Een waanzinnige hoeveelheid true, faction, en fictie-crime vraagt om een ijzingwekkend snelle opsomming en een wrede keuze uit de aangeboden waar.

De hellevaart van James Ellroy (zie artikel), My dark places (Alfred A. Knopf, N.Y.) werd in 1997 door De Arbeiderspers uitgegeven als Mijn moordkuil. Gitta Sereny’s (artikel) Cries Unheard û The Story of Mary Bell (Macmillan, Londen) verscheen in 1998 bij Uitgeverij Balans als Schreeuw om hulp. Beide boeken zijn in ieder geval in het Engels nog verkrijgbaar. De true-crimeboeken van Ann Rule (artikel) werden in het Nederlands uitgegeven door Meulenhoff-M, maar zijn nu alleen nog te koop in de Amerikaanse versie (eigen uitgave/Simon & Schuster), of in twaalf andere talen. Haar laatste boek, Last Dance, Last Chance, bevat zes verhalen. Het titelverhaal gaat over een plastisch chirurg, die patiënten en familie verwondde en zijn vrouw met arsenicum vermoordde. Internationaal gegeven.

Sytze van der Zee leverde met Zuidwal (De Bezige Bij, 2003) een huiveringwekkend true-crimeboek af, over de Haagse seriemoordenaar Koos H. Hij stal, terroriseerde, verkrachtte en moordde en vertegenwoordigde ‘het absolute kwaad’. Zijn hardnekkige weigering om de waarheid te vertellen over de vele moorden die hij pleegde, dreef de betrokken rechercheurs – zoals in dit boek benadrukt – tot wanhoop.

‘Paniek heerste alom en veel sensatie- beluste mensen verklaarden dat het kwaad weer op aarde was verschenen.’ Patricia Cornwell werd wereldberoemd met haar thrillers over patholoog-anatoom Kay Scarpetta. Forensische onderzoeksmethoden zijn haar specialiteit. Mede daardoor meent ze na intensief onderzoek de definitieve identiteit te kunnen onthullen van de Engelse seriemoordenaar Jack the Ripper: de kunstschilder Walter Sickert. Spannend boek, goed geschreven, maar qua bewijsvoering zeker niet waterdicht. Portret van een moordenaar –Jack the Ripper –Zaak gesloten (Luitingh-Sijthoff, 2002). ( Portrait of a Killer; Jack the Ripper, Case closed – Cornwell Enterprises).

Tomas Ross – Nederlands befaamdste factionauteur – reconstrueert in De zesde mei (De Bezige Bij, 2003) op verrassend overtuigende wijze de gebeurtenissen rond de moord op Pim Fortuyn. Zet de lezer slim en smeuïg op het been dat niet verkeerd lijkt.

‘Eventuele gelijkenissen met nog levende personen zijn te wijten aan Gods voorzienigheid’, schrijft Jef Geeraerts in Dossier K (Prometheus, 2002). Maar schrijver en lezer weten wel beter. De Antwerpse onderwereld, twee rivaliserende Albanese misdaadclans, bloedwraak, de moord (drie jaar eerder) op procureur-generaal Albert Savelkoul ( De PG), corruptie, de klauwen van het Opus Dei, en een moedig politieduo. ‘Bloed roept om bloed’, volgens de Kanun, het middeleeuwse Albanese gewoonterecht. En bloed vloeit er, uit een messcherpe pen.

‘Robert Littell is de Amerikaanse Le Carré’, wordt trots vermeld op de cover van De Machtsfabriek ( The Company), (Bruna, 2002). Op 951 pagina’s schrijft de spionagethrillerauteur de dubieuze geschiedenis van de machtige CIA. Grondige research maakt ook van fictie facts in deze monumentale thriller over de Koude Oorlog. Vijfenveertig jaar (1950-1995) soms bijna surrealistische strijd op het wereldtoneel. Spionage en contraspionage, geheime diensten, regeringsleiders, politici, opkomst en ondergang van systemen, instanties en mensen; overtuigender kan faction niet zijn.

‘Er bestaat een ongeschreven wet dat regeringen nooit persoonlijk mogen worden. Ze mogen zich beestachtig gedragen tegen een ander land, en dat doen ze ook regelmatig, maar nooit tegen één enkele persoon.’ Mooi, deze uitspraak uit Schaduw over Bagdad ( Shadow over Babylon), (De Boekerij), van de Britse auteur David Mason (voorzien van vakkennis) over de moord op Saddam Hoessein, in 1992! Verscheen voor het eerst in 1993, vijfde druk niet toevallig zojuist uitgekomen. Goede vondsten, uitgebreide technische informatie over ingenieus plan om Saddam op zijn verjaardag te vermoorden. Is in 2003 nu eindelijk zijn zoveelste dubbelganger dood?

En nog vliegensvlug, maar daarom niet minder aanbevolen:

Eerste twee delen van Nederlandse heruitgave van de tien thrillers van Maj Sjöwall en Per Wahlöö. De vrouw in het Götakanaal en De man die in rook opging (Signature). De kloonbaby van Roel Janssen, over therapeutisch klonen t.b.v. de medische behandeling van onder meer Parkinson en Alzheimer. De titel geeft de twist in het verhaal aan. In de categorie rauw, sociaal bewogen en felrealistisch: Soul Circus van George Pelecanos (The House of Books) en Samaritaan ( Samaritan) van Richard Price (Anthos). De uitstekend gedocumenteerde financiële thriller Schijn van Kans (De Geus) – in 2002 bekroond met de Gouden Strop – van Charles den Tex. Bedrog ( Mandrake), (Luitingh-Sijthoff), van onderzoeksjournalist Paul Eddy. Buitengewoon harde, goede en slechte personages, internationale witwasserij, geheime diensten die elkaar een loer draaien, verraad op grote schaal.

En dan zijn er nog de tientallen goede thrillers waarvan, om de keuze te bepalen, gewoon in de boekhandel de eerste bladzijde gelezen moet worden.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content