen van dat arrest. En in dezelfde periode sleepten ze een fenomenaal tv-contract uit de brand.

Maar er is een wereld van verschil tussen België en Nederland, die qua grootte en mogelijkheden nochtans te vergelijken zijn. Wij staan twintig jaar achter bij Nederland. Het benevolaat bestaat daar niet meer in bond of clubs. Alles gebeurt beroepsmatig, en op elk niveau zijn diploma’s vereist. Alle administratieve mensen hebben gestudeerd voor hun taak. Ook de ex-voetballers in de technische staf hebben hun diploma moeten behalen. Alleen Johan Cruijff heeft dat wegens verdiensten gekregen. De anderen hebben hard en lang moeten studeren. De resultaten daarvan zie je natuurlijk. Ik vrees dat sommige mensen bij ons nog altijd geloven dat het toeval is dat Nederland zo goed boert in het internationale voetbal.

De zaak Okon is nog zo een geschil dat onze voetbalwereld dooreen zou kunnen schudden. Voor einde-contractspelers is er geen transfergeld meer. En voor contractspelers lijkt de transfersom vervangen door een opzegvergoeding van zes maanden salaris. Marc Wilmots had daar ook al mee gedreigd en in het basketbal probeert Daniel Goethals op die manier weg te geraken bij Oostende.

DE VRIES : Die wet bestaat sinds ’78, alleen heeft er bij mijn weten nooit iemand een beroep op gedaan. Het is nog een zwaard van Damocles boven het hoofd van onze clubs. Iedere speler kan zijn contract verbreken wanneer hij dat wil, op voorwaarde dat hij zes maanden salaris uitbetaalt. En pas op : hij moet niet eens zes maanden wachten, hij kan onmiddellijk elders aan de slag. Het is theoretisch mogelijk dat een club in juli aan de voorbereiding begint met twintig profs en dat die een maand later allemaal weg zijn.

Die wet is dus niet aangepast aan de feitelijke noodwendigheden van het voetbal en moet dringend worden veranderd. Maar zolang dat niet gebeurt, is hij nu eenmaal van kracht. Ik vrees dat ook dat niet voor iedereen duidelijk is. Want pas op : de advocaat van Okon heeft eerst de optie-clausule aangevallen, waar het ging om een probleem van interpretatie. Maar er is geen enkele interpretatie mogelijk over de wet van ’78 : wie zes maanden salaris betaalt, is vrij. Het is merkwaardig en typisch voor de Belgische mentaliteit dat niet meer spelers daarvan gebruik maken. Mocht die wet in Nederland bestaan, je zou nogal wat zien. In Nederland doen ze een beroep op een arbitragecommissie, en als die oordeelt dat een speler zich aanzienlijk kan verbeteren bij een andere club wordt zijn bestaande contract verbroken. Sommige clubleiders van bij ons menen echt nog dat de voetballers blij mogen zijn dat ze in hun club mogen spelen. Dat is niet erg realistisch meer.

Slotsom : het Belgisch voetbal staat er niet te best voor.

DE VRIES : Neen, en toch wens ik niet mee te doen met te veel doemdenken. We kunnen niet om de vaststelling heen dat ons niveau gezakt is. Maar dat wil nog niet zeggen dat wij internationaal helemaal niet meer mee kunnen. Club Brugge lijkt mij gewapend voor een goed seizoen. Zowel in België, waar het groot titelfavoriet is, als internationaal. Veel hangt uiteraard af van de voorronde tegen Steaua Boekarest, maar bij verlies wordt Club opgevangen in de Uefa-cup en blijft het Europees meedraaien. En de andere clubs moeten er maar voor zorgen dat ze hun wapens goed aanwenden. Het aantrekkelijke van voetbal is de onvoorspelbaarheid. De vorm van de dag, de verrassingen. De spelers moeten alleen leren om erin te geloven en om er alles voor te doen. Eendracht Aalst heeft vorig jaar de beste ploeg van Bulgarije uitgeschakeld, dat kan toch tellen. Ik ken veel buitenlandse clubs die veel meer middelen hebben dan de onze maar die uiteindelijk sportief niet veel meer presteren. Ik blijf dus hoopvol.

Koen Meulenaere

Louis De Vries : Veel valabele spelers liggen nu nog onder contract, maar eens dat afloopt gaat het arrest-Bosman ten volle spelen en verwacht ik een ware uittocht van Belgische voetballers. (Op de foto Vital Borkelmans van Club Brugge.)

Louis De Vries : Er is geen enkele interpretatie mogelijk van de wet van ’78. Wie zes maanden salaris betaalt, is vrij. Het is typisch Belgisch dat niet meer spelers daarvan gebruik maken. Mocht die wet in Nederland bestaan, je zou nogal wat zien.

Louis De Vries : Er is niets aan te doen : in andere landen zijn ze gewoon rijker. De Belgische salarissen zijn bij de laagste in Europa. (Op de foto Tibor Selimes van Anderlecht.)

Louis De Vries : Er is nog altijd voldoende talent. Het vergt alleen organisatie en slagkracht om het te vinden. Niet meer in de omliggende landen, maar in de wijde wereld. Ik merk toch dat sommige clubs hun horizon al verruimd hebben. (Op de foto Anders

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content