Een nieuw materiaal moet minisensoren verbeteren.

Mensen willen zo veel mogelijk weten. Daarom wordt er steeds meer gemeten. Sensoren krijgen zo klein mogelijke afmetingen om bijvoorbeeld overal in een lichaam te kunnen doordringen. Ze moeten tegenwoordig trouwens niet alleen meten, maar ook interpreteren.

Dat vergt een bijna perfecte afstemming tussen de microsensor en het sturende circuit. Niet evident, want verschillende materialen en verwerkingstechnieken moeten daarbij op hetzelfde substraat worden gerangschikt.

Grote hoop was gericht op een methode waarbij de sensor nauwkeurig boven op het sturende circuit werd geplaatst. Maar dat bleek moeilijker dan verwacht. Breekpunt is vooral de temperatuur die nodig is om het belangrijkste materiaal voor de sensor (polysilicium) te manipuleren. Die temperatuur is zo hoog dat ze het onderliggende circuit onherroepelijk beschadigt. Het probleem is zo ernstig dat industriële waarnemers al geopperd hebben de pogingen te staken.

Chris Van Hoof en collega’s van het Interuniversitair Micro-Elektronica Centrum (IMEC) in Leuven breken in het vakblad Science echter een lans voor de voortzetting van die aanpak. Ze geven zelfs een richting aan waarmee betere resultaten behaald kunnen worden, met name een materiaal op basis van polysilicium en germanium. Onder bepaalde omstandigheden kan dat bij veel lagere temperaturen gemanipuleerd worden dan puur polysilicium, zonder zijn basiseigenschappen te verliezen. En dus ook zonder het circuit te beschadigen. Van rebellen is bekend dat ze zich niet aan de regels houden, en dat ze zich meestal op plaatsen bevinden waar ze niet verwacht worden.

Dat is niet anders voor sterren. Sterrenkundige Benoit Famaey en zijn colle-ga’s van de Université Libre de Bruxelles (ULB) stellen in het vakblad Astronomy and Astrophysics dat ongeveer een vijfde van de sterren die zich binnen duizend lichtjaren van onze zon bevinden, een soort rebels gedrag vertonen, in die zin dat ze geen cirkelvormige baan rond het centrum van onze melkweg vormen, maar regelmatig in en uit dat centrum trekken.

Onze zon bijvoorbeeld is een voorbeeldige ster, die braafjes rond het centrum van de melkweg circuleert in een tempo van één ronde per 100 miljoen jaar.

Er kon geen lijn gevonden worden in de eigenschappen van rebellerende sterren. Sommige waren oud, andere jong. Bijgevolg zijn het waarschijnlijk externe krachten die hen tot dat als afwijkend beschouwde gedrag brachten.

Samengesteld door Dirk Draulans

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content