Met de transfer van Ilombe Mboyo blufte RC Genk iedereen af. Maar de man van zes miljoen speelt niet en bluf alleen maakt van de Limburgers niet de topclub die ze zo graag willen zijn. Wat is er aan de hand?

De kerstballen blinken nog en buiten ligt een dik pak sneeuw wanneer Herbert Houben ons enkele dagen voor de overgang naar 2011 ontvangt in zijn strakke notariskantoor. Dik een jaar is hij voorzitter van RC Genk en de ploeg doet het uitstekend. Onder Frank Vercauteren is ze als tweede de winterstop ingegaan. Een kleine krachttoer na drie magere seizoenen en het laatste opstapje naar de topclub die ze in Genk al zolang willen zijn. Toch? De voorzitter glimlacht, maar bijt niet. “De potentie is er,” zegt hij, “maar je bent pas een topclub als de anderen het zeggen – niet jijzelf. Onze sportieve resultaten zijn niet standvastig genoeg. Het is niet omdat je een goed seizoen draait, dat je een topclub bent.”

De tweede plaats is onverhoopt, met Thibaut Courtois, Kevin De Bruyne, Marvin Ogunjimi en Jelle Vossen in de hoofdrollen. Vier jonge spelers uit de Genkse opleiding met wie tijdens de zomermercato nog flink is geleurd. Zonder resultaat echter, waarna er – mede op aandringen van Vercauteren – op de valreep toch een nieuw contract voor hen klaarligt in de Cristal Arena. Onder Vercauteren groeien ze uit tot sterkhouders. Houben beseft dat ze straks misschien toch vertrekken als ze het zo goed blijven doen. Een prima zaak voor de Genkse financiën, maar wat dan met de ploeg? “De uitdaging is om die centen dan zo te besteden dat je sportief weer op niveau raakt. Dat is een moeilijke oefening. Genk is goed in het opleiden en laten doorbreken van jonge talenten, maar waar we minder goed in zijn, is het kopen van buitenlandse spelers die zich hier ‘doorontwikkelen’.”

Ter staving van zijn stelling verwijst Houben naar het viertal transfers waarmee Genk enkele seizoenen voordien meende het laatste gat met de echte top te dichten. Voor Daniel Tözsér, Daniel Pudil, João Carlos en Adam Nemec werd op één maand tijd liefst acht miljoen euro neergelegd. “Vier goede spelers erbij en we waren er. Dachten we, maar die operatie heeft niet gebracht wat ervan werd verwacht.” Technisch directeur Willy Reynders had de boter gegeten en onrust maakte zich meester van de Cristal Arena. Houben: “De club was niet klaar voor zo’n operatie. De druk was te hoog en dat heeft verlammend gewerkt. ”

Drie jaar later zijn Houbens woorden actueler dan ooit. De kerstballen zitten alweer in de doos en gesneeuwd heeft het nog niet, maar in de Cristal Arena is de temperatuur tot onder het vriespunt gedaald deze winter. Ondanks zware investeringen in de selectie is de kloof met de top gebleven. De nieuwkomers ontwikkelen zich nog steeds niet en, erger nog, ook de jonge talenten laten het nu afweten. Anders gezegd: de Genkse koopmanskunst is er niet op vooruitgegaan en waar de club goed in was, is ze dat nu ook al niet meer.

Spectaculaire mislukking

Enkele maanden voor Houben in 2009 de voorzittershamer erft van Jos Vaessen, is ook Dirk Degraen in de club gekomen. De gewezen spelersmakelaar heeft een bestaan als golfende huisvader opgegeven om de eerste algemeen directeur van RC Genk te worden. Bij zijn aantreden zit de club net weer in een positieve flow. Vercauteren heeft de ploeg na het ontslag van Hein Vanhaezebrouck via play-off 2 onverhoopt nog aan een Europa Leagueticket geholpen. Maar het echte huzarenstukje van de coach moet dan nog volgen. Vijf maanden nadat Houben weigert RC Genk een topclub te noemen, is het landskampioen.

De euforie is groot, de kater zo mogelijk nog groter. Degraen en Vercauteren raken op ramkoers over de uitbouw van de selectie en nog voor het nieuwe kampioenschap is afgetrapt, verdwijnt de coach als een dief in de nacht naar het Midden-Oosten. Degraen staat er nu alleen voor. De transferdeadline nadert en het moet snel gaan. Ten einde raad klopt de algemeen directeur aan bij Mogi Bayat, die hem in een handomdraai drie spelers levert. De mislukking is spectaculair: Grimi, Masuero en Sarr vallen om ter hardst door de mand. Alleen oude bekende Christian Benteke zal na de winterpauze helemaal ontbolsteren, mede dankzij het vertrouwen dat hij van Mario Been krijgt. Degraen rondt het puike werk van de coach af en verpatst de aanvaller vervolgens voor 10 miljoen euro aan Aston Villa. Een sterk staaltje verkoopmanskunst.

We schrijven dan eind augustus 2012. Benteke is na de jeugdproducten Courtois, Ogunjimi en De Bruyne de vierde speler uit de kampioensploeg met wie RC Genk de jackpot trekt. De verkoop van het kwartet levert dik 30 miljoen euro op. De toekomst lacht de Limburgers toe. Nu moet het gaan gebeuren en de club rekent daarvoor op Gunter Jacob. Die is zich na het debacle met Bayat zelf komen aanbieden en treedt nu na een lange inloopperiode op de voorgrond. Samen met Degraen vormt hij voortaan de Genkse beleidstandem. Die zomer van 2012 is de eerste waarin beide ex-makelaars de sportieve lijnen uitzetten. Degraen in de rol van gewiekste onderhandelaar, Jacob in die van voormalige speler en trainer met het kennersoog.

Terminus Genk

Julien Gorius is de eerste speler die op voorspraak van technisch directeur Jacob wordt aangetrokken. Vandaag, bijna twee jaar later, slaagt de Fransman er nog steeds niet in de verwachtingen in te lossen. De absolute leider die hij bij KV Mechelen was, is in Genk nog niet opgestaan. Hij draait mee, maar tilt de ploeg niet naar een hoger niveau. Gorius lijkt te plafonneren in de Cristal Arena. En hij is niet de enige.

Benji De Ceulaer is de laatste aanwinst die zomer. Wanneer hij op de valreep nog wordt gestrikt, gaat voor de geboren en getogen Genkenaar een jongensdroom in vervulling. RC Genk is geen springplank, maar het eindstation voor een aanvaller in wie de club haar nieuwe publiekslieveling ziet, mocht met Jelle Vossen ook het laatste jeugdproduct vertrekken. Mislukt bij de top in Nederland, maar zich in anderhalf jaar aardig laten opmerken bij Lokeren en nu bij Genk de cirkel rond gemaakt. Knap, maar ook niet meer dan dat. Ook De Ceulaer stoot tegen zijn plafond. Scoren lukt hem zelden in het blauw-witte shirt en met de regelmaat van een klok is hij geblesseerd. Dan is 3 miljoen euro fors betaald. Te fors. Zeker voor een aanvaller van al 30 ondertussen.

Met die demografie zit het niet snor in Genk. De Ceulaer is 30, Gorius wordt 29 volgende maand, Fabien Camus over enkele weken, Jeroen Simaeys en Sekou Cissé in mei. Cissé was top bij Roda JC, maar speelde de voorbije jaren weinig bij Feyenoord. Been drong aan op zijn komst, zoals hij eerder deed met een andere ex-speler van hem, Dani Fernández. Die was ook al 30 en maakte RC Genk niet beter. Meer dan ooit barst het van de bijna-dertigers in de Cristal Arena. Thomas Buffel wordt zelfs 33 over enkele dagen. Allemaal spelers bij wie een blik op hun identiteitskaart leert dat ze niet meer beter zullen worden. Dat ze geen toptransfer meer zullen maken. Die dus goed zitten bij RC Genk. Te goed misschien.

Vroeg hoogtepunt

Nieuwkomers waar – toch gezien hun leeftijd – wel nog rek op zit, zijn Derrick Tshimanga, Kalidou Koulibaly en Kara Mbodj. Drie verdedigers. Niet de duurste vogels doorgaans, maar voor Tshimanga legde Genk wel het behoorlijk stevige bedrag van 2,5 miljoen euro neer. De aanstaande linksback van de Rode Duivels, klonk het in de pr-praatjes, maar dat komt er vooralsnog niet uit. Ook Steeven Joseph-Monrose draagt voorlopig niet de belofte uit nog grote stappen te zetten. Hij is ook al vaker geblesseerd dan fit. Blijven over: Kara en Koulibaly. De verpersoonlijking van de nieuwe weg die het huidige Genk lijkt te zijn ingeslagen: atletisch, groot en sterk, Afrikaans. Zonder veel reserve werd hen al direct een grote toekomst in de Premier League toegedicht, maar hun foutenlast blijft opmerkelijk hoog en kostte de ploeg van Been al dure punten. Daar lachen ze in de Engelse top niet mee.

Alles bij mekaar levert het wel een leuke ploeg op. Maar leuk alleen volstaat niet voor een nieuwe titel. Er zit, om het zo maar eens te zeggen, geen Thorgan Hazard tussen. Te veel jongens maken door een gebrek aan kwaliteit of door hun leeftijd – of een combinatie van beide – kennis met hun plafond. En spelers die flirten met het plafond, maken een ploeg doorgaans niet beter. Die zijn blij met wat ze hebben. De bekerwinst vorig seizoen zou wel eens het vroege hoogtepunt van dit Genk kunnen zijn geweest.

Misplaatste arrogantie

Net als in Beens eerste seizoen flirt de ploeg opnieuw met de onderkant van play-off 1 en blijft ze ver verwijderd van haar ambities. Net als drie jaar geleden kan voorzitter Houben niet anders dan vaststellen dat de resultaten nog steeds standvastigheid missen. En opnieuw kraait het oproer in de Cristal Arena. Twee weken geleden vond de voorzitter het nodig waarschuwende taal te spreken in Het Belang van Limburg: “We hebben te lang met ons hoofd in de wolken gelopen, de successen hebben ons verblind. Wij moeten naast het veld opnieuw scherp worden.”

In het opmerkelijke interview stelt Houben ongezouten het transferbeleid ter discussie. Meer zelfs: “De algemene sportieve visie van de club kan in vraag worden gesteld.” Daarmee komt de voorzitter, die Been opvallend uit de wind zet, op het terrein van Jacob. Tussen de technisch directeur en zijn trainer klikt het niet. Jacob vindt dat een coach moet werken met de spelers die de club hem geeft, Been vindt dat een coach inspraak verdient. Bovendien heerst er intern een diepgewortelde argwaan tegen de nauwe band van algemeen directeur Degraen met spelersmakelaar Mogi Bayat. De overkoepelende supportersvereniging deelt deze bezorgdheden en maakte ze onlangs publiek via een open brief.

Met Degraen is er de voorbije jaren een arrogantie in de club geslopen die het Genkse DNA onrecht doet. Wie een kritische noot aanslaat, mag geheid rekenen op een cynische sms of boze telefoon van de algemeen directeur, of wordt op staande voet tot persona non grata verklaard en de toegang tot trainers en spelers ontzegd. In een privégesprek noemde Houben het al eens moderne censuur en niet meer van deze tijd, maar ertegen optreden kan/durft/mag hij niet. In die sfeer van repressie toonden de media zich in 2013 van hun liefste kant. Het Genkse spel werd opgehemeld (‘de best voetballende ploeg van het land’), de Europese overwintering overschat – wedstrijden tegen het nummer drie van Oostenrijk en het nummer vijf van Zwitserland overstijgen de Jupiler Pro League amper. Het kritische zelfbeeld bij de Genkenaren raakte vertroebeld. Op die wonde heeft Houben nu de vinger gelegd: hoogmoed komt voor de val.

Het mysterie Mboyo

Illustratief voor de Genkse hoogmoed is de transfer van Ilombe Mboyo. Een stunt, want weggekaapt voor de neus van het grote Anderlecht. RC Genk liet zien dat het voortaan meespeelt met de grote jongens. Dat er rekening met de club moet worden gehouden. De prijs die het daarvoor betaalde is hoog: 4,5 miljoen euro plus overeenkomstig loon voor een laatbloeier die straks tijdens de play-offs toch ook al 27 wordt. Mboyo is de duurste transfer ooit van Genk, maar ook in zijn geval is de vraag of hij nog veel marge heeft om zich door te ontwikkelen. Zijn rendement tot dusver is nihil.

Pas aangeworven valt Mboyo meteen al uit in september tegen Dynamo Kiev. De medische staf spreekt van een niemendalletje. Iets van enkele dagen, hooguit. Enkele dagen worden uiteindelijk drie maanden. Op zijn comeback eind december volgen de winterstop en een week stage in Turkije. Ideaal om in optima forma terug te keren. Niet dus: wie Mboyo na de jaarwisseling bezig ziet, fronst diep de wenkbrauwen. De aanvaller zit zichtbaar niet lekker in zijn vel, nog steeds niet. Daarover aangesproken na de wedstrijd tegen Zulte Waregem antwoordt hij de verslaggevers dat de medische staf hem fit bevond terwijl hij dat zelf anders aanvoelde. “Ik weet echt niet wat de medische staf met mij heeft gedaan”, is Mboyo scherp. Jacob komt nog tussenbeide, maar de speler laat zich de mond niet snoeren.

Later die week neemt Mboyo opnieuw het woord. Op een georganiseerd persmoment met TD Jacob aan zijn zijde excuseert de spits zich tegenover de medische staf. Maar hij neemt niet alles terug. “In de drang om terug te keren hebben we allemaal een foute inschatting gemaakt. Ik ben blij dat ook de sportief directeur dat heeft erkend.” Dus toch nog altijd de medische staf ook. Het blijft in ieder geval een opvallende vaststelling dat de blessurelast in de Cristal Arena zorgwekkend hoog is. En dat ondanks een voor drie fronten gestoffeerde kern. Groter contrast met het kampioensjaar onder Vercauteren is niet denkbaar. Vraag is of ook op dat vlak wel stappen vooruit zijn gezet.

Spelen doet Mboyo nog altijd niet. En dat zonder dat er melding is gemaakt van een nieuwe blessure. Des te vreemder blijft het daarom dat hij medio januari door de medische staf fit was verklaard. Op basis waarvan dan? Journalisten die vissen naar een verklaring, worden door de club wandelen gestuurd. Een miljoen of zes dat niet rendeert: je zou voor minder zenuwachtig worden.

Dirk Degraen en Gunter Jacob werden om een reactie verzocht, maar zij verkozen niet mee te werken aan dit verhaal. ?

DOOR KRISTOF DE RYCK EN JAN HAUSPIE – BEELDEN: IMAGEGLOBE

De bekerwinst vorig seizoen zou wel eens het vroege hoogtepunt van dit Genk kunnen zijn geweest.

Mboyo speelt nog steeds niet. Een miljoen of zes dat niet rendeert: je zou voor minder zenuwachtig worden.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content